Revised Common Lectionary (Complementary)
32 Een leerzaam gedicht van David.
Gelukkig is hij wiens misstap vergeven wordt
en wiens zonden vergeten worden.
2 Gelukkig is hij
aan wie de Here zijn zonde niet toerekent
en wiens innerlijk eerlijk en oprecht is.
3 Zolang ik mijn zonde niet beleed,
kwijnde ik weg.
Ik was de hele dag tot tranen toe bewogen.
4 Dag en nacht voelde ik
hoe U tot mijn geweten sprak.
Ik schrompelde in elkaar als bij grote hitte.
5 Toen heb ik U al mijn zonden beleden
en niets voor U verborgen gehouden.
Ik zei: ‘Ik zal de Here alles opbiechten’
en toen hebt U mijn schuld vergeven.
6 Laat iedere gelovige veel tot U bidden,
nu U Zich nog laat vinden.
Zelfs al komt grote ellende op hem af,
dan nog zult U hem beschermen.
7 U verbergt mij.
U spaart mij voor moeilijke omstandigheden.
U vult mijn hart met lofliederen over mijn bevrijding.
21 Zijn welwillendheid zal je omringen, als je maar wilt toegeven dat je het bij het verkeerde eind had.
22 Luister naar zijn woorden en berg die op in je hart.
23 Als je terugkeert naar God en het verkeerde uit je leven wegdoet, zul je in ere worden hersteld.
24 Als je je geldzucht opzijzet en je goud weggooit,
25 zal de Almachtige Zelf je goudschat worden, Hij zal je zuiverste zilver zijn!
26 Dan zul je je weer verheugen in de Here en opzien naar God.
27 Je zult tot Hem bidden en Hij zal naar jou luisteren. Al je beloften aan Hem zul je nakomen.
28 Wat je ook maar wenst, zal gebeuren! En hemels licht zal schijnen op de weg die voor je ligt.
29 Wanneer mensen worden vernederd en jij zegt: “Help hen overeind,” dan zal Hij de vernederden redden
30 en zelfs jou zal Hij verlossen wegens je reine handen.’
Jobs reactie op Elifaz
23 Job antwoordde Elifaz daarop:
2 ‘Ook nu klinkt mijn klacht bitter, ik kan mijn zuchten nauwelijks onderdrukken.
3 Och, wist ik maar waar ik God kon vinden, dan zou ik naar zijn troon gaan en daar met Hem spreken.
4,5 Ik zou Hem mijn zaak voorleggen, naar zijn antwoord luisteren en trachten te begrijpen wat Hij wil.
6 Zou Hij mij overweldigen met zijn grote macht? Nee, Hij zou met alle begrip naar mij luisteren en mij niet meteen beschuldigen.
7 Een eerlijk persoon zou daar voor mij bij Hem het woord kunnen doen en ik zou door mijn Rechter worden vrijgesproken.
8 Maar mijn zoeken heeft geen resultaat. Ik zoek Hem overal, maar ik kan Hem niet vinden.
9 Ik zoek Hem in het noorden, maar kan Hem daar niet vinden, ook niet in het zuiden. Ook daar houdt Hij Zich verborgen.
10 Maar Hij weet precies wat mij allemaal overkomt en als Hij mij aan een onderzoek heeft onderworpen, dan zal Hij mij volkomen onschuldig verklaren, zo zuiver als goud!
11 Ik heb Gods paden gevolgd en ben in zijn voetstappen getreden. Nooit en te nimmer ben ik afgedwaald.
12 Ik heb zijn geboden niet afgewezen; integendeel, ik hield zelfs meer van zijn woorden dan van mijn dagelijks eten.
13 Toch verandert Hij volgens mij niet van gedachten en wie zou Hem kunnen weerhouden van wat Hem voor ogen staat? Wat Hij wil doen, doet Hij ook.
14 Daarom zal Hij met mij doen wat Hij Zich heeft voorgenomen en Hij is nog veel meer van plan.
15 Geen wonder dat ik zo bang ben als ik voor Hem verschijn. Als ik eraan denk, slaat de angst mij om het hart.
16,17 God heeft mijn hart verzwakt, de Almachtige heeft mij vreselijke angst aangejaagd. Maar ik ga niet ten onder in de diepe duisternis die om mij heen is.’
God beter leren kennen en weten wat Hij wil
1 Van: Petrus, een dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan: allen, die een even heerlijk geloof hebben als wij. Dat geloof hebben wij gekregen door de rechtvaardigheid van onze God en Redder, Jezus Christus.
2 Het is mijn grote wens dat u God en onze Here Jezus Christus steeds beter leert kennen. Dan zult u gelukkig worden en zijn genade en vrede ervaren. 3 Want als u Hem beter leert kennen, zal Hij u door zijn grote kracht alles geven wat u nodig hebt om werkelijk goed te leven, 4 Hij zal zelfs zijn heerlijkheid en goedheid met ons delen! Hij heeft ons geweldig grote en waardevolle beloften gedaan: Hij redt ons van de begeerten en het verderf om ons heen en geeft ons deel aan zijn eigen wezen. 5 Maar daarvoor hebt u meer nodig dan vertrouwen alleen. U moet ook uw best doen om goed te zijn en zelfs dat is niet genoeg. U moet God beter leren kennen en weten wat Hij wil. 6 Leer uw eigen verlangens opzij te zetten en geduldig vol te houden, zodat u God kunt dienen. 7 Dan bent u klaar om een vriend te zijn voor uw medechristenen en om alle mensen lief te hebben. 8 Als u deze eigenschappen in overvloed bezit, zullen ze werkzaam en vruchtbaar zijn om de Here Jezus Christus steeds beter te leren kennen. 9 Maar als geen van die eigenschappen bij u aanwezig is, bent u blind en kortzichtig. Dan bent u vergeten dat God u van uw oude, zondige leven heeft bevrijd.
10 Broeders en zusters, laat daarom uit uw gedrag blijken dat God u heeft geroepen en uitgekozen, dan zult u nooit struikelen of vallen. 11 Als u zo leeft, zal God de poorten van het eeuwige koninkrijk van onze Here en Redder, Jezus Christus, wijd voor u openzetten.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.