Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Jesaja 61:10-62:3

10 Jeruzalem zegt: "Ik ben heel erg blij met de Heer. Ik juich over wie God is. Want Hij heeft mij gered. Hij is voor mij opgekomen. Daardoor ben ik nu net zo mooi als een bruidegom in zijn feestkleren, of als een bruid met al haar sieraden om. 11 De Heer zal ervoor zorgen dat de volken rechtvaardig worden en Hem zullen prijzen. Dat is net zo zeker als dat er planten uit de aarde groeien en er zaden ontkiemen in een tuin. Alle volken zullen zien hoe geweldig Hij is. Ze zullen Hem prijzen."

Jeruzalem is de lieveling van God

62 Jesaja zegt: Jeruzalem, ik zal mijn mond niet houden. Jeruzalem, ik zal niet rusten, totdat het weer goed met je gaat. Ik zal niet zwijgen, totdat de zon weer over jou opgaat en je redding zo zichtbaar zal zijn als een brandende fakkel. Alle volken zullen zien hoe God je redt. Alle koningen zullen zien hoe prachtig je bent. Je zal voortaan een nieuwe naam hebben. De Heer Zelf zal je die naam geven. Je zal zo mooi zijn als een sierlijke kroon in de hand van de Heer, als een koninklijke tulband in de hand van je God.

Psalmen 148

Psalm 148

Halleluja! Prijs de Heer in de hemel.
Prijs de Heer in de hoogste hemel.
Engelen, prijs de Heer.
Hemelse legers, prijs de Heer.
Zon en maan, prijs de Heer.
Stralende sterren, prijs de Heer.
Hoogste hemel, prijs de Heer.
Wolken daarboven, prijs de Heer.
Laten zij Hem prijzen,
want ze ontstonden op zijn bevel.
Hij zette hen voor altijd en eeuwig neer.
Hij gaf hun wetten waaraan ze voor altijd zullen gehoorzamen.
Laat alles en iedereen op aarde de Heer prijzen.
De dieren op de aarde en in de diepste zee,
de bliksem, de hagel, de sneeuw en de mist,
de stormwind die zijn bevel gehoorzaamt ,
de bergen en de heuvels,
de fruitbomen en de bomen van het bos,
10 de wilde dieren en het vee,
alles wat kruipt en alles wat vliegt,
11 de koningen en de volken van de aarde,
alle heersers en rechters van de aarde,
12 jongens en meisjes,
oude mensen en jonge mensen,
13 laat alles en iedereen de Heer prijzen.
Want Hij is de allerhoogste Koning.
Hij alleen heerst over de aarde en de hemel.

14 Hij heeft zijn volk machtig gemaakt.
Hij heeft aan zijn vrienden, het volk Israël, een danklied gegeven.
Ze mogen dicht bij Hem leven.
Halleluja! Prijs de Heer!

Galaten 4:4-7

Maar toen het moment was gekomen dat God had bepaald, stuurde Hij zijn Zoon. Die Zoon werd geboren uit een Joodse vrouw. En omdat Hij dus een Jood was, moest Hij zich aan de wet van Mozes houden. Alleen zó zou Hij de mensen die zich ook aan de wet van Mozes moesten houden, kunnen bevrijden. Zo zouden we niet langer slaven zijn. We werden kinderen van God, met de rechten van kinderen. En omdat jullie kinderen van God zijn, heeft God de Geest van zijn Zoon in jullie hart uitgestort. Die Geest roept in je: "Lieve Vader!" Jullie zijn dus geen slaven meer, maar kinderen van God. En omdat jullie Gods kinderen zijn, erven jullie ook, dankzij Christus.

Lukas 2:22-40

Simeon en Anna

22 Maria en Jozef deden alles wat volgens de wet van Mozes moet gebeuren als er een kind is geboren.[a] Daarna namen ze Hem mee naar Jeruzalem om Hem naar de Heer God te brengen. 23 Want in de wet staat: 'Elke eerste zoon en elk eerstgeboren dier is voor de Heer.' 24 Ook gingen ze, zoals dat moet van de wet, het offer brengen: een paar tortelduiven of twee jonge duiven.[b]

25 Er woonde in Jeruzalem een man die Simeon heette. Hij was een gelovig man die leefde zoals God het wil. Hij keek uit naar de dag dat God zijn volk Israël zou redden en troosten. De Heilige Geest was op hem. 26 En de Heilige Geest had tegen hem gezegd dat hij vóór zijn dood de Messias zou zien.

27 Die dag stuurde de Heilige Geest hem naar de tempel. Jozef en Maria brachten Jezus binnen om met Hem te doen wat ze volgens de wet van Mozes moesten doen. 28 Toen nam Simeon Jezus in zijn armen en hij prees God. 29 Hij zei: "Nu laat U, Heer, uw dienaar in vrede sterven, zoals U ook heeft gezegd. 30 Want nu heb ik Hem gezien 31 door wie U alle volken gaat redden. 32 Hij is het Licht voor alle volken. En vanwege Hem zullen de mensen het volk Israël dankbaar zijn."

33 Zijn vader en moeder waren verbaasd over de dingen die Simeon over Jezus zei. 34 Simeon zegende hen en zei tegen Maria: "Veel mensen zullen door Hem ten val komen. Maar veel andere mensen zullen juist door Hem gered worden. Hij zal een teken zijn waar veel mensen niet in zullen willen geloven. 35 Door Hem zullen zelfs de diepst verborgen gedachten van de mensen zichtbaar worden. En voor jou zal het zijn alsof er een zwaard door je hart gaat."

36 Er was daar ook een vrouw die Anna heette. Zij was een profetes, een dochter van Fanuël, uit de stam van Aser. Ze was zeven jaar getrouwd geweest. Toen was haar man gestorven, zodat ze weduwe werd. 37 Nu was ze een oude vrouw van ongeveer 84 jaar. Ze was alle dagen in de tempel. Ze diende God dag en nacht en bad zonder ophouden. 38 Op dat moment kwam zij er ook bij staan en ook zij prees God. En aan alle mensen die op de redding van Jeruzalem wachtten, vertelde ze over Hem.

39 Jozef en Maria deden alles wat ze volgens de wet van de Heer God moesten doen. Daarna gingen ze terug naar hun stad Nazaret in Galilea.

40 Het kind groeide op en werd sterk. Hij was vol wijsheid en God was in alle dingen goed voor Hem.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016