Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
Psalm 126
1 Een pelgrimslied.[a]
Het leek wel een droom,
toen wij die gevangen waren meegenomen,
weer naar Jeruzalem terug konden gaan.[b]
2 We lachten en we juichten.
De andere volken zeiden:
"De Heer heeft iets geweldigs bij hen gedaan!"
3 Ja, de Heer heeft iets geweldigs bij ons gedaan.
We zijn er zó blij over!
4 Heer, breng verandering in ons lot,
zoals de droogstaande beken in de woestijn
weer gevuld worden door de regen.
5 Ook al huil je terwijl je zaait,
je zal juichen terwijl je maait.
6 De zaaier loopt huilend te zaaien omdat hij dat graan niet zal kunnen eten.
Maar als hij zijn oogst binnenhaalt,
loopt hij te juichen met zijn armen vol graan.
Habakuk wacht op Gods antwoord
2 – Ik ging uitkijken naar wat de Heer tegen mij zou zeggen. Ik wachtte af wat Hij mij zou antwoorden op mijn schreeuw om hulp. Ik wachtte af wat ik moest antwoorden op mijn klacht tegen de Heer. Ik keek ernaar uit, zoals een wachtpost op de uitkijk staat op de muren van de stad.
God belooft Habakuk dat de vijand niet ongestraft zal blijven voor zijn misdaden
2 Toen antwoordde de Heer mij: "Schrijf op wat Ik je zal laten zien. Schrijf het duidelijk op een schrijfplank, zodat de mensen het gemakkelijk kunnen lezen als ze voorbij lopen. 3 Wat Ik je zal laten zien, gaat nog niet gelijk gebeuren. Maar uiteindelijk zal Ik het doen! Als het lang duurt, blijf dan verwachten dat Ik het zal doen, want het staat vast dat Ik zal komen.
4 Hij[a] is trots. Hij is slecht van binnen. Maar iemand die leeft zoals Ik het wil, zal in leven blijven door zijn geloof in Mij. 5 Maar de vijand, die dronkenlap, is trots. Hij blijft niet thuis, maar verslindt de volken. Hij lijkt op de dood: hij blijft mensen verslinden en heeft nooit genoeg. Hij verzamelt volken en landen.
7 Maar al die dingen waar ik zo trots op was, vind ik nu waardeloos. Want ze stonden mij in de weg om bij Christus te komen. 8 Ja, ik vind het nu allemaal waardeloos, omdat niets zo kostbaar is als het kennen van mijn Heer Jezus Christus. Voor Hem heb ik het allemaal als troep weggegooid, om Christus te kunnen ontvangen. 9 Want dan zou ik vrijgesproken worden van schuld. Niet doordat ik mij zo goed aan de Joodse wet gehouden had. Maar door mijn geloof in Christus. Want alleen dáárdoor heeft God mij vrijgesproken van schuld. 10 Nu kan ik Hem werkelijk leren kennen. Nu ken ik ook de kracht waardoor Hij uit de dood opstond. En ik kan samen met Hem lijden. 11 Want door één te worden met zijn dood, kan ook ik uit de dood opstaan en leven.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016