Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 77:1-2

Psalm 77

Een lied van Asaf, op de manier van Jedutun. Voor de leider van het koor.

Ik roep tot God.
Ik schreeuw het uit tot God, en ik weet dat Hij zal luisteren.

Psalmen 77:11-20

11 En ik zei bij mijzelf:
"Het maakt me heel erg verdrietig,
maar ik denk dat de Allerhoogste God niet meer met ons is."

12 Ik zal altijd blijven denken
aan de wonderen die U vroeger heeft gedaan.
13 Ik zal erover blijven spreken.
Ik zal eraan blijven denken.
14 God, alles wat U doet is zó geweldig!
Welke god is zo geweldig als U?
15 U bent de God die wonderen doet.
U heeft aan de volken uw macht laten zien.
16 U heeft uw volk, de zonen van Jakob en van Jozef,[a]
op een machtige manier gered.
17 Toen het water U zag, God,
toen het water U zag, beefde het van angst.
De zee beefde tot op de bodem.
18 De regen gutste uit de wolken.
Het onweer dreunde langs de hemel.
Bliksemflitsen schoten door de lucht.
19 De donder rolde, de bliksem flitste,
de aarde schudde en beefde.
20 U baande Zich een weg door het water,
een pad door de zee.
Uw voetstappen waren niet te zien.

1 Koningen 22:29-40

De derde aanval van Aram

29 Zo trokken de koning van Israël en de koning van Juda met hun legers naar Ramot in Gilead. 30 Koning Achab zei tegen koning Josafat: "Ik zal vermomd gaan en gewone kleren aantrekken. Maar u moet uw koningsmantel omhouden." Toen vermomde de koning van Israël zich, voordat de strijd begon. 31 De koning van Aram had tegen de 32 aanvoerders van zijn strijdwagens gezegd: "Het gaat erom de koning van Israël te doden. Dus niet de gewone soldaten of hun aanvoerders." 32 Zodra ze Josafat zagen, riepen ze: "Dat is vast de koning van Israël!" en wilden hem aanvallen. 33 Maar Josafat begon te roepen. Zodra ze begrepen dat hij niet de koning van Israël was, lieten ze hem met rust.

34 Maar één van de boogschutters schoot op goed geluk een pijl af. De pijl raakte de koning van Israël tussen de platen van zijn pantser. De koning zei tegen zijn wagenmenner: "Keer de wagen en breng mij uit de strijd. Want ik ben zwaar gewond." 35 Maar de strijd werd die dag heel erg hevig. Daarom werd de koning in zijn wagen overeind gehouden voor de strijd tegen de Arameeërs. Maar 's avonds stierf hij. Zijn strijdwagen stond vol met het bloed dat uit de wond was gestroomd. 36 Tegen zonsondergang klonk er een kreet door het leger: "Iedereen terug naar huis!"

37 Zo stierf de koning en hij werd dood naar Samaria gebracht. Daar werd hij begraven. 38 Toen ze de wagen schoonspoelden bij de vijver van Samaria, likten de honden zijn bloed op terwijl de hoeren zich bij de vijver stonden te wassen. Dat was precies wat de Heer had gezegd.

39 De rest van wat Achab allemaal heeft gedaan, het ivoren huis dat hij heeft gebouwd en alle steden die hij heeft gebouwd, staat allemaal opgeschreven in de boeken met de geschiedenis van de koningen van Israël. 40 Achab stierf en zijn zoon Ahazia werd na hem koning van Israël.

1 Koningen 22:51-53

51 Josafat stierf en werd begraven bij de andere koningen in de 'Stad van David'. Zijn zoon Joram werd na hem koning van Juda.

Ahazia wordt koning van Israël

52 Toen Josafat 17 jaar koning van Juda was, werd Ahazia, de zoon van Achab, koning van Israël. Hij regeerde in Samaria twee jaar over Israël. 53 Hij leefde niet zoals de Heer het wil en deed dezelfde dingen als zijn vader en moeder. Want hij aanbad afgoden, net als koning Jerobeam, de zoon van Nebat. Net als hij maakte hij Israël ongehoorzaam aan God.

2 Corinthiërs 13:5-10

Ga bij jezelf eens na of jullie wel vanuit je geloof leven. Weten jullie wel zeker dat Christus in jullie is? Als Hij niet werkelijk in jullie is, worden jullie afgekeurd. Maar ik hoop dat jullie zullen zien dat wij niet afgekeurd zijn. Ja, we bidden God dat jullie Hem nooit ongehoorzaam zullen zijn. Niet omdat dan zal blijken dat wíj eerlijk en betrouwbaar zijn. Maar omdat júllie dan zullen doorgaan met het goede te doen, zelfs als het er op zou lijken dat wijzelf afgekeurd zijn. We kunnen niet tégen de waarheid strijden, maar alleen vóór de waarheid. Want wij zijn blij als jullie sterk zijn, ook als wij zelf zwak zijn. Ik wil zó graag dat jullie helemaal vol van Christus zullen zijn.

10 Daarom schrijf ik jullie deze dingen voordat ik kom. Dan hoef ik niet streng tegen jullie te zijn als ik straks bij jullie ben. Want de Heer heeft mij gezag gegeven om jullie geloof op te bouwen. (Ik wil het beslist niet afbreken!)

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016