Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 90

90 Deze psalm is een gebed van Mozes, de vriend van God.

Here,
van generatie op generatie
hebben wij onze hulp en kracht bij U gezocht.
Al voordat U de bergen schiep,
was U God.
Voordat U de aarde schiep,
was U God.
Vanuit de eeuwigheid van oudsher
tot in de eeuwigheid in de verre toekomst,
bent U God.
U laat de mens sterven
en vergaan tot stof.
U zegt:
‘Word weer stof, mensenkinderen.’
Duizend jaar
betekenen niets voor U,
zij zijn voor U
als wat een dag is voor ons,
voor U zijn ze
in een oogwenk voorbij.
Jaren gaan aan U voorbij
als een kort moment van insluimeren
bij het ontwaken ʼs morgens,
als gras dat snel groeit.
ʼs Morgens groeit en bloeit het nog
en ʼs avonds verdort het alweer.
Precies zo vergaat het ons
als uw toorn over ons komt.
Deze vernietigt ons.
U ziet onze zonden scherp voor U.
Onze meest verborgen zonden
komen bij U aan het licht.
Zo eindigt ons leven
onder uw boosheid.
De jaren van ons leven
gaan als een zucht voorbij.
10 Onze gemiddelde leeftijd
is zeventig jaar.
Alleen de zeer sterke mensen
worden tachtig jaar.
Alles waarop wij trots waren,
blijkt toch alleen maar moeite en verdriet
met zich mee te brengen.
Het leven vliegt voorbij
en voor we het weten
zijn we gestorven.
11 Wie kent de kracht van uw toorn
en de omvang van uw ergernis?
12 O God, leer ons zo te leven
dat wij ons uiteindelijk
de wijsheid eigen maken.
13 Kom toch terug, Here!
Hoe lang moet het nog duren?
Heb toch medelijden met uw dienaren.
14 Laat ons ʼs morgens vroeg al
uw goedheid en liefde mogen ervaren,
dan zullen wij juichen
en elke dag met blijdschap beleven.
15 Geef ons blijdschap naar de mate
waarin wij moeite en verdriet hebben gekend.
Zovele jaren waren vol zorg en verdrukking.
16 Laat uw dienaren uw werken zien,
ik bid dat hun kinderen
uw majesteit mogen aanschouwen.
17 Here, onze God,
stort uw liefdevolle vriendelijkheid over ons uit.
Zegen het werk dat wij doen.
Ja, wij bidden U om uw zegen
over alles wat wij ondernemen.

2 Samuël 7:18-29

18 Toen ging David de tent binnen, knielde voor de ogen van de Here neer en bad: ‘O Here God, waarom hebt U uw zegeningen uitgestrooid over mij en mijn nageslacht? 19 En nu U mij dat allemaal hebt gegeven, zegt U ook nog dat U mijn geslacht voor altijd wilt laten regeren! 20 Wat kan ik verder nog zeggen? Here God, U kent mij, uw dienaar, immers door en door. 21 U doet al deze dingen omdat U het hebt beloofd en omdat U ze ook wilt doen! 22 O Here God, wat bent U groot! Wij hebben nooit gehoord over een andere God zoals U. En er is ook geen andere God buiten U, die ons dit alles hebt bekend gemaakt. 23 Welk ander volk op aarde heeft zulke zegeningen ontvangen als uw volk Israël? Want U hebt uw uitverkoren volk gered om uw naam eer te geven. U hebt grote wonderen gedaan en Egypte en haar goden verslagen. 24 U koos Israël voor altijd als uw volk en U werd onze God. 25 Here God, doe dan wat U beloofde aan mij en mijn nageslacht. 26 Ik bid dat U voor eeuwig zult worden geëerd omdat U de God van Israël bent en mijn nageslacht voor U bewaard zal blijven. 27 Want U hebt mij geopenbaard, o Here van de hemelse legers, God van Israël, dat ik de eerste ben van een gezegend nageslacht, daarom ben ik zo vrijmoedig geweest dit gebed uit te spreken. 28 Want U bent werkelijk God en uw woorden zijn waarheid. U hebt mij deze goede dingen beloofd, 29 doe daarom wat U mij hebt toegezegd! Zegen mijn familie voor eeuwig! Moge ons nageslacht altijd voor uw ogen blijven voortbestaan, want U, Here God, hebt het beloofd.’

Openbaring 22:12-16

12 ‘Ja,’ zegt Jezus, ‘Ik kom gauw met mijn beloning. Ik geef ieder het loon voor zijn daden. 13 Ik ben de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.’ 14 Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij mogen van de levensboom eten en door de poorten van de stad binnengaan. 15 Buiten de stad zijn de honden, de tovenaars, de overspeligen, de moordenaars, de afgodendienaars en allen die met plezier liegen en bedriegen.

16 ‘Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd opdat u dit allemaal aan de gemeenten zult vertellen. Ik ben de nakomeling uit het geslacht van David. Ik ben de schitterende morgenster.’

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.