Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
Psalm 83
1 Een lied van Asaf.
2 God, blijf niet zwijgen.
Doe niet alsof U niets merkt.
3 Want uw vijanden gaan tekeer.
De mensen die U haten, komen tegen U in opstand.
4 In het geheim smeden ze sluwe plannen
om met elkaar uw volk aan te vallen.
Ze willen de mensen van wie U houdt kwaad doen.
17 Zet hen voor schut,
zodat ze U om redding zullen smeken.
18 Zorg ervoor dat ze zich voor altijd zullen schamen,
dat ze voor altijd bang voor U zullen zijn,
en rood van schaamte zullen staan.
Zorg ervoor dat het slecht met hen afloopt.
De geboorte van Mozes en zijn opvoeding
2 Er was een man (Amram) uit de stam van Levi die trouwde met een vrouw (Jochebed)[a] die ook uit de stam van Levi was. 2 Ze raakte in verwachting en kreeg een zoon. Toen ze zag dat het een mooi kind was, verborg ze hem drie maanden lang. 3 Maar langer kon ze hem niet verbergen. Daarom maakte ze een rieten mandje met een deksel. Ze smeerde het in met teer om het waterdicht te maken en legde het kind er in. Daarna zette ze het mandje tussen het riet langs de rivier. 4 De zus (Mirjam) van het kind ging op een afstand staan kijken wat er met hem zou gebeuren.
5 Toen kwam de dochter van de farao langs. Ze kwam in de rivier een bad nemen. Intussen wandelden haar slavinnen langs de oever. Opeens zag ze het mandje tussen het riet. Ze stuurde een slavin om het te halen. 6 Toen ze het opendeed, zag ze het kind. Het jongetje huilde. Daardoor kreeg ze medelijden met hem. Ze zei: "Dit is vast een Hebreeuws jongetje."
7 Toen zei het zusje tegen de dochter van de farao: "Zal ik voor u bij de Hebreeuwse vrouwen een vrouw gaan zoeken die het kind de borst kan geven? Dan kan zij het kind voor u voeden." 8 De dochter van de farao zei: "Ja, dat is goed." Toen ging het meisje haar moeder halen. 9 De dochter van de farao zei tegen de moeder: "Neem dit jongetje mee en voed hem. Ik zal je ervoor betalen." Toen nam de vrouw het kind mee en zorgde voor hem en voedde hem. 10 Toen het jongetje geen borstvoeding meer nodig had, bracht ze het naar de dochter van de farao. Zij nam hem aan als haar zoon. Ze noemde hem Mozes (= 'uitgetrokken'). "Want," zei ze, "ik heb hem uit het water getrokken."
Goede raad over diverse dingen
12 We vragen jullie ook, broeders en zusters, om goed te luisteren naar de mensen die hard voor jullie werken. Ik bedoel hen die jullie leiden namens de Heer en die jullie opvoeden in het geloof. 13 Heb respect voor hen. En houd van hen vanwege alles wat ze voor jullie doen. En maak geen ruzie met elkaar.
14 Broeders en zusters, er zijn mensen bij jullie die niet meer willen werken omdat ze denken dat de Heer toch binnenkort zal komen. Zeg tegen hen dat ze orde in hun leven moeten brengen en weer aan het werk moeten gaan. En bemoedig de mensen die de moed hebben verloren. Help de mensen die een zwak geloof hebben. Heb geduld met elkaar. 15 Als iemand je kwaad doet, doe dan niet iets kwaads terug. Doe liever allemaal je best om altijd het goede te doen. Niet alleen voor elkaar, maar voor alle mensen.
16 Wees altijd blij. 17 Bid zonder ophouden. 18 Dank God altijd, wát er ook gebeurt. Want dat is wat God van jullie wil nu jullie bij Jezus Christus horen.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016