Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
Psalm 121
1 Een pelgrimslied.[a]
Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar zal mijn hulp vandaan komen.[b]
2 Mijn hulp komt van de Heer,
die de hemel en de aarde heeft gemaakt.
3 Hij zal ervoor zorgen dat je niets overkomt.
Je Beschermer slaapt nooit.
4 De Beschermer van Israël rust niet en slaapt niet.
Hij let altijd op.
5 Net als je schaduw is de Heer altijd heel dicht bij je.
Hij zal je altijd beschermen.
6 Overdag zal de zon je niet steken, 's nachts zal de maan je geen kwaad doen.
7 Tegen elk kwaad zal de Heer je beschermen.
Hij bewaart je leven.
8 De Heer zal je beschermen
waar je ook bent, waar je ook gaat,
nu en voor altijd.
14 Deze dag moet voortaan voor jullie een feestdag zijn, een feest voor Mij, de Heer. Al jullie families ná jullie moeten voor altijd dit feest vieren. 15 Zeven dagen lang moeten jullie brood eten dat zonder gist is gebakken. Op de eerste dag van het feest moeten jullie de gist uit jullie huizen wegdoen. Iedereen die tussen de eerste en de zevende dag iets met gist eet, moet worden gedood. 16 Op de eerste en de zevende dag moeten jullie voor Mij een bijeenkomst houden. Niemand mag op die dagen werken. Jullie mogen alleen de maaltijden klaarmaken. 17 Voortaan moeten jullie elk jaar dit Feest van de Ongegiste Broden vieren. Want op deze dag haal Ik jullie allemaal weg uit Egypte. Daarom moeten jullie deze dag voor altijd blijven vieren.
18 Dus vanaf de avond van de 14e dag van de eerste maand tot de avond van de 21e dag van die maand moeten jullie ongegist brood eten. 19 Zeven dagen lang mag er helemaal geen gist in jullie huizen zijn. Iedereen die iets eet dat met gist is klaargemaakt, moet worden gedood. Het maakt niet uit of hij een vreemdeling is of dat hij een Israëliet is. 20 Er mag niets worden gegeten dat met gist is klaargemaakt. Jullie mogen alleen ongegist brood eten, in het hele land."
21 Toen liet Mozes de leiders van Israël bij zich komen. Hij zei tegen hen: "Zorg ervoor dat iedereen een lam gaat uitkiezen voor zijn gezin en dat hij dat slacht. 22 Het bloed moet in een schaal opgevangen worden. Daarna moet iedereen een bosje van de hysop-plant indopen in de schaal en daarmee het bloed aan de deurposten smeren, rond de deur van zijn huis. Niemand mag zijn huis uitgaan tot de volgende morgen. 23 De Heer zal door het land trekken om de Egyptenaren te straffen. Als Hij het bloed rondom een deur ziet, zal de Heer die deur voorbijgaan. De vernietiger zal jullie huizen niet mogen binnengaan. Hij zal niemand van jullie mogen doden.
24 Dit moeten jullie altijd blijven doen en jullie familie ná jullie ook. 25 Ook als jullie in het land gekomen zijn dat de Heer jullie gaat geven zoals Hij beloofd heeft. 26 En als jullie kinderen later vragen: 'Waarom doen jullie dat?' dan moeten jullie antwoorden: 27 'Het is het Paasoffer voor de Heer. Want Hij ging in Egypte onze huizen voorbij, toen Hij de Egyptenaren strafte. Onze huizen sloeg Hij over."
Toen knielde het volk neer en boog zich diep voor de Heer. 28 Ze gingen naar huis en deden precies wat de Heer tegen Mozes en Aäron had gezegd.
Wees een voorbeeld voor de ongelovigen
11 Lieve broeders en zusters, de verlangens van jullie oude 'ik' zijn gevaarlijk voor jullie. Daarom zeg ik jullie dat je er niet naar moet luisteren. Want jullie zijn vreemdelingen op aarde. Jullie moeten dus niet dezelfde dingen doen als de ongelovige mensen. 12 Maar gedraag je goed tussen de mensen die niet in Jezus geloven. Zij zullen jullie wel beschuldigen van allerlei dingen die helemaal niet waar zijn. Maar als ze letten op de goede dingen die jullie doen, zullen ze God prijzen als Hij op een dag naar hen toe komt.
13 Wees gehoorzaam aan alle mensen die regeren, omdat de Heer dat wil. Wees dus gehoorzaam aan de Romeinse keizer als hoogste heerser. 14 Maar wees ook gehoorzaam aan de andere bestuurders. Zij zijn door de keizer aangewezen om slechte mensen te straffen en om mensen die goed leven, te prijzen. 15 Want als jullie gehoorzaam zijn, zullen de onverstandige mensen die niets van het goede nieuws weten, jullie nergens van kunnen beschuldigen. En dat is wat God wil. 16 Leef als vrije mensen, maar misbruik die vrijheid niet om te doen wat jullie maar willen, en om slechte dingen te doen. Gebruik die vrijheid om God te dienen. 17 Heb respect voor iedereen. Houd van je broeders en zusters.[a] Heb ontzag voor God en respect voor de Romeinse keizer.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016