Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 149

Psalm 149

Halleluja! Zing voor de Heer een nieuw lied.
Zing om Hem te eren in de bijeenkomst
van de mensen die van Hem houden.
Israël, wees blij met je Heer, je Maker.
Bewoners van Jeruzalem, juich over je Koning.
Prijs Hem door voor Hem te zingen.
Prijs Hem met liederen en met muziek van allerlei muziekinstrumenten.
Want de Heer geniet van zijn volk.
Hij zorgt dat het goed gaat met de mensen die leven zoals Hij het wil.

Vrienden van de Heer, juich voor de Heer!
Juich zelfs nog voor Hem als je in bed ligt!

Met woorden van lof voor God in hun mond
en een vlijmscherp zwaard in hun hand
verslaan ze de volken,
nemen ze wraak op vijandige landen.
Ze binden hun koningen,
boeien hun leiders.
Zo geven ze hun de straf
die God voor hen heeft opgeschreven.
Dat is wat Gods vrienden mogen doen.
Halleluja! Prijs de Heer!

Exodus 10:21-29

De negende ramp: duisternis

21 Daarna zei de Heer tegen Mozes: "Steek je hand op naar de hemel. Dan zal het donker worden in Egypte. Het zal er aardedonker zijn." 22 Mozes stak zijn hand op naar de hemel. Toen werd het drie dagen lang aardedonker in heel Egypte. 23 Drie dagen lang konden de mensen elkaar niet zien. Niemand durfde een voet te verzetten. Maar waar de Israëlieten woonden, was het licht.

24 Toen liet de farao Mozes komen en zei: "Ga de Heer maar aanbidden. Jullie kinderen mogen met jullie meegaan. Maar jullie schapen, geiten en koeien moeten hier blijven." 25 Maar Mozes zei: "U moet ons dieren laten meenemen om aan onze Heer God te offeren. 26 Al ons vee moet met ons meegaan. Er mag geen hoef hier achterblijven. Want pas als we daar zijn aangekomen, weten we wat we aan onze Heer God zullen offeren. Dan pas zullen we de offerdieren uitkiezen." 27 Maar de Heer zorgde ervoor dat de farao koppig bleef, zodat hij hen niet liet gaan. 28 De farao zei tegen hem: "Ga weg! Zorg dat ik je nooit meer zie! Als ik je nog één keer zie, zal ik je doden!" 29 Toen zei Mozes: "U heeft gelijk: u zal mij nooit meer zien."

Romeinen 10:15-21

15 En hoe kan iemand over Hem vertellen, als hij niet wordt gestuurd? Er staat in de Boeken: "Wat is het heerlijk om de voetstappen te horen aankomen van iemand die goed nieuws komt brengen!" 16 Maar niet iedereen heeft het goede nieuws dat hij hoorde ook geloofd. De profeet Jesaja zegt: "Heer, wie heeft geloofd wat hij van mij hoorde?" 17 Dus je kan alleen gaan geloven als je eerst echt hebt gehoord wat er over Christus wordt verteld.

18 Maar hebben de Israëlieten dat dan niet gehoord? Jazeker wel: "Over de hele wereld is de boodschap van God te horen geweest, tot aan het einde van de aarde." 19 Heeft Israël het dan niet begrepen? Het zit zó. Eerst heeft God door Mozes gezegd: "Ik zal jullie jaloers maken op een volk dat mijn volk niet was. Ik zal jullie kwaad maken op een volk dat Mij niet kende." 20 En door de profeet Jesaja zegt God zelfs: "Ik ben gevonden door mensen die niet naar Mij zochten. Mensen die niet naar Mij vroegen, hebben Mij leren kennen." 21 Maar van Israël zegt Hij: "De hele dag heb Ik mijn handen uitgestrekt naar een ongehoorzaam en koppig volk."

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016