Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
21 Een psalm van David voor de koordirigent.
2 Here, de koning verheugt zich
over uw macht,
met vreugde spreekt hij
over het heil dat U geeft.
3 U vervulde
zijn grootste wens.
Wat hij U vroeg,
hebt U hem niet geweigerd.
4 U komt hem tegemoet
met overvloed
en geeft hem
een prachtige gouden kroon.
5 Hij vroeg U
te mogen leven,
dat stond U hem toe
tot in hoge ouderdom.
6 Dankzij U
is hij beroemd en geëerd.
U gaf hem
aanzien en majesteit.
7 U zegent hem rijk
en geeft hem
een hart vol blijdschap.
8 Allemaal omdat de koning
op de Here vertrouwt,
door de goedheid en de liefde
van God, de Allerhoogste,
faalt hij niet.
9 Here, U weet uw vijanden te vinden.
Wie U haten,
zullen niet aan U ontkomen.
10 Wanneer U komt, Here,
zullen zij door uw toorn verbranden,
U zult hen vernietigen.
In het vuur zullen zij omkomen.
11 Zelfs hun kinderen
zult U wegdoen van deze aarde
en hun nageslacht zal niet bestaan.
12 Als zij proberen U kwaad te doen
en slechte plannen maken,
zal dat hun niet lukken.
13 U laat hen vluchten,
U richt uw pijlen op hun gezicht.
14 Toon uw kracht, Here,
dan zullen wij
liederen zingen tot uw eer.
14 Ook al kijkt iedereen op u neer, wees niet bang, Israël, arm volk, want Ik zal u helpen. Ik ben de Here, uw verlosser, Ik ben de Heilige van Israël. 15 Ik zal van u een nieuw en scherpgetand dorswerktuig maken om uw vijanden uiteen te scheuren en hen te vermalen tot kaf. 16 U zult hen in de lucht gooien en de wind zal hen wegblazen, wervelwinden zullen hen uit elkaar slaan. Maar u zult vol zijn van de vreugde in de Here en u zult u beroemen op de God van Israël. 17 Als de armen en behoeftigen tevergeefs water zoeken en hun tongen uitgedroogd zijn van de dorst, zal Ik hen antwoorden als zij naar Mij roepen. Ik, Israëls God, zal hen nooit of te nimmer in de steek laten. 18 Vanaf de heuvels zal Ik grote rivieren naar beneden laten stromen. Het water zal in de dalen voor hen opspuiten! In de woestijnen zullen waterplassen zijn en door bronnen gevoede rivieren zullen over de uitgedroogde grond vloeien. 19 Ik zal bomen planten: ceders, acaciaʼs, olijfbomen, cipressen, platanen en dennebomen—op onvruchtbare grond. 20 Iedereen zal dit wonder zien en begrijpen dat de hand van de Here, de Heilige van Israël, het deed.
14 Broeders en zusters, ik ben ervan overtuigd dat u vol goedheid bent en veel kennis bezit. U kunt elkaar ook heel goed terechtwijzen. 15 Maar een van de redenen waarom ik zo vrij ben geweest u bepaalde dingen te schrijven, is dat ik het nodig vond uw geheugen op te frissen. Dat kon ik doen dankzij de genade die God mij heeft gegeven. 16 Ik ben een dienaar van Christus Jezus, die de andere volken het goede nieuws van God moet brengen. Daardoor mag ik hen aan God voorstellen als een offer dat Hij kan aanvaarden, een offer dat voorbereid is door de Heilige Geest. 17 Door Christus Jezus mag ik mij daarop beroemen bij God. 18 Ik haal het niet in mijn hoofd over iets anders te spreken dan over wat Christus door mij tot stand heeft gebracht. Hij heeft, door mijn woorden en daden, mensen uit allerlei volken tot gehoorzaamheid aan God gebracht, 19 door overtuigende bewijzen en wonderen, door de kracht van de Heilige Geest. Zo heb ik overal, van Jeruzalem tot aan Illyrië, het goede nieuws van Christus gebracht. 20 Ik heb steeds mijn uiterste best gedaan om het goede nieuws bekend te maken op plaatsen waar men nog nooit van Christus had gehoord. Als iemand mij voor is geweest, wil ik niet op zijn werk verder bouwen. 21 Ik houd mij aan wat in de Boeken staat: ‘De mensen die niets van Hem wisten, zullen Hem zien. Wie het niet hadden gehoord, zullen het begrijpen.’
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.