Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
24 Een psalm van David.
De aarde en al haar rijkdom
zijn van de Here!
2 Hij drong het water terug,
zodat droog land tevoorschijn kwam.
3 Wie kan de berg van de Here beklimmen
en binnengaan in de plaats waar Hij woont?
Wie kan voor de Here staan?
4 Alleen zij die schone handen en zuivere harten hebben,
die zich niet inlaten met oneerlijkheid en leugens.
5 Zij zullen als een zegen van God
zijn goedheid in hun leven ervaren.
Die reikt Hij, hun verlosser, hun Zelf toe.
6 Zij mogen voor de Here komen staan
en Hem, de God van Jakob, hulde brengen.
7 Ga toch open, eeuwenoude poorten,
en laat de geëerde Koning binnen!
8 Wie die geëerde Koning is?
De Here, sterk en machtig,
onoverwinnelijk in de strijd!
9 Ja, zet de poorten wijd open
en laat de geëerde Koning binnengaan.
10 Wie die geëerde Koning is?
Hij is de Here van alle hemelse legers.
Hij is de Koning, die alle eer toekomt.
De bouw van de ark
37 Daarna bouwde Besaleël de ark. Hij bestond uit acaciahout en was 1,13 meter lang, 68 cm breed en 68 cm hoog. 2 Hij overtrok de binnenkant en de buitenkant met puur goud en maakte er een gouden lijst omheen. 3 Hij goot vier gouden ringen en bevestigde die aan de onderkant van de ark, twee aan elke kant. 4 Daarna maakte hij van acaciahout twee draagstokken, overtrok ze met goud 5 en stak ze door de ringen aan de zijkanten van de ark om hem zo te kunnen dragen.
6 Toen maakte hij van puur goud het verzoendeksel, 1,13 meter lang en 68 cm breed. 7 Daarna maakte hij twee gouden engelen en plaatste ze aan de beide korte kanten van het verzoendeksel. 8 Zij vormden een geheel met het verzoendeksel. 9 De engelen spreidden hun vleugels naar boven uit en bedekten zo het verzoendeksel. De gezichten van de engelen waren naar elkaar en op het verzoendeksel gericht.
10 Toen maakte hij van acaciahout de tafel, 90 cm lang, 45 cm breed en 68 cm hoog. 11 Hij overtrok hem met puur goud en maakte er een gouden lijst omheen, 12 een rand van 7,5 cm breed liep rond de rand van de tafel en had op zijn beurt ook weer een gouden lijst. 13 Hij goot vier gouden ringen en bevestigde die aan de buitenkant van de tafelpoten, 14 vlak onder de gouden rand. 15,16 Van acaciahout maakte hij draagstokken en hij overtrok ze met goud. Het verdere toebehoren van de tafel—de schotels, schalen, kommen en kannen—maakte hij van puur goud.
2 Blijf altijd bidden. Verslap daarin niet en toon de Here uw dankbaarheid. 3 Vergeet niet daarbij ook voor ons te bidden. Vraag God of Hij het woord dat wij doorgeven, duidelijk wil maken aan de mensen, zodat zij het geheim van Christus zullen begrijpen. Daarvoor zit ik nu immers ook in de gevangenis. 4 Dan zal ik in staat zijn het duidelijk over te dragen, zoals ook mijn opdracht is.
5 Gedraag u wijs tegenover de ongelovigen en gebruik elke gelegenheid om hun het goede nieuws door te geven. 6 Wees in uw spreken vriendelijk maar beslist, om zo iedereen een goed antwoord te geven.
7 Mijn goede vriend en broeder Tychikus, een trouwe werker die samen met mij de Here dient, zal u vertellen hoe het met mij gaat. 8 Ik stuur hem daarvoor speciaal naar u toe en ook om te zien hoe het met u gaat en om u te troosten en te bemoedigen. 9 Onesimus, ook een trouwe broeder, die bij u hoort, komt met hem mee. Zij zullen u precies vertellen hoe het hier gaat.
10 U moet de hartelijke groeten hebben van Aristarchus, mijn medegevangene, en van Marcus, de neef van Barnabas. Ik heb u al eerder gevraagd om Marcus met open armen te ontvangen wanneer hij naar u toekomt. 11 Verder doet Jezus, ook wel Justus genoemd, u de groeten. Deze drie zijn de enige Joodse gelovigen die hier met mij meewerken. Zij zijn een enorme steun voor mij geweest!
12 Epafras laat u ook groeten. Hij hoort bij u en is een goed dienaar van Christus Jezus. Hij spant zich echt voor u in door altijd vurig te bidden dat u sterke en volwassen gelovigen mag worden, die uitsluitend willen doen wat God van hen verlangt. 13 Ik ben er getuige van dat hij erg veel moeite voor u doet en vurig voor u bidt en ook voor de gelovigen van Laodicea en Hiërapolis.
14 Onze geliefde dokter Lucas laat u ook groeten, evenals Demas.
15 Wilt u namens mij de gelovigen te Laodicea groeten, in het bijzonder Nymfa en de gemeente die in haar huis samenkomt? 16 Als deze brief bij u is voorgelezen, laat hem dan ook in de gemeente van Laodicea voorlezen. En zorg ervoor dat u ook de brief leest die ik aan hen gestuurd heb. 17 Zeg tegen Archippus: ‘Zorg dat u de taak die de Here u heeft gegeven, goed uitvoert.’
18 Nu schrijf ik persoonlijk nog een laatste groet. Vergeet niet dat ik gevangen zit. Gods genade zij met u.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.