Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 95

95 Kom, laten wij lofliederen zingen
tot eer van de Here,
laten wij Hem loven,
want Hij is de rots van ons heil.
Laten wij met lofliederen naar Hem toegaan,
met snaarinstrumenten Hem prijzen.
De Here is een machtige God,
de grote Koning.
Er is niemand zoals Hij.
Hij beheerst de diepten van deze schepping
en reikt met zijn hand
tot aan de toppen van de bergen.
De zee en het land zijn van Hem,
want Hij heeft beide gemaakt.
Kom, laten wij ons buigen,
knielen en ons neerwerpen voor de Here,
die ons heeft gemaakt.
Hij is onze God
en wij horen bij het volk dat Hij leidt.
Als schapen volgen wij Hem.
Luister toch elke dag naar wat Hij u zegt.
‘Wees niet koppig,
zoals de mensen bij Massa en Meriba,
indertijd in de woestijn.
Uw voorouders hebben Mij toen uitgedaagd.
Zij stelden Mij op de proef,
hoewel zij mijn macht hadden gezien in wat Ik deed.
10 Veertig jaar lang heeft uw volk
Mij moeite gegeven.
Ik ergerde Mij aan hen.
Ten slotte zei Ik:
“Dit volk loopt voortdurend van Mij weg,
het wil Mij niet volgen.”
11 Daarom heb Ik, toen Ik toornig was,
gezworen dat het geen rust bij Mij zou vinden.’

Micha 7:8-20

Wees niet blij over mij, mijn tegenstandster, want hoewel ik ben gevallen, zal ik toch weer opstaan! Al zit ik in het donker, de Here zal voor mij een licht zijn. Ik zal de straf van de Here geduldig dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd. Uiteindelijk zal Hij mij verdedigen tegenover mijn vijanden en mij recht verschaffen. Hij zal mij van het donker naar het licht brengen en ik zal zien hoe Hij een rechtvaardig oordeel uitspreekt. 10 Zij die mij haat, zal het zien en zich schamen omdat zij eens spottend heeft gezegd: ‘Waar is nu de Here, die God van u?’ Dan zal ik op haar neerzien, wanneer zij als modder op straat wordt vertrapt.

11 Volk van God, uw steden zullen eens worden herbouwd, maar veel groter en ruimer dan vroeger. 12 Massaʼs mensen uit verschillende landen zullen dan naar u toekomen, zij komen van Assyrië tot Egypte, van Egypte tot de Eufraat, van de Dode Zee tot de Middellandse Zee en van verre heuvels en bergen. 13 Maar eerst zal de aarde veranderen in een woestenij vanwege de zonden van haar bevolking.

14 God, kom, regeer over uw volk en weid uw kudde. Laat de mensen leven in vrede en welvaart. Laat hen genieten van de vruchtbare weiden van Basan en Gilead, net als vroeger. 15 ‘Ja,’ antwoordt de Here. ‘Net als vroeger toen u uit Egypte trok, zal Ik weer grote wonderen voor u doen. 16 De hele wereld zal het zien en zich schamen over haar geringe macht. Zij zal verstomd staan en doof zijn voor wat rondom haar gebeurt.’

17 Iedereen zal op zijn buik door het stof kruipen als een slang, als een worm uit zijn hol tevoorschijn komen. Zij zullen bevend van angst hun burchten verlaten om de Here, onze God, te ontmoeten. Zij zullen diep ontzag voor U hebben. 18 Waar is een God als U, die de zonden van de overlevenden van zijn volk vergeeft? U kunt niet voor eeuwig boos blijven op uw volk, want U houdt ervan genadig te zijn. 19 U zult opnieuw medelijden met ons hebben. U zult onze zonden vertrappen onder uw voeten. Ja, U zult ze allemaal in de allerdiepste zee gooien. 20 U zult ons zegenen zoals U Jakob lang geleden hebt beloofd. En U zult ons uw goedheid tonen zoals U onze voorvader Abraham hebt toegezegd.

Markus 14:26-31

26 Tot slot zongen zij een lied tot eer van God en gingen daarna naar de Olijfberg. 27 ‘Jullie zullen je allemaal voor Mij schamen,’ zei Jezus. ‘Want in de Boeken staat: “Ik zal de herder doden en de schapen zullen uiteengejaagd worden.” 28 Maar als Ik uit de dood ben teruggekomen, zal Ik naar Galilea gaan en jullie daar ontmoeten.’ 29 Petrus zei tegen Hem: ‘Zelfs al zouden alle mensen zich voor U schamen, ik nooit!’ 30 ‘Petrus,’ zei Jezus. ‘Ik verzeker je dat jij vannacht drie keer zult zeggen dat je Mij niet kent, nog voor de haan twee keer heeft gekraaid.’ 31 ‘Zeggen dat ik U niet ken?’ viel Petrus uit. ‘Dat nooit! Al moest ik met U sterven!’ Ook de anderen zeiden dat zij dat nooit zouden doen.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.