Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
4 Een psalm van David voor de koordirigent. Te begeleiden met snarenspel.
2 O God, luister naar mij nu ik tot U roep.
U laat mij toch altijd tot mijn recht komen!
Toen ik in de knel zat,
hebt U mij ruimte gegeven.
Heb ook nu medelijden met mij,
luister naar mijn gebed!
3 De Here God vraagt:
‘Mensenkinderen,
wanneer houden jullie er mee op
mijn eer te grabbel te gooien
door levenloze afgoden te aanbidden?
Hoelang blijven jullie nog
zinloze dingen najagen?
Het is allemaal bedrog!’
4 Luister goed:
de Here heeft mij voor Zichzelf bestemd,
daarom zal Hij naar mij luisteren
en mij antwoord geven wanneer ik tot Hem roep.
5 Als u boos wordt,
zondig dan niet tegen de Here.
Als u ʼs nachts wakker ligt,
overdenk dan in alle rust zijn woord.
6 Heb volkomen vertrouwen in de Here
en bied Hem uw offers aan
zoals die zijn voorgeschreven.
7 Veel mensen zeggen dat God niet zal helpen.
Here, toont U hun dat zij het mis hebben
door uw licht op ons te laten schijnen!
8 Ja, de blijdschap die U mij hebt gegeven,
gaat dieper dan hun vreugde,
wanneer zij in de oogsttijd hun rijke opbrengst overzien.
9 Ik ga rustig liggen en slaap vredig in,
ik weet dat alleen U mij beschermt, Here!
De genezing van een verlamde
3 Op een middag omstreeks drie uur, het Joodse gebedsuur, gingen Petrus en Johannes naar de tempel. 2 Toen zij daar aankwamen, zagen zij een man die al sinds zijn geboorte verlamd was. Elke dag werd hij naar de Mooie Poort (een van de tempelpoorten) gedragen om daar te bedelen. 3 Toen Petrus en Johannes de tempel wilden binnengaan, vroeg hij hun om geld. 4 Zij keken hem aandachtig aan en Petrus zei: ‘Kijk ons aan!’ 5 De man keek hen aan in de verwachting iets van hen te krijgen. 6 ‘Geld heb ik niet,’ zei Petrus, ‘maar wat ik heb, geef ik u. In de naam van Jezus Christus uit Nazareth, sta op en loop!’
7 Hij pakte hem bij de rechterhand en trok hem overeind. Op hetzelfde moment werden de voeten en enkels van de man stevig en sterk. 8 Hij sprong op, stond even stil en begon toen te lopen. Daarna ging hij lopend met hen de tempel binnen en danste van blijdschap en loofde God. 9 Alle mensen zagen hem lopen en hoorden hoe hij God prees. 10 Vol verbazing herkenden zij hem als de verlamde man die altijd bij de Mooie Poort zat te bedelen. Wat met hem gebeurd was, ging hun verstand te boven.
24 Zij kregen ook een meningsverschil over de vraag wie van hen de belangrijkste in het Koninkrijk van God zou zijn. 25 Jezus kwam tussenbeide en zei: ‘In deze wereld doen de koningen en heersers met hun onderdanen wat ze willen. En de onderdanen moeten het maar goed vinden. 26 Maar onder jullie mag dat niet zo zijn. 27 Wie van jullie het meeste dient, zal je leider zijn. In de wereld zit de meester aan tafel en laat zich door zijn knechten bedienen. Maar hier is het anders. Ik ben jullie Dienaar. 28 Jullie zijn Mij in deze vreselijk moeilijke dagen altijd trouw gebleven. 29 Daarom zullen jullie mogen eten en drinken aan mijn tafel in het koninkrijk dat mijn Vader Mij heeft gegeven. 30 Jullie zullen op tronen zitten om recht te spreken over de twaalf stammen van Israël.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.