Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Complementary)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with thematically matched Old and New Testament readings.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 90:1-8

90 Deze psalm is een gebed van Mozes, de vriend van God.

Here,
van generatie op generatie
hebben wij onze hulp en kracht bij U gezocht.
Al voordat U de bergen schiep,
was U God.
Voordat U de aarde schiep,
was U God.
Vanuit de eeuwigheid van oudsher
tot in de eeuwigheid in de verre toekomst,
bent U God.
U laat de mens sterven
en vergaan tot stof.
U zegt:
‘Word weer stof, mensenkinderen.’
Duizend jaar
betekenen niets voor U,
zij zijn voor U
als wat een dag is voor ons,
voor U zijn ze
in een oogwenk voorbij.
Jaren gaan aan U voorbij
als een kort moment van insluimeren
bij het ontwaken ʼs morgens,
als gras dat snel groeit.
ʼs Morgens groeit en bloeit het nog
en ʼs avonds verdort het alweer.
Precies zo vergaat het ons
als uw toorn over ons komt.
Deze vernietigt ons.
U ziet onze zonden scherp voor U.
Onze meest verborgen zonden
komen bij U aan het licht.

Psalmen 90:9-11

Zo eindigt ons leven
onder uw boosheid.
De jaren van ons leven
gaan als een zucht voorbij.
10 Onze gemiddelde leeftijd
is zeventig jaar.
Alleen de zeer sterke mensen
worden tachtig jaar.
Alles waarop wij trots waren,
blijkt toch alleen maar moeite en verdriet
met zich mee te brengen.
Het leven vliegt voorbij
en voor we het weten
zijn we gestorven.
11 Wie kent de kracht van uw toorn
en de omvang van uw ergernis?

Psalmen 90:12

12 O God, leer ons zo te leven
dat wij ons uiteindelijk
de wijsheid eigen maken.

Ezechiël 6

Profetie tegen de bergen van Israël

Opnieuw kwam er een boodschap van de Here: ‘Mensenzoon, kijk naar de bergen van Israël en profeteer tegen hen. Zeg tegen hen: “Bergen van Israël, luister naar de boodschap van de Oppermachtige Here voor u en voor de rivieren en de dalen: Ik, de Here, zal oorlog over u brengen en uw afgoden vernietigen. 4,5 Uw heidense altaren zullen worden verwoest en uw wierookbranders verbrijzeld. Uw mensen zal Ik voor uw afgodsbeelden afslachten en hun lijken daar laten liggen. Hun beenderen zullen rond uw altaren worden gestrooid.

Overal waar u woont, zullen de steden verwoest en de offerplaatsen vernietigd worden. Uw altaren zullen verlaten zijn, uw afgodsbeelden en uw reukwerkbranders zullen verbrijzeld zijn. Doden zullen er onder u vallen, zodat u zult erkennen dat Ik de Here ben. Wel zal Ik een klein deel van mijn volk sparen en dat verspreiden onder de volken van de aarde. En zij die onder de volken zijn verbannen, zullen aan Mij terugdenken en zich herinneren hoe zij met hun overspelige harten en hun liefde voor afgoden Mij hebben bedroefd. Dan zullen zij zich schamen over het kwaad dat zij hebben bedreven en over hun weerzinwekkende gedrag. 10 Dan zal hun duidelijk worden dat alleen Ik de Here ben en dat Ik niet voor niets heb gedreigd dat hun dit alles zou overkomen.

11 De Oppermachtige Here zegt: hef uw handen omhoog van afschuw en schud uw hoofd in diep berouw en zeg: wat hebben wij een goddeloze dingen gedaan! Want zij zullen omkomen door oorlog, honger en ziekten. 12 Ziekten zullen hen treffen die in ballingschap zijn. Oorlog zal hen vernietigen die in het land Israël blijven. En allen die het overleven, zullen sterven van de honger. Ik zal mijn toorn op hen loslaten. 13 Als hun doden verspreid liggen tussen de altaren en afgodsbeelden op de heuvels en bergen en onder alle groene bomen waar zij reukwerk aan hun afgoden offerden, dan zullen zij beseffen dat alleen Ik de Here ben.

14 Ik zal hard tegen u optreden en Ik zal u wegvagen en uw steden verwoesten, van de woestijn in het zuiden tot aan Ribla in het noorden. Dan zult u erkennen dat Ik de Here ben.”’

Openbaring 16:1-7

De zeven engelen

16 Ik hoorde een stem uit de tempel die de zeven engelen het bevel gaf: ‘Ga de zeven schalen met Gods toorn uitgieten over de aarde.’

De eerste engel verliet de tempel en goot zijn schaal over de aarde uit. De mensen die het merkteken van het beest hadden en zijn beeld aanbaden, kregen vreselijke, kwaadaardige zweren. De tweede engel goot zijn schaal over de zee uit. Het zeewater veranderde in bloed als van een dode en alles wat in de zee leefde, ging dood. De derde engel goot zijn schaal uit over de rivieren en de waterbronnen en al het water werd bloed. Ik hoorde de engel van het water zeggen: ‘Rechtvaardige God, die is en die was, het is goed dat U deze oordelen over de wereld laat komen. Nu krijgen de mensen die het bloed van uw kinderen en profeten vergoten hebben, bloed te drinken. Dat is hun verdiende loon.’ En ik hoorde het altaar zeggen: ‘Ja, Here, Almachtige God, Heerser over alles, uw oordelen zijn betrouwbaar en rechtvaardig.’

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.