Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Complementary)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with thematically matched Old and New Testament readings.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 95:1-7

Psalm 95

Kom, laten we juichen voor de Heer.
Want Hij is de rots onder onze voeten.
Bij Hem zijn we veilig.
Laten we een danklied voor Hem zingen,
voor Hem juichen met muziek.
Want de Heer is een geweldige God,
een geweldige Koning.
Geen god is als Hij.
Hij heerst over de diepten van de aarde.
Van Hem zijn de toppen van de bergen.
De zee en het land zijn door Hem gemaakt.
Daarom zijn ze van Hem.
Kom mee naar de Heer,
laten we ons diep voor Hem buigen.
Laten we knielen voor de Heer die ons heeft gemaakt.
Want Hij is onze God en wij zijn zijn volk.
Hij is de Herder en wij zijn zijn schapen.
Wanneer je vandaag zijn stem hoort, luister dan naar Hem!

1 Kronieken 17:1-15

God belooft David een troonopvolger

17 David was in zijn paleis gaan wonen. Op een dag zei hij tegen de profeet Natan: "Kijk toch eens! Ik woon in een paleis van cederhout, maar de kist van het verbond van de Heer staat in een tent!" Toen zei Natan tegen de koning: "Doe wat u op uw hart heeft, want God is met u."

Maar die nacht zei de Heer tegen Natan: "Ga naar David en zeg tegen hem: Dit zegt de Heer: Jij zal geen huis voor Mij bouwen. Ik heb toch geen huis gehad vanaf de dag dat Ik de Israëlieten uit Egypte meenam, tot nu toe? Ik heb altijd rondgereisd en in een tent gewoond. Heb Ik ooit, terwijl Ik met de Israëlieten rondreisde, tegen één van de leiders van Israël gezegd: 'Waarom bouw je geen huis van cederhout voor Mij?' Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Ik heb je bij je schapen vandaan gehaald om je koning te maken van mijn volk Israël. Ik ben met je geweest bij alles wat je deed. Ik heb al je vijanden voor je gedood. Ik heb jou net zo beroemd gemaakt als de andere machtige koningen van de aarde. Ik heb mijn volk Israël een eigen gebied gegeven om te wonen. Daar heb Ik mijn volk geplant en een vaste plaats gegeven, zoals je een boom plant en een vaste plaats geeft. Daar zal mijn volk rustig kunnen wonen. Het zal niet meer worden opgejaagd of onderdrukt door wrede volken, 10 zoals vroeger gebeurde in de tijd dat Ik steeds leiders over mijn volk Israël aanwees.[a] Ik heb al je vijanden verslagen. Nu zal Ik voor jou een huis bouwen.[b] 11 Als jouw tijd voorbij is en je gestorven bent, zal Ik jouw eigen zoon koning maken. 12 En híj zal voor Mij een huis bouwen. Ik zal ervoor zorgen dat altijd één van zijn zonen koning zal zijn. 13 Ik zal zijn Vader zijn en hij zal mijn zoon zijn. Ik zal hem nooit verlaten, zoals Ik Saul heb verlaten.[c] 14 Zijn familie en zijn koningschap zullen altijd blijven bestaan. Altijd zal één van zijn zonen koning zijn." 15 En Natan zei dit tegen David, precies zoals hij het van God had gehoord.

Openbaring 22:1-9

Het nieuwe Jeruzalem (vervolg)

22 En de engel liet mij een rivier zien van water dat levend maakt. Het water was zo helder als kristal. Het stroomde uit de troon van God en van het Lam, midden door de straat van de stad. En midden op de straat en aan beide kanten van de rivier stonden levensbomen. Daar groeien twaalf keer per jaar vruchten aan, elke maand een keer. De bladeren genezen de volken. Er zal geen vervloeking meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar staan. Gods dienaren zullen Hem dienen. Ze zullen zijn gezicht zien[a] en zijn naam zal op hun voorhoofd staan. Er zal geen nacht meer zijn. En ze hebben geen lamp of zon meer nodig, want de Heer God zal hun licht zijn. En ze zullen voor eeuwig als koningen heersen.

Jezus komt terug

Jezus zei tegen mij: "Deze woorden zijn waar. Alles wat gezegd is, zal gebeuren. De Heer, de God van de profeten, heeft zijn engel gestuurd om aan zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort moet gebeuren. Let op, Ik kom gauw! Het is heerlijk voor de mensen als ze goed luisteren naar de profetische woorden van dit boek!"

Ik, Johannes, heb al deze dingen gehoord en gezien. En toen ik dit allemaal gehoord en gezien had, liet ik mij op de grond vallen, aan de voeten van de engel die het mij had laten zien. Ik wilde hem aanbidden. Maar de engel zei tegen mij: "Doe dat niet! Ik ben een dienaar, net als jij en je broeders. En net als de profeten en alle andere mensen die goed luisteren naar de woorden van dit boek. Aanbid God!"

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016