Revised Common Lectionary (Complementary)
Psalm 111
1 Halleluja! Ik zal de Heer van harte prijzen.
Ik prijs Hem wanneer de mensen die van Hem houden
naar de bijeenkomst komen.
2 De Heer doet geweldige dingen.
De mensen die daarvan genieten, denken er steeds aan.
3 Aan alles wat Hij doet is te zien hoe machtig Hij is.
Hij is altijd rechtvaardig, voor eeuwig.
4 Hij zorgt ervoor dat niemand zijn wonderen vergeet.
Hij is goed en liefdevol voor de mensen.
5 De mensen die ontzag voor Hem hebben
geeft Hij altijd genoeg te eten.
Hij houdt Zich voor eeuwig aan zijn verbond.
6 Hij liet zijn volk zien hoe machtig Hij is:
Hij gaf de landen van andere volken aan zijn eigen volk.
7 Alles wat Hij doet, is goed en rechtvaardig.
Alles wat Hij zegt, is te vertrouwen.
8 Zijn wetten gelden voor eeuwig.
Ze zijn goed en rechtvaardig.
9 Hij heeft zijn volk gered.
Hij heeft met hen een eeuwig verbond gesloten.
Hij is indrukwekkend en heilig.
10 Als je wijs wil worden, heb dan ontzag voor de Heer.
Dat is het begin van alle wijsheid.
De Heer moet voor eeuwig geprezen worden.
De Levieten worden geteld
34 Toen telden Mozes en Aäron de Kehatieten, per familie. 35 Er waren 2750 mannen tussen de 30 en de 50 jaar. 36+37 Dat is het aantal Kehatieten dat door Mozes en Aäron werd geteld. Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting, zoals de Heer het Mozes had bevolen.
38 Ze telden ook de Gersonieten, per familie. 39 Er waren 2630 mannen tussen de 30 en de 50 jaar. 40+41 Dat is het aantal Gersonieten dat door Mozes en Aäron werd geteld. Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting, zoals de Heer het Mozes had bevolen.
42 Ze telden ook de Merarieten, per familie. 43 Er waren 3200 mannen tussen de 30 en de 50 jaar. 44+45 Dat is het aantal Merarieten dat door Mozes en Aäron werd geteld. Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting, zoals de Heer het Mozes had bevolen.
46 In totaal hadden Mozes en Aäron met de leiders van Israël 8580 mannen geteld tussen de 30 en de 50 jaar. 47+48 Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting en helpen met het dragen, zoals de Heer het Mozes had bevolen.
49 Aan alle mannen die geteld waren, werd precies verteld wat hun taak was, zoals de Heer aan Mozes bevolen had.
Mensen die niet rein zijn, moeten het tentenkamp uit
5 De Heer zei tegen Mozes: 2 "Zeg tegen de Israëlieten dat ze alle mensen met een besmettelijke huidziekte[a] uit het tentenkamp moeten wegsturen. Ook alle mensen die bloed verliezen en alle mensen die onrein zijn doordat ze een dode hebben aangeraakt. 3 Al die mannen en vrouwen moeten jullie het tentenkamp uit sturen, zodat het tentenkamp niet onrein wordt door hen. Want Ik woon bij jullie." 4 Toen stuurden de Israëlieten hen het tentenkamp uit, zoals de Heer tegen Mozes gezegd had.
Een goed soldaat van Jezus Christus
2 Timoteüs, mijn zoon, wees sterk door Jezus' liefde en kracht voor jou. 2 Wat je samen met veel andere mensen van mij hebt geleerd, moet jij weer leren aan betrouwbare mensen. Dan kunnen zij het zelf óók weer aan anderen leren.
3 Een goed soldaat is niet bang om te lijden. Zorg dat je een goed soldaat van Jezus Christus zal zijn. 4 Tijdens de strijd houdt geen één soldaat zich bezig met de gewone dagelijkse dingen. Hij heeft maar één doel: degene voor wie hij strijdt, moet tevreden over hem kunnen zijn. 5 En als iemand meedoet aan een wedstrijd, wint hij de prijs alleen als hij zich aan de spelregels heeft gehouden. 6 En een boer mag na zijn werk als eerste eten van de oogst van zijn land. Dat is zijn beloning. 7 Luister goed naar wat ik zeg. De Heer zal je in alles wijsheid geven.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016