Print Page Options Listen to Reading
Previous Prev Day Next DayNext

The Daily Audio Bible

This reading plan is provided by Brian Hardin from Daily Audio Bible.
Duration: 731 days

Today's audio is from the NLT. Switch to the NLT to read along with the audio.

Het Boek (HTB)
Version
Deuteronomium 33

De zegen van Mozes voor het volk

33 Dit is de zegen die Mozes, de man van God, het volk Israël voor zijn dood gaf:

‘De Here is bij de berg Sinaï naar ons toegekomen. Hij liet zijn licht over ons opgaan vanaf de berg Seïr. Hij scheen op ons vanaf de berg Paran, omgeven door tienduizenden heilige engelen en met een brandend vuur aan zijn rechterzijde. Hij heeft de volken lief. Zijn heiligen rusten in zijn handen. Zij traden in uw voetsporen, Here, en zij kregen hun aanwijzingen van U. De wetten die Mozes heeft gegeven, zijn het kostbaarste bezit van Jakobs volk. De Here werd Koning over het rechtschapen Israël, toen wij Hem kozen in een bijeenkomst van de stamleiders!
Laat Ruben eeuwig leven en moge zijn stam groeien!’
En Mozes zei van Juda: ‘Here, luister naar de stem van Juda en verenig hem met zijn volk, vecht voor hem tegen zijn vijanden.’
Toen zei Mozes over de stam Levi: ‘Geef Levi uw orakelstenen, de Urim en Tummim. Bij Massa en Meriba stelde U Levi op de proef, hij gehoorzaamde uw opdrachten en vernietigde vele zondaars, zelfs zijn eigen kinderen, broers, vaders en moeders. 10 De Levieten zullen Israël onderwijzen in uw wetten en zullen voor U werken bij het reukaltaar en het brandofferaltaar.
11 Och Here, geef de Levieten voorspoed en aanvaard het werk dat zij voor U doen. Vernietig hun vijanden, zodat die nooit meer opstaan.’
12 Over de stam Benjamin zei Mozes: ‘Hij wordt door de Here bemind en leeft veilig aan zijn zijde. God omringt hem met voortdurende zorg en beschermt hem tegen alle kwaad.’
13 Over de stam Jozef zei hij: ‘Moge de Here zijn land zegenen met de grootste gaven van de hemelen en de aarde. 14 Moge hij worden gezegend met het beste dat de zon laat groeien en dat van maand tot maand verder opbloeit. 15 Met de beste opbrengsten van de oude bergen en van de eeuwige heuvels. 16 Moge hij worden gezegend met de beste gaven van de aarde en haar rijkdom. En met het welbehagen van Hem die in de brandende braamstruik verscheen. Laat al deze zegeningen over Jozef komen, hij is een prins onder zijn broers. 17 Hij lijkt op een mooie en sterke eerstgeboren stier en heeft de horens van een wilde os. Daarmee stoot hij alle volken van de wereld neer. Dit zijn de tienduizenden van Efraïm en de duizenden van Manasse.’
18 Over de stam van Zebulon zei Mozes: ‘Verheug u, Zebulon, over uw tochten en ondernemingen.
En Issachar, verheug u over uw tenten! 19 Zij zullen het volk bij de berg samenroepen om hun offers van de opbrengsten van zee en land met hen te vieren.’
20 Over de stam van Gad zei Mozes: ‘Gezegend zijn zij die Gad helpen. Hij legt zich neer als een oude leeuw en verscheurt de arm en ook de schedel. 21 Hij koos het beste deel van het land voor zichzelf, want dat was bewaard voor de leider. Hij leidde het volk, omdat hij de straffen van de Here voor Israël uitvoerde.’
22 Over de stam van Dan zei Mozes: ‘Dan is een leeuwenwelp, die vanuit Basan tevoorschijn springt.’
23 En over de stam van Naftali zei hij: ‘O, Naftali, u bent overladen met alle zegeningen van de Here, het gebied van het meer van Galilea en de Negev vormen uw thuis.’
24 En over de stam van Aser zei hij: ‘Aser is de meest geliefde zoon en zijn broers waarderen hem. Hij baadt zijn voet in olie.
25 Mogen ijzeren en koperen grendels u beschermen en moge uw kracht net zo groot zijn als uw leven lang is!’
26 ‘Er bestaat niemand die gelijk is aan de God van het rechtschapen Israël, Hij rijdt op de wolken en vanuit de hoogte helpt Hij u. 27 De eeuwige God is uw toevluchtsoord en zijn eeuwige armen ondersteunen u. Hij drijft uw vijanden voor u uit en roept u toe: “Vernietig hen!” 28 Daarom leeft Israël veilig en ongestoord en heeft voorspoed in een land van koren en wijn, terwijl de hemel het land bevochtigt met dauw. 29 Uw geluk is groot, Israël! Wie is aan u gelijk? U bent een volk, dat verlost is door de Here. Hij is uw schild en uw helper! Hij is uw machtige zwaard! Uw vijanden zullen diep voor u buigen en u zult over hun heuvels heersen!’

Lukas 13:1-21

Een oproep tot bekering

13 In diezelfde tijd hoorde Jezus dat Pilatus een paar Joden uit Galilea had laten doden, terwijl ze in de tempel van Jeruzalem hun offers brachten. ‘Denkt u dat zij slechter waren dan de andere mensen uit Galilea vanwege hetgeen hun is overkomen?’ vroeg Hij. ‘Nee, zeg ik u! Maar het zal met u allemaal net zo slecht aflopen, als u niet gaat leven zoals God wil. En de achttien mannen die verongelukten toen de toren van Siloam op hen viel? Waren die soms slechter dan de anderen in Jeruzalem? Nee! Als u niet gaat leven zoals God wil, loopt het met u net zo slecht af.’

Om een en ander duidelijk te maken, vertelde Hij hun een gelijkenis. ‘Iemand had een vijgenboom in zijn tuin geplant en ging regelmatig kijken of er al vijgen aankwamen. Maar, nee, er was geen vijg te zien. Ten slotte zei hij tegen zijn tuinman: “Hak die boom om. Ik wacht nu al drie jaar en heb nog steeds geen vijg gezien. Ik heb er genoeg van. Die boom neemt alleen maar plaats in. Wij kunnen die grond beter voor iets anders gebruiken.” “Laat hem nog één jaar staan,” antwoordde de tuinman. “Ik zal hem extra goed verzorgen en mest geven. Stel u voor dat er volgend jaar vijgen aan komen. Als het niet helpt, moeten we hem inderdaad omhakken.” ’

Een genezing op de sabbat

10 Toen Jezus op een sabbat in een synagoge sprak, 11 viel zijn oog op een vrouw die helemaal krom liep. Zij had deze ziekte al achttien jaar en kon helemaal niet rechtop lopen. 12 Jezus riep haar bij Zich en zei: ‘U bent van uw ziekte verlost.’ 13 Hij legde zijn handen op haar en op hetzelfde moment werd haar rug recht. De vrouw loofde en dankte God. 14 Maar de leider van de synagoge was boos, omdat Jezus de vrouw op de sabbat had genezen. ‘De week heeft zes dagen om te werken!’ zei hij tegen de mensen. ‘Dan kunt u komen om genezen te worden. Maar niet op de sabbat!’ 15 ‘Huichelaar!’ antwoordde Jezus. ‘U werkt nota bene zelf op de sabbat! Maakt u soms niet op de sabbat uw vee los van de voerbak om het buiten te laten drinken? 16 Mocht Ik deze gelovige vrouw dan niet verlossen uit de greep van Satan, die haar achttien jaar gevangen heeft gehouden? Enkel en alleen omdat het sabbat is?’ 17 Zijn tegenstanders schaamden zich. Maar de andere mensen waren heel blij over de geweldige dingen die Hij deed.

Gelijkenissen over het Koninkrijk van God

18 Hij zei tegen de mensen: ‘Hoe kan Ik u duidelijk maken wat het Koninkrijk van God is? Ik zal het doen aan de hand van een vergelijking. 19 Het Koninkrijk van God is als een mosterdzaadje dat door iemand in de tuin wordt gezaaid. Het begint te groeien en wordt ten slotte een grote boom waarin de vogels kunnen nestelen.’ 20 Hij gaf nog een vergelijking. 21 ‘Het Koninkrijk van God is als gist. Je doet een beetje in een hoop meel en na een tijdje is het deeg door en door gegist.’

Psalmen 78:65-72

65 Toen werd de Here wakker,
net als een soldaat die van de wijn in slaap gevallen was.
66 Hij sloeg zijn tegenstanders van achteren neer
en versloeg hen smadelijk.
67 Hij kwam niet terug bij de stammen van Jozef.
Efraïm werd niet meer uitgekozen.
68 Hij koos de stam van Juda,
de berg Sion, waarvan Hij zoveel houdt.
69 Daar bouwde Hij zijn nieuwe huis,
het stond er net zo vast als de aarde na de schepping.
70 Zijn knecht David koos Hij uit
en Hij haalde hem weg achter de schapen.
71 Hij hoefde geen schapen meer te weiden, maar nu een volk.
Het volk van Jakob, Israël, werd zijn nieuwe kudde.
72 David weidde het volk met een oprecht hart
en gaf het kundig leiding.

Spreuken 12:25

25 Zorgen maken het hart van een mens verdrietig, maar een bemoedigend woord maakt het weer blij.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.