Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Book of Common Prayer

Daily Old and New Testament readings based on the Book of Common Prayer.
Duration: 861 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 82

82 Een psalm van Asaf.

God staat te midden van de bijeenkomst van de goden,
Hij treedt in hun midden als rechter op.
Het lijkt wel of U de ongelovigen recht verschaft
en ons niet. Hoelang moet dat nog duren?
Spreek uw oordeel uit over armen en wezen,
laat het recht zegevieren voor de armzaligen
en hen die niets hebben.
Bevrijd de man die wordt vernederd en de arme,
red hen uit de handen van de misdadigers.
Zij zijn dom en kunnen niets vatten,
zij lopen in het donker en de aarde wankelt onder uw voeten.
Toch heb Ik gezegd:
‘U bent goden, kinderen van de Allerhoogste, allemaal.’
Net als andere mensen zullen zij sterven
en vallen als overwonnen koningen.
Kom, God, spreek recht over de aarde.
Alle volken zijn immers van U?

Psalmen 87

87 Een psalm van de Korachieten. Een lied.

Jeruzalem ligt op de heilige bergen.
De Here houdt van haar poorten,
meer dan van alle andere steden in het land Israël.
Stad van God!
Er zijn geweldige dingen over u te vertellen.
Wanneer Ik de namen noem
van Egypte, Babel, Filistea, Tyrus
of zelfs van Ethiopië,
is er altijd wel iemand die daar geboren is.
Maar van Jeruzalem zal worden gezegd
dat er velen geboren zijn.
God, de Allerhoogste, zal Zelf deze stad zegenen.
Wanneer de Here de volken registreert,
schrijft Hij erbij: ‘Dit volk is hier geboren.’
Tijdens hun feesten en onder het dansen
zingen zij: ‘Mijn hart ligt in Jeruzalem.’

Jesaja 52:7-12

Wat heerlijk zijn op de bergen de voeten van de brengers van het goede nieuws van vrede en heil, het nieuws dat de God van Israël regeert. De wachtposten schreeuwen en zingen van blijdschap, want met hun eigen ogen zien zij hoe de Here God zijn volk weer naar huis terugbrengt. Laten de ruïnes van Jeruzalem uitbarsten in blij gezang, want de Here heeft zijn volk getroost. Hij heeft Jeruzalem verlost. 10 Aan alle volken heeft de Here laten zien hoe machtig Hij is, de verste uithoeken van de aarde zullen het heil van onze God zien. 11 Ga uit, ga daar weg, raak het onreine niet aan. Laat Babel en alles wat het belichaamt, ver achter u. Het is onrein voor u. U bent het heilige volk van de Here, reinig uzelf, allen die vaten van de Here naar zijn huis dragen. 12 U zult niet haastig vertrekken, rennend voor uw leven, want de Here zal voor u uit gaan en Hij, de God van Israël, zal u van achteren beschermen.

Hebreeën 2:5-10

De toekomstige wereld waarover wij spreken, zal niet geregeerd worden door engelen. Nee, want David zegt tegen God: ‘Wat is de mens, dat U zoveel om hem geeft? Wat is een mensenkind dat U Zich om hem bekommert? Hoewel U hem een korte tijd lager dan de engelen hebt gezet, hebt U hem nu gekroond met heerlijkheid en eer. En U hebt hem het beheer gegeven over alles wat er is.’ Toen God dit zei, bedoelde Hij ook dat alles aan hem onderworpen zou zijn, niets uitgezonderd. Wij hebben nog niet gezien dat het al zover is, maar wij zien Jezus wel. Hij heeft gedurende een tijd lager dan de engelen gestaan omdat Hij sterven moest, maar is nu door God met heerlijkheid en eer gekroond, omdat Hij door Gods genade voor ons de dood is ingegaan.

10 Het was juist en goed dat God, die alles ter wille van Zichzelf heeft gemaakt, Jezus heeft laten lijden, waardoor vele van zijn zonen in zijn heerlijkheid konden delen. Door zijn lijden is Jezus hun volmaakte leider geworden, de enige die hen kon redden.

Psalmen 110

110 Een psalm van David.

Dit sprak de Here tot mijn Heer:
‘Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand,
totdat Ik uw vijanden aan u onderworpen heb.’
De Here laat u machtig heersen vanuit Sion.
U bent de overwinnaar over al uw tegenstanders.
Uw volk volgt u graag
als u het oproept voor de strijd.
Al heel vroeg in de morgen verschijnen
de sterke jongemannen in prachtige kleding.
De Here heeft een eed afgelegd
waarvan Hij nimmer spijt krijgt:
‘U bent de eeuwige priester,
zoals ook Melchisedek mijn priester was.’
De Here is aan uw rechterzijde
en verlaat u niet.
Op de dag van zijn toorn
vernietigt Hij de koningen van deze aarde.
Hij spreekt het vonnis over de ongelovigen uit
en de lijken stapelen zich op.
Hij vernietigt hen, waar zij ook zijn.
Onderweg lest Hij zijn dorst bij een beek
en Hij draagt het hoofd fier opgeheven.

Psalmen 132

132 Een bedevaartslied.

Here, denk toch aan alle moeite
die David heeft doorstaan.
Hoe hij heeft gezworen aan de Here
en een belofte heeft gedaan aan de machtige God van Jakob.
Hij zei: ‘Ik meen het,
ik zal mijn huis niet meer binnengaan
en niet meer naar bed gaan,
en ik zal de slaap niet vatten
eer ik voor de Here een plaats heb gevonden,
waar Hij kan wonen.
Een woonplaats voor de machtige God van Jakob.’
Weet u,
wij hoorden in Efrata al
over zijn woning spreken
en vonden haar in de velden van Jaär.
Laten wij zijn huis binnengaan
en ons diep voor Hem buigen.
Here, sta op en ga naar uw rustplaats,
U en de ark die spreekt van uw kracht.
Laten uw priesters zich kleden in rechtvaardigheid
en uw volgelingen jubelen over uw grootheid.
10 Keer U niet af van uw uitverkorene,
ter wille van uw dienaar David.
11 De Here heeft David een kostbare belofte gedaan
die Hij nooit zal verbreken.
Hij zei: een van uw eigen nakomelingen
zal Ik koning maken.
12 Als uw zonen zich aan mijn wet houden
en spreken over alles wat Ik hun leer,
zullen ook hun kinderen weer regeren.
13 Want de Here heeft Jeruzalem uitgekozen.
Daar wilde Hij graag wonen.
14 Hij zei: ‘Dit is de plaats
waar Ik altijd rust zal vinden.
Hier wil ik graag wonen.
15 Het eten in deze stad zal Ik zegenen
en de armen die er wonen,
zal Ik volop te eten geven.
16 De priesters van Jeruzalem
zullen mijn bevrijding kennen
en de gelovigen zullen blij jubelen.
17 In Jeruzalem zal Ik David sterk maken.
Door hem die Ik uitkies,
zal het licht schijnen.
18 Zijn vijanden zal Ik met schande overladen,
maar hij zelf zal een stralende kroon dragen.’

Johannes 1:9-14

het echte licht, dat in de wereld kwam om iedereen te verlichten. 10 Het Woord kwam in de wereld en heeft de wereld gemaakt, maar de wereld wilde niets van het Woord weten. 11 Hij kwam in zijn eigen land, maar zijn eigen volk heeft Hem niet aanvaard. 12 Maar allen die Hem wel aanvaard hebben en geloven in zijn Naam, heeft Hij het recht gegeven kinderen van God te worden. 13 Zij worden opnieuw geboren, niet op natuurlijke wijze of vanuit menselijk verlangen of omdat een mens dat wil, maar zij zijn uit God geboren. 14 Het Woord werd een mens en leefde een tijdlang onder ons. Hij was vol genade en waarheid en wij hebben gezien hoe groot Hij is, de enige Zoon van de hemelse Vader.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.