Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Book of Common Prayer

Daily Old and New Testament readings based on the Book of Common Prayer.
Duration: 861 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 146-147

Psalm 146

Halleluja! Prijs de Heer!
Ik zal de Heer prijzen, mijn leven lang.
Zo lang ik leef, zal ik voor Hem zingen.

Vertrouw niet op koningen,
op sterfelijke mensen.
Zij kunnen je niet redden.
Als je je laatste adem uitblaast, word je weer stof.
Dan komt er een einde aan al je plannen.
Het is heerlijk
als de God van Jakob je Helper is,
als je vertrouwt op je Heer God,
die de hemel en de aarde heeft gemaakt
en de zee met alles wat daarin is.
Hij is trouw, voor altijd en eeuwig.
Hij komt op voor mensen in nood.
Hij geeft eten aan mensen die honger hebben.
Hij bevrijdt de mensen die gevangen zitten.
Hij maakt dat blinde mensen weer kunnen zien.
Hij troost de bedroefde mensen.
De Heer houdt van de mensen die leven zoals Hij het wil.
Hij beschermt de vreemdelingen in het land.
Hij zorgt voor de weeskinderen en de weduwen.
Maar als mensen zich niets van Hem aantrekken,
zorgt Hij ervoor dat er van hun plannen niets terecht komt.

10 De Heer is Koning, voor eeuwig.
Sion, jouw God is Koning voor eeuwig en altijd.

Psalm 147

Prijs de Heer!
Het is goed om voor onze God te zingen.
Hij heeft er recht op dat wij Hem eren met een lied.
De Heer bouwt Jeruzalem weer op.
Hij brengt de mensen terug naar Israël.[a]
Hij troost de bedroefde mensen.
Hij verbindt hun wonden.

Hij bepaalt hoeveel sterren er zijn.
Hij heeft ze allemaal een naam gegeven.
Onze Heer is geweldig,
zijn kracht is heel groot.
Zijn wijsheid is grenzeloos.
De Heer zorgt voor de nederige mensen.
Maar mensen die zich niets van Hem aantrekken, vernietigt Hij.

Zing voor de Heer een danklied,
maak voor onze God muziek op de citer.
Zing voor Hem die de wolken maakt,
die regen geeft aan de aarde,
die het gras doet groeien op de bergen,
die het vee te eten geeft,
die de jonge vogels voert als ze roepen.
10 Hij wil niet dat je op mensen vertrouwt,
op de kracht van je leger,
op je aantallen paarden.
11 Maar Hij wil dat je ontzag voor Hem hebt
en vertrouwt op zijn liefde.

12 Jeruzalem, wees blij over de Heer.
Jeruzalem, prijs je God.
13 Want Hij zorgt ervoor dat je veilig bent.
Hij is goed voor je bewoners.
14 Hij geeft vrede in je land.
Hij geeft je grote oogsten.
15 Hij stuurt zijn bevelen over de aarde.
Zijn woorden lopen snel!
16 Hij bedekt de aarde met een deken van sneeuw.
Hij bedekt de aarde met rijp, als met een laag stof.
17 Hij gooit met grote hagelstenen.
Wie kan overleven in de kou die Hij stuurt?
18 Hij geeft een bevel – sneeuw en ijs smelten weer.
Hij zegt dat de wind moet waaien – de regen stroomt neer.
19 Hij heeft aan Israël verteld hoe Hij wil dat ze leven.
Hij heeft hun zijn wetten en leefregels gegeven.
20 Bij geen één ander volk heeft Hij dat gedaan.
Andere volken kennen zijn wetten niet.
Halleluja! Prijs de Heer!

Psalmen 111-113

Psalm 111

Halleluja! Ik zal de Heer van harte prijzen.
Ik prijs Hem wanneer de mensen die van Hem houden
naar de bijeenkomst komen.
De Heer doet geweldige dingen.
De mensen die daarvan genieten, denken er steeds aan.
Aan alles wat Hij doet is te zien hoe machtig Hij is.
Hij is altijd rechtvaardig, voor eeuwig.
Hij zorgt ervoor dat niemand zijn wonderen vergeet.
Hij is goed en liefdevol voor de mensen.
De mensen die ontzag voor Hem hebben
geeft Hij altijd genoeg te eten.
Hij houdt Zich voor eeuwig aan zijn verbond.
Hij liet zijn volk zien hoe machtig Hij is:
Hij gaf de landen van andere volken aan zijn eigen volk.
Alles wat Hij doet, is goed en rechtvaardig.
Alles wat Hij zegt, is te vertrouwen.
Zijn wetten gelden voor eeuwig.
Ze zijn goed en rechtvaardig.
Hij heeft zijn volk gered.
Hij heeft met hen een eeuwig verbond gesloten.
Hij is indrukwekkend en heilig.
10 Als je wijs wil worden, heb dan ontzag voor de Heer.
Dat is het begin van alle wijsheid.
De Heer moet voor eeuwig geprezen worden.

Psalm 112

Halleluja! Prijs de Heer!
Het is heerlijk voor je als je diep ontzag voor de Heer hebt.
Het is heerlijk als je Hem van harte gehoorzaamt.
Je kinderen zullen machtig worden.
De Heer zal goed voor hen zijn.
Je zal overvloed hebben en rijk worden.
Je zal altijd rechtvaardig zijn.
Voor de mensen die leven zoals Hij het wil,
is Hij een licht in het donker.
Hij is goed, liefdevol en rechtvaardig.
Het zal goed met je gaan
als je aan arme mensen uitleent zonder rente.
God zal goed voor je zijn als je eerlijk zaken doet.
Er zal je niets overkomen.
De mensen zullen zich jou herinneren als een goed mens.
Je zal niet bang zijn voor slecht nieuws.
Want je vertrouwt altijd op de Heer.
Je bent voor niemand bang.
Je zal al je vijanden overwinnen.
Je deelt uit aan de arme mensen.
Je zal altijd rechtvaardig zijn.
Je wordt machtig en bent geëerd.
10 Mensen die zich niets van God aantrekken,
zien het en ergeren zich.
Ze knarsen met hun tanden.
Want van hún plannen komt niets terecht.

Psalm 113

Halleluja! Prijs de Heer!
Dienaren van de Heer, prijs Hem!
Prijs de Heer, nu en voor eeuwig.
Laat iedereen de Heer prijzen,
vanaf de plaats waar de zon opkomt
tot daar waar de zon ondergaat.
De Heer heerst over alle volken.
Zo hoog als de hemel is, zó groot is zijn macht en majesteit.
Is er iemand zoals onze Heer God?
Hij woont in de hoogste hemel.
Maar Hij ziet alles,
diep beneden Zich op de aarde.
Hij tilt arme en verdrukte mensen op.
Hij tilt ze op uit de ellende.
Hij geeft hun een plaats
bij de leiders van zijn volk.
Vrouwen die geen kinderen konden krijgen,
geeft Hij een gezin.
Hij maakt hen blije moeders met kinderen.
Halleluja! Prijs de Heer!

Micha 6:1-8

De Heer zal rechtspreken over zijn volk

Luister naar wat de Heer tegen mij zegt: Sta op! Beschuldig de mensen. De bergen en heuvels zullen je getuigen zijn. Hoor, bergen, waar de Heer de mensen van beschuldigt. Luister, fundamenten van de aarde! Want de Heer beschuldigt zijn volk. Hij wil een rechtszaak houden tegen zijn volk Israël.

De Heer zegt: Mijn volk, wat heb Ik je voor kwaad gedaan? Waarmee heb Ik je lastiggevallen? Vertel het Mij! Ik heb jullie gered uit Egypte. Ik heb jullie bevrijd uit de slavernij. Ik heb Mozes, Aäron en Mirjam gestuurd om jullie daarbij te leiden. Mijn volk, denk eens aan wat koning Balak van Moab van plan was.[a] Denk aan wat Bileam, de zoon van Beor, hem antwoordde.[b] Denk aan hoe Ik jullie van Sittim naar Gilgal bracht.[c] Denk eens over deze dingen na. Dan zien jullie dat Ik altijd goed voor jullie ben geweest.

Jullie vragen: Wat moeten we voor de Heer meebrengen als we naar Hem toe komen om Hem te eren? Zullen we kalveren meebrengen om aan Hem te offeren? Zal de Heer blij zijn met duizenden geiten, tienduizenden liters olijf-olie? Moeten we onze oudste zonen offeren voor de verkeerde dingen die we hebben gedaan?

Micha zegt: Nee! De Heer heeft jullie geleerd wat goed is. En dat is wat Hij wil dat jullie doen. Hij wil niets anders dan dat jullie eerlijk en rechtvaardig leven en gewillig naar jullie Heer God luisteren.

1 Corinthiërs 4:9-16

Maar het lijkt er veel op dat God ons, zijn boodschappers, de laagste plaats heeft gegeven. Net als mensen die zijn veroordeeld tot de dood in de arena. Want net als in de arena kijkt iedereen toe hoe wij strijden. Mensen en engelen kijken naar ons.

10 Wíj worden belachelijk gevonden vanwege Christus. Maar júllie zijn van die verstandige gelovigen! Wíj zijn zwak. Maar júllie zijn zo sterk! Voor júllie hebben de mensen veel respect. Maar met óns willen ze niets te maken hebben. 11 We hebben steeds weer honger en dorst en gebrek aan kleren. Steeds weer worden we gestompt en geslagen. We hebben geen vaste plaats om te wonen. 12 We werken hard om ons brood te verdienen. We worden uitgescholden, maar wíj zegenen. We worden vervolgd, maar we verdragen het. 13 De mensen vertellen leugens over ons rond, maar we blijven vriendelijk. We worden aldoor behandeld als vuil, als mensen waar iedereen tegenaan mag trappen.

14 Ik schrijf dit niet omdat ik wil dat jullie je nu gaan schamen. Maar ik schrijf het om jullie te waarschuwen en raad te geven. Want ik houd zo veel van jullie alsof jullie mijn eigen kinderen zijn. 15 Want al zijn er misschien duizenden mensen die jullie opvoeden in Christus, jullie hebben maar één vader. Ik ben die vader. Want ik heb jullie in Jezus Christus het leven geschonken door jullie het goede nieuws te vertellen. 16 En als vader moedig ik jullie nu aan om mij als voorbeeld te nemen en te doen als ik.

Mattheüs 15:21-28

De Kananese vrouw

21 Jezus vertrok naar het gebied van Tyrus en Sidon. 22 Daar kwam een Kananese vrouw naar Hem toe. Ze riep: "Heer, Zoon van David,[a] help mij alstublieft! Er zit een vreselijke duivelse geest in mijn dochter!" 23 Maar Jezus zei geen woord tegen haar. Zijn leerlingen kwamen naar Hem toe en zeiden: "Heer, stuur haar weg, want ze loopt achter ons aan te zeuren." 24 Toen zei Jezus tegen haar: "Ik ben alleen gestuurd naar de verdwaalde schapen van het volk Israël." 25 Maar ze kwam dichterbij, liet zich voor Hem op haar knieën vallen en zei: "Heer, help mij!" 26 Maar Hij antwoordde: "Het is niet goed om het brood dat voor de kinderen is, voor de hondjes te gooien."[b] 27 Toen zei ze: "Dat is waar, Heer, maar de hondjes eten toch de kruimels op die van de tafel van hun meesters vallen?" 28 Toen antwoordde Jezus haar: "Vrouw, wat heb jij een groot geloof! Je zal krijgen wat je hebt gevraagd." Vanaf dat moment was haar dochter gezond.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016