3,948 Bible results for “all” from 
Het Boek.dropdown
 Results 51-75. 
Filter by dropdown
dropdown
results per page
  1. Jezus zei: ‘Als u bidt, zeg dan: “Onze Vader in de hemel, laat uw naam alle eer ontvangen.
  2. De man roept vanuit zijn slaapkamer: “Laat me nou toch slapen! De deur is op slot en we liggen allemaal in bed! Ik kom er nu niet uit om je te helpen.”
  3. Ik verzeker jullie, ook als hij niet opstaat vanwege jullie vriendschap, dan nog zou hij opstaan vanuit zijn schaamteloosheid en je alles geven wat je nodig hebt.
  4. Dan haalt hij zeven andere geesten, die nog slechter zijn dan hijzelf. En met zʼn allen trekken ze erin en gaan daar wonen. Zo iemand is er daarna nog veel erger aan toe dan daarvoor.’
  5. ‘Weet u,’ antwoordde Jezus, ‘wie nog gelukkiger zijn? Alle mensen die de woorden van God horen en zich eraan houden.’
  6. Het oog is de lamp van het lichaam. Als uw oog zuiver is en alleen op het goede gericht, leeft uw hele lichaam in het licht. Maar als uw oog boosaardig is, leeft u geheel in het donker.
  7. Jezus zei tegen hem: ‘Jullie Farizeeën wassen alleen de buitenkant. Maar van binnen zijn jullie nog vuil, vol hebzucht en boosaardigheid.
  8. ‘Meester,’ zei een bijbelgeleerde die stond te luisteren, ‘door dit allemaal te zeggen, hebt U ook ons zwart gemaakt.’
  9. van de moord op Abel tot de moord op Zecharja, die gedood werd tussen het altaar en het tempelhuis. Het zal u allemaal worden aangerekend.
  10. Alles wat jullie in het donker zeggen, zal in het licht gehoord worden. Wat jullie stiekem fluisteren, zal van de daken rondgebazuind worden.
  11. Jullie zijn mijn vrienden. Wees niet bang voor de mensen die je willen vermoorden. Zij kunnen alleen maar je lichaam doden, maar hebben daarna geen macht meer over je.
  12. De man vroeg zich af waar hij alles moest laten.
  13. Ineens wist hij het. “Ik breek mijn schuren af en zet er grotere voor in de plaats,” zei hij. “Dan heb ik ruimte genoeg om alles op te slaan.
  14. Maar God zei tegen hem: “Dwaas! Vannacht zult u sterven. En wie krijgt nu alles wat u achterlaat?”
  15. Want het leven is meer dan voedsel en kleding alleen.
  16. Petrus vroeg: ‘Is dit voor iedereen bestemd? Of alleen voor ons?’
  17. ‘Nee, zeg ik u! Maar het zal met u allemaal net zo slecht aflopen, als u niet gaat leven zoals God wil.
  18. Ten slotte zei hij tegen zijn tuinman: “Hak die boom om. Ik wacht nu al drie jaar en heb nog steeds geen vijg gezien. Ik heb er genoeg van. Die boom neemt alleen maar plaats in. Wij kunnen die grond beter voor iets anders gebruiken.”
  19. Mocht Ik deze gelovige vrouw dan niet verlossen uit de greep van Satan, die haar achttien jaar gevangen heeft gehouden? Enkel en alleen omdat het sabbat is?’
  20. U zult huilen en knarsetanden als u ziet dat Abraham, Isaak en Jakob en alle profeten in het Koninkrijk van God zijn, maar u zelf niet.
  21. Uit alle delen van de wereld zullen mensen plaatsnemen in het Koninkrijk van God.
  22. Zij zwegen in alle talen. Jezus nam de zieke man bij de hand, genas hem en liet hem gaan.
  23. Het was Hem opgevallen dat de gasten allemaal op de beste plaatsen wilden zitten. Daarom gaf Hij hun deze raad:
  24. Toen alles klaar was, stuurde hij zijn knecht bij hen langs om te zeggen dat ze konden komen.
  25. Maar zij hadden allemaal een excuus om niet te komen. De een zei dat hij een stuk land had gekocht en daar nodig moest gaan kijken. Hij verontschuldigde zich dat hij niet kon komen.
Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.

97 topical index results for “all”

AHIHUD : A prince of Asher, assists in allotting the land of Canaan among the tribes (Numbers 34:27)
ASSYRIA : Alliances with, sought by Judah and Israel (Hosea 5:13)
CHUB : A people who were an ally tribe to Egypt, and probably inhabited Africa (Ezekiel 30:5)
DOR : Allotted to the tribe of Manasseh, although it was situated in the territory of the tribe of Asher (Joshua 17:11; Judges 1:27)
EN-GEDI : A city allotted to the tribe of Judah (Joshua 15:62)
ETHER : Subsequently allotted to the tribe of Simeon (Joshua 19:7)