3,948 Bible results for “all” from 
Het Boek.dropdown
 Results 51-75. 
Filter by dropdown
dropdown
results per page
  1. Hij verbande de tempelprostituees en verwijderde alle afgodsbeelden die zijn vader en grootvader hadden gemaakt.
  2. Asaʼs reactie daarop was dat hij al het zilver en goud dat van de tempelschat was overgebleven, en alle paleisschatten aan zijn hovelingen gaf om naar koning Benhadad van Syrië in Damascus te brengen, met daarbij de boodschap:
  3. Daarop riep koning Asa alle gezonde mannen van heel Juda op om Rama te verwoesten en de stenen en het hout voor de bouw weg te halen. Die materialen gebruikte koning Asa daarna om de stad Geba in Benjamin en de stad Mispa te bouwen.
  4. Tijdens zijn bewind vermoordde hij alle familieleden van koning Jerobeam, zodat geen enkel lid van die familie overbleef. Dat was precies wat de Here had voorzegd door de profeet Ahia uit Silo.
  5. Maar Omri was nog veel slechter dan alle andere koningen voor hem,
  6. Maar hij was zelfs nog slechter dan zijn vader Omri, hij maakte het nog erger dan alle koningen van Israël voor hem.
  7. Allereerst bouwde hij een tempel en een altaar voor Baäl in Samaria.
  8. Maar zij zei: ‘Ik zweer bij de Here, uw God, dat ik geen kruimeltje brood in huis heb. Alles wat ik nog heb, is een handvol meel en een klein bodempje olie. Ik heb net wat hout gesprokkeld om voor de laatste keer een maaltijd te kunnen maken. Daarna zullen mijn zoon en ik sterven van de honger.’
  9. ‘Nu weet ik zeker dat u een profeet bent,’ zei zij, ‘en dat alles wat u zegt, van de Here afkomstig is!’
  10. Het hoofd van Achabs hofhouding heette Obadja en was een toegewijd volgeling van de Here. Toen koningin Izébel eens probeerde alle profeten van de Here uit te roeien, had Obadja honderd profeten verborgen in twee grotten—vijftig in elke grot—en hij had hen verzorgd met brood en water.
  11. Heeft niemand u verteld dat ik honderd profeten heb verborgen in twee grotten en hen heb verzorgd met brood en water, toen Izébel probeerde alle profeten van de Here te doden?
  12. Laat alle Israëlieten samenkomen bij de berg Karmel, samen met alle vierhonderdvijftig profeten van Baäl en de vierhonderd profeten van Asjéra, die door Izébel worden ondersteund.’
  13. Achab riep daarop het hele volk en alle profeten samen bij de berg Karmel.
  14. Op de tijd dat gewoonlijk het avondoffer werd gebracht, liep Elia naar het altaar en bad: ‘O Here, God van Abraham, Isaak en Israël, laat vandaag zien dat U de God van Israël bent en ik uw dienaar ben, laat zien dat ik dit alles op uw bevel heb gedaan!
  15. Elia droeg hun op de profeten van Baäl gevangen te nemen. ‘Laat er niet één ontsnappen,’ beval hij. Zij grepen alle profeten en Elia nam hen mee naar de beek Kison, waar hij hen allemaal liet doden.
  16. Daarna ging hij alleen de woestijn in. Hij trok de hele dag verder en ging toen onder een braamstruik zitten, daar bad hij of hij mocht sterven. ‘Ik kan niet langer,’ zei hij tegen de Here. ‘Neem mijn leven, ik ben niet beter dan mijn voorouders.’
  17. Hij antwoordde: ‘Ik heb met grote ijver gewerkt voor de Here, de God van de hemelse legers, maar de Israëlieten hebben hun verbond met U verbroken, uw altaren vernield en uw profeten gedood. Alleen ik ben nog over en nu willen zij mij ook doden.’
  18. Opnieuw zei hij: ‘Ik heb met grote ijver gewerkt voor de Here, de God van de hemelse legers, maar de Israëlieten hebben hun verbond met U verbroken, uw altaren vernield en uw profeten gedood. Alleen ik ben nog over en nu willen zij mij ook doden.’
  19. ‘Goed, mijn heer,’ antwoordde koning Achab bang, ‘alles wat ik heb, is van u.’
  20. Benhadads boodschappers kwamen al snel weer terug met een andere boodschap: ‘U moet mij niet alleen uw goud, zilver, vrouwen en kinderen geven. Morgen om deze tijd zal ik mijn mannen sturen om het paleis en de huizen van uw onderdanen te doorzoeken en zij zullen alles meenemen wat zij willen!’
  21. En daarom zei hij tegen de boodschappers van Benhadad: ‘Zeg tegen uw koning: “Ik zal u alles geven wat u de eerste keer vroeg, maar uw mannen mogen het paleis en de woningen van mijn onderdanen niet doorzoeken.” ’ De boodschappers keerden met deze mededeling terug naar Benhadad.
  22. Toen kwam een profeet bij koning Achab en gaf hem de volgende boodschap van de Here: ‘Ziet u al deze vijandelijke troepen? Ik zal ze vandaag allemaal aan u overleveren. Dan zult u eindelijk tot de ontdekking komen dat Ik de Here ben.’
  23. ‘Dus mijn vijand heeft mij gevonden,’ riep Achab Elia toe. ‘Ja,’ antwoordde Elia, ‘ik ben hier gekomen om Gods vloek over u uit te spreken, omdat u alleen nog maar doet wat kwaad is in de ogen van de Here.
  24. Niemand anders had zich zo volledig aan de zonde overgegeven als Achab, want zijn vrouw Izébel moedigde hem voortdurend aan tot allerlei goddeloze dingen.
  25. Alle anderen stemden daarmee in. ‘Val Ramot in Gilead maar aan,’ zeiden zij, ‘want de Here zal u de overwinning bezorgen!’
Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.

97 topical index results for “all”

AHIHUD : A prince of Asher, assists in allotting the land of Canaan among the tribes (Numbers 34:27)
ASSYRIA : Alliances with, sought by Judah and Israel (Hosea 5:13)
CHUB : A people who were an ally tribe to Egypt, and probably inhabited Africa (Ezekiel 30:5)
DOR : Allotted to the tribe of Manasseh, although it was situated in the territory of the tribe of Asher (Joshua 17:11; Judges 1:27)
EN-GEDI : A city allotted to the tribe of Judah (Joshua 15:62)
ETHER : Subsequently allotted to the tribe of Simeon (Joshua 19:7)