Add parallel Print Page Options

Leefregels voor de gelovigen

Maar zorg dat wat jij aan de mensen leert, klopt met het gezonde woord van God.

Leer oudere mannen dat ze nuchter moeten zijn, fatsoenlijk, verstandig, met een gezond geloof en vol liefde en geduld.

Oudere vrouwen moeten dat ook zijn. Ze moeten zich gedragen op een manier die past bij mensen die bij God horen. Ze mogen niet kwaadspreken en niet aan wijn verslaafd zijn. Maar ze moeten andere mensen wijze raad kunnen geven. Zo kunnen ze de jonge vrouwen leren om verstandig te worden, van hun man en kinderen te houden, fatsoenlijk te zijn, het huishouden goed te doen en hun man liefdevol te dienen. Dan kunnen er geen slechte dingen van het woord van God gezegd worden.

Moedig ook de jonge mannen aan om in alles verstandig en bescheiden te zijn. Geef hun in alles wat je doet het goede voorbeeld: in je spreken, in je geloof en in je daden. Breng de boodschap op een gezonde manier. Dan kunnen de mensen die tegen ons zijn, ons tot hun ergernis nergens van beschuldigen. Ze zullen niets slechts van ons kunnen zeggen.

Zeg tegen de slaven[a] dat ze hun meesters in alles moeten gehoorzamen. Ze moeten hen trouw dienen, zonder tegenspreken. 10 Ze mogen niets stelen, maar moeten laten zien dat ze te vertrouwen zijn. Zo laten ze in alles zien hoe goed het woord van God onze Redder is.

11 Want God heeft laten zien hoeveel Hij van de mensen houdt: Hij wil alle mensen redden. 12 Zijn liefde en goedheid voeden ons op. Daardoor houden we ons niet meer bezig met de slechte dingen van de wereld. Voortaan kunnen we verstandig en vol geloof in deze wereld leven zoals God het wil. 13 Intussen kijken we vol verwachting uit naar het moment dat onze grote God en Redder, Jezus Christus, in al zijn macht en majesteit zal komen. 14 Hij heeft zijn leven voor ons gegeven om ons te bevrijden van het kwaad. Zo heeft Hij van ons een zuiver volk gemaakt. En dat volk is zijn eigendom. Het is de bedoeling dat dat volk zijn best doet om het goede te doen.

15 Leer de mensen deze dingen. Moedig hen aan en voed hen op in het geloof.

Niemand mag op je neerkijken. (lees verder)

Footnotes

  1. Titus 2:9 In Paulus' tijd waren de slaven mensen van volken die door de Romeinen of de Grieken overwonnen waren. Over het algemeen werden ze goed behandeld. Veel van hen hadden een hoge positie. Ze verdienden geld en konden zich daarmee op den duur vrijkopen. Het grote verschil met een vrij mens was, dat ze niet weg mochten. Hun tijd en arbeid waren van hun meester. De 19e eeuwse slavernij was heel anders. Die slaven werden niet behandeld als mensen, omdat ze een andere huidskleur hadden. Ze werden mishandeld, kregen geen loon en konden zich nooit vrijkopen. Ze waren tot hun dood met lichaam, tijd en arbeid van hun meester. Dit is niet het soort slavernij waar Paulus het over heeft. Die slavernij waarin mensen zwaar mishandeld werden, is juist afgeschaft dankzij de inzet van gelovige mensen.

Teach Sound Doctrine

But as for you, teach what is consistent with sound doctrine. Tell the older men to be temperate, serious, prudent, and sound in faith, in love, and in endurance.

Likewise, tell the older women to be reverent in behaviour, not to be slanderers or slaves to drink; they are to teach what is good, so that they may encourage the young women to love their husbands, to love their children, to be self-controlled, chaste, good managers of the household, kind, being submissive to their husbands, so that the word of God may not be discredited.

Likewise, urge the younger men to be self-controlled. Show yourself in all respects a model of good works, and in your teaching show integrity, gravity, and sound speech that cannot be censured; then any opponent will be put to shame, having nothing evil to say of us.

Tell slaves to be submissive to their masters and to give satisfaction in every respect; they are not to answer back, 10 not to pilfer, but to show complete and perfect fidelity, so that in everything they may be an ornament to the doctrine of God our Saviour.

11 For the grace of God has appeared, bringing salvation to all,[a] 12 training us to renounce impiety and worldly passions, and in the present age to live lives that are self-controlled, upright, and godly, 13 while we wait for the blessed hope and the manifestation of the glory of our great God and Saviour,[b] Jesus Christ. 14 He it is who gave himself for us that he might redeem us from all iniquity and purify for himself a people of his own who are zealous for good deeds.

15 Declare these things; exhort and reprove with all authority.[c] Let no one look down on you.

Footnotes

  1. Titus 2:11 Or has appeared to all, bringing salvation
  2. Titus 2:13 Or of the great God and our Saviour
  3. Titus 2:15 Gk commandment

(A)Ти пък говори онова, което е съгласно със здравото учение:

старците да бъдат трезвени, почтени, целомъдри, здрави във вярата, в любовта, в търпението;

(B)стариците също да се държат свещенолепно: да не бъдат клеветници, да се не предават на много вино, да са поучливи на добро,

за да вразумяват невестите да обичат мъжете и децата си,

(C)да бъдат целомъдри, чисти, къщовници, добри, покорни на мъжете си, та да се не хули словото Божие.

Увещавай също младежите да бъдат целомъдри,

(D)като във всичко представяш себе си за образец на добри дела, показвайки чистота в учението, почетност, непоквареност,

(E)слово здраво, безукорно, та да се засрами противникът, понеже не ще има да каже нещо лошо за нас.

(F)Увещавай слугите, да се покоряват на господарите си, да им угаждат във всичко, като не отвръщат,

10 не крадат, а показват във всичко добра вярност, та да украсяват учението на нашия Спасител, Бога, във всичко.

11 (G)Защото се яви Божията благодат, спасителна за всички човеци,

12 (H)като ни учи, да отхвърлим нечестието и светските похоти, да живеем целомъдрено, праведно и благочестиво в сегашния век,

13 (I)и да очакваме да се сбъдне блажената надежда, и да се яви славата на великия Бог и Спасител наш Иисус Христос,

14 (J)Който даде Себе Си за нас, за да ни избави от всяко беззаконие и ни очисти, за да Му бъдем народ избран, ревностен към добри дела.

15 Това говори, увещавай и изобличавай с пълна власт; никой да те не презира.