Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Klaagliederen 3:19-26

19 Heer, denk alstublieft aan mijn ellende, aan mijn eenzaamheid!
20 Steeds als ik zo denk, word ik heel verdrietig.

21 Daarom probeer ik steeds weer te bedenken:
22 "Dankzij Gods eindeloze goedheid zijn we niet allemaal gestorven.
23 Elke morgen is Hij opnieuw goed voor ons! U bent zo trouw!"
24 Ik zeg bij mijzelf: "Ik ben van de Heer. Daarom zal Hij mij redden."
25 De Heer is goed voor de mensen die op Hem vertrouwen.
26 Het is goed om rustig te vertrouwen dat de Heer redt.

Jeremia 52:1-11

Jeruzalem wordt veroverd

52 Zedekia was 21 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde 11 jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Hamutal. Ze was een dochter van Jeremia uit Libna.[a] Zedekia leefde niet zoals de Heer het wilde, net zoals koning Jojakim had gedaan. Daardoor werd de Heer zó woedend op Jeruzalem en Juda, dat Hij niets meer met hen te maken wilde hebben.

Toen Zedekia negen jaar koning was, kwam hij in opstand tegen de koning van Babel. Op de tiende dag van de tiende maand van dat jaar trok koning Nebukadnezar daarom van Babel met zijn hele leger naar Jeruzalem. Hij omsingelde de stad. Anderhalf jaar lang lag zijn leger rond de stad. Op de negende dag van de vierde maand werd er een gat geslagen in de muur van de stad. Dat was toen Zedekia 11 jaar koning was. Er was inmiddels grote hongersnood in de stad. Ook in de rest van het land was er geen brood meer. Toen vluchtten de soldaten 's nachts uit de stad weg, door de poort tussen de twee muren bij de paleistuin. Ze vluchtten over de weg naar de vlakte. Het leger van de Babyloniërs lag rond de stad. En de Babyloniërs achtervolgden het leger van Juda en hun koning. Ze haalden Zedekia in op de vlakte van Jericho. Het leger raakte van hem gescheiden en werd uiteen geslagen. Ze grepen de koning en brachten hem naar de koning van Babel in Ribla, in het land van Hamat. 10 De koning van Babel liet weten hoe hij hem zou straffen. Daarna liet hij Zedekia's zonen daar voor zijn ogen doden. Ook alle leiders van Juda liet hij in Ribla doden. 11 Daarna liet hij Zedekia blind maken en met twee ketenen boeien. Toen bracht hij hem naar Babel en zette hem tot zijn dood in de gevangenis.

Openbaring 2:8-11

De brief aan de gemeente in Smyrna

De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna:

Dit zegt Hij die de Eerste en de Laatste is, en die dood is geweest en weer levend is geworden: Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet dat jullie vervolgd worden en daardoor arm zijn. Maar toch zijn jullie rijk. En Ik weet dat de Joden slechte dingen over jullie zeggen die niet waar zijn. Die mensen noemen zich wel Joden, maar in werkelijkheid zijn ze dienaren van de duivel.[a] 10 Wees niet bang voor wat jullie zullen moeten lijden. De duivel zal sommigen van jullie in de gevangenis gooien, in de hoop dat jullie je geloof zullen opgeven. Tien dagen lang zullen jullie worden verdrukt. Blijf trouw aan Mij, zelfs als je dat je leven zal kosten. Dan zal Ik jullie de levenskroon geven.

11 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Als je overwint, zul je niet meer met de tweede dood[b] te maken krijgen."

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016