Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 107:1-9

Psalm 107

Prijs de Heer, want Hij is goed.
Zijn liefde duurt voor eeuwig.
Dat zullen alle mensen zeggen
die door Hem zijn gered van hun vijanden.
Hij heeft hen teruggebracht naar hun land:
uit het oosten en het westen,
uit het noorden en het zuiden.

Er waren mensen die ronddwaalden
in de eenzaamheid van de woestijn.
Ze vonden geen plek om te wonen.
Ze hadden honger en dorst.
Ze waren helemaal wanhopig.
Toen riepen ze tot de Heer in hun angst.
Hij redde hen uit de nood.
Hij leidde hen op de goede weg
en bracht hen naar een plek waar ze konden wonen.
Ze zullen de Heer ervoor danken
dat Hij goed voor hen is geweest,
dat Hij de mensen op bijzondere wijze redt.
Want de mensen die dorst hadden,
heeft Hij te drinken gegeven.
En de mensen die honger hadden,
heeft Hij meer dan genoeg te eten gegeven.

Psalmen 107:43

43 Als je wijs bent, let je op deze dingen.
Dan let je op de goede dingen die de Heer voor ons doet.

Hosea 10

Samaria zal worden veroverd door Assur

10 De Heer zegt: "Israël is als een kaalgeplukte wijnstruik. Israël hield de vruchten voor zichzelf. Maar hoe rijker Israël werd, hoe meer altaren het bouwde! Hoe beter het ging met het volk, hoe meer ze van hun afgoden hielden. Hun hart was verdeeld want ze aanbaden andere goden en ook een beetje de ware God. Nu zullen ze daarvoor worden gestraft. Ik zal hun altaren stuk hakken en hun godenbeelden vernielen. Ze zullen zeggen: 'We hebben geen koning meer, doordat we geen ontzag voor de Heer hadden. Maar dan nog, wat had een koning voor ons kunnen doen?'

Hun beloften betekenen niets. Ze zweren eden, maar houden zich er niet aan. Ze sluiten allerlei verbonden, maar verbreken ze weer. Daarom groeit hun straf, als een giftige plant in een akker. De bewoners van Samaria zullen bezorgd zijn over hun gouden kalf in Bet-Aven (= Bet-El). Ze zullen erover treuren dat het er niet meer is. De priesters zullen huilen omdat het weg is. Ze waren er zo trots op, maar daar zal niets van overblijven. Want het kalf zal worden meegenomen als geschenk voor de koning van Assur. Israël zal bedrogen uitkomen: al zijn plannen lopen op niets uit. De koning van Samaria wordt machteloos meegesleurd, als schuim op de rivier.[a] Ook de altaren van Bet-Aven worden verwoest. Doornstruiken en distels zullen er overheen groeien. De mensen zullen van angst tegen de bergen roepen: 'Bedek ons!' En tegen de heuvels: 'Val op ons!'

Al sinds de tijd van Gibea[b] zijn jullie Mij ongehoorzaam geweest, Israël. En dat zijn jullie gebléven. Er zal strijd komen zoals toen in Gibea, strijd vanwege alle verschrikkelijke dingen die jullie doen. 10 Ja, Ik wil jullie gaan straffen. Ik zal volken tegen jullie verzamelen. Ik zal jullie onder een juk laten binden.[c] 11 Want Israël wil niet doen wat Ik zeg, zoals een jonge koe die de ploeg niet wil trekken. Tot nu toe ben Ik voorzichtig met hem geweest. Maar nu is dat afgelopen. En Juda zal ook moeten veranderen. Heel Israël moet zijn best doen om te veranderen. 12 Zorg ervoor dat jullie weer eerlijk zijn. Zorg ervoor dat jullie goed zijn voor elkaar. Maak een nieuw begin. Want het is tijd om weer naar de Heer te gaan vragen. Wanneer Hij komt, zal Hij jullie redden met zijn rechtvaardigheid. Die zal op jullie neerdalen als regen op een dor land.

13 Maar tot nu toe hebben jullie slechtheid gezaaid en misdaad geoogst. Van die oogst hebben jullie gegeten. Jullie vertrouwden op jullie eigen wijsheid en op jullie grote, dappere leger. 14 Daarom zal er oorlog uitbreken tegen jullie land. Al jullie steden met burchten zullen worden verwoest, net zoals koning Salman Bet-Arbel heeft verwoest en moeders en kinderen heeft vermoord. 15 Dat zal met jullie gebeuren door wat jullie in Bet-El doen. Want jullie zijn door en door slecht. Als die dag aanbreekt, zal de koning van Israël totaal verslagen worden."

Markus 10:17-22

De rijke man

17 Toen Jezus weer verder ging, kwam er een jongeman naar Hem toe. Hij liet zich voor Hem op zijn knieën vallen en vroeg: "Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?" 18 Jezus zei tegen hem: "Waarom noem je Mij 'goed'? 19 Alleen God is goed. Je kent de wetten van Mozes: dood niemand, wees trouw aan je vrouw, steel niet, vertel geen leugens over een ander, wees niet oneerlijk, heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen." 20 Hij antwoordde Jezus: "Daar heb ik me mijn hele leven aan gehouden." 21 Jezus keek hem aan en hield van hem. Hij zei tegen hem: "Je moet nog één ding doen. Ga naar huis, verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom dan hier, neem het kruis op[a] en volg Mij." 22 Maar zijn gezicht werd somber toen hij dat hoorde. Verdrietig ging hij weg, want hij was heel erg rijk.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016