Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Job 14:1-14

Jobs gedachten over de mens

14 ‘Wat is een mens toch kwetsbaar! Zijn leven is maar kort en onrustig.
Net als een bloem bloeit hij maar een korte tijd om dan te verdorren, hij verdwijnt snel als de schaduw van een voorbijglijdende wolk.
Moet U op die kwetsbare mens uw blik richten en hem ter verantwoording roepen?
Hoe kunt U reinheid verwachten van iemand die uit onreinheid is geboren? Dat kan toch niet!
U hebt de mens slechts een vastgestelde tijd van leven gegeven, het aantal maanden van zijn leven staat al van tevoren vast. Hij mag ook niet iets langer leven.
Maar waarom geeft U hem dan niet een beetje rust? Wend uw blik af en geef hem toch een beetje voldoening, net als een gehuurde arbeider.
Want voor een boom is er nog hoop. Als hij wordt omgehakt, ontstaan er wel weer nieuwe spruiten die uitgroeien tot takken.
8,9 Hoewel zijn wortels in de grond oud zijn en zijn stam langzaam afsterft, groeit en bloeit hij weer als een jonge boom zodra er water bijkomt.
10 Maar wanneer de mens sterft, ligt hij neer, hij blaast de adem uit en is er niet meer.
11,12 Zoals het water uit de zee verdampt en een rivier smaller wordt en opdroogt, zo legt een mens zich voor het laatst neer om daarna niet meer op te staan. Tot op het moment dat de hemelen niet meer bestaan, zal hij niet wakker worden of in zijn slaap worden gestoord.
13 Och, verborg U mij maar tussen de doden en vergat U mij maar tot uw toorn was bedaard. Liet U mij maar links liggen om pas na enige tijd weer aan mij te denken.
14 Als een mens sterft, zal hij dan weer herleven? Die gedachte zou mij hoop kunnen geven tijdens mijn harde bestaan; dan zou ik uitzicht hebben op verlossing.

Klaagliederen 3:1-9

Jeremia blijft hopen op God

Ik heb de ellende gezien die het gevolg was van Gods toorn.
Hij heeft mij in de diepste duisternis gebracht en alle licht buitengesloten.
Hij heeft Zich tegen mij gekeerd. Dag en nacht rust zijn hand zwaar op mij.
Hij heeft mijn vlees en mijn huid oud gemaakt en mijn botten gebroken.
Met angst en vertwijfeling heeft Hij mij omringd.
Hij begroef mij in duistere plaatsen, net als de allang gestorvenen.
Hij heeft mij ingesloten en ik kan niet ontsnappen, met zware ketens heeft Hij mij vastgebonden.
Ook al schreeuw en huil ik uit alle macht, Hij wil niet naar mijn gebeden luisteren!
Hij heeft mij ingesloten met rondom hoge en gladde muren en mijn paden heeft Hij onbegaanbaar gemaakt.

Klaagliederen 3:19-24

19 Vaak denk ik aan die bitterheid en het lijden dat U mij hebt toebedeeld!
20 Ik zal deze vreselijke jaren nooit meer vergeten, mijn ziel zal altijd in de diepste droefheid blijven leven.

21 Toch blijf ik hopen, want ik denk:
22,23 dankzij de goedheid van de Here zijn wij niet omgekomen. Hij blijft voor ons zorgen en zijn trouw is elke dag weer nieuw.
24 Mijn ziel beschouwt de Here als mijn erfdeel, daarom verwacht ik alles van Hem.

Psalmen 31:1-4

31 Een psalm van David voor de koordirigent.

Ik verberg mij bij U, Here.
Geef dat ik nooit tevergeefs bij U aanklop.
Doe mij recht en bevrijd mij.
Luister toch naar mij en red mij vlug.
Wees voor mij als een rots die beschutting biedt,
als een sterke burcht, zodat ik word gered.
Want U bent voor mij een rots en een burcht,
om de eer van uw naam
zult U mij leiden op mijn weg.

Psalmen 31:15-16

15 Toch is mijn vertrouwen op U gevestigd, Here,
ik spreek het ook tegen U uit:
‘U bent mijn God.
16 U bepaalt hoe lang ik leef,
verlos mij van mijn vijanden en achtervolgers.

1 Petrus 4:1-8

Dezelfde innerlijke overtuiging als Christus

Omdat Christus voor ons geleden heeft en gestorven is, moeten wij ons wapenen met dezelfde innerlijke overtuiging als Hij. Want wie in dit bestaan geleden heeft, houdt op met zondigen. Zo iemand laat zich gedurende de rest van zijn leven niet meer leiden door de slechte verlangens van de zonde, maar de wil van God doen. Er is genoeg tijd verknoeid met wat de ongelovigen fijn vinden: losbandigheid en verkeerde begeerten, drinkfestijnen, eetgelagen en onzedelijke feesten voor afgoden. Uw vroegere vrienden zullen het natuurlijk raar vinden als u niet meer meedoet met hun uitspattingen. Zij zullen u uitmaken voor alles wat lelijk is. Maar zij zullen zich moeten verantwoorden voor de grote Rechter die over de levenden en de doden oordeelt. Daarom is het goede nieuws ook gebracht aan mensen die nu reeds gestorven zijn. Dan kunnen ook zij naar de geest nieuw leven krijgen van God, ook al zijn ze lichamelijk door de mensen veroordeeld.

Alles loopt op zijn einde. Wees daarom kalm en nuchter, anders kunt u niet bidden. En bovenal moet u elkaar blijven liefhebben, de liefde bedekt immers heel veel zonden.

Mattheüs 27:57-66

57 Bij het invallen van de avond ging een zekere Jozef van Arimathea, een rijk man en leerling van Jezus, naar Pilatus toe. 58 Hij vroeg hem om het lichaam van Jezus. Pilatus zei dat hij het mocht hebben. 59 Jozef nam het lichaam en wikkelde het in nieuw, schoon linnen. 60 Daarna legde hij het in een nieuw graf dat hij pas in de rotsen had laten uithakken. Hij rolde een grote steen voor de ingang en ging weg. 61 Maria van Magdala en de andere Maria zaten tegenover het graf.

62 De eerste dag van Pesach, het Joodse Paasfeest, was voorbij. De leidende priesters en de Farizeeën gingen naar Pilatus en zeiden: 63 ‘Excellentie, die bedrieger heeft eens gezegd: “Op de derde dag na mijn dood zal Ik weer levend worden.” 64 Daarom willen wij graag dat u het graf drie dagen laat bewaken. Anders zouden zijn leerlingen zijn lichaam wel eens kunnen weghalen en rondvertellen dat Hij weer levend is geworden. Als dat gebeurt, zijn de gevolgen niet te overzien.’ 65 ‘U krijgt een wacht mee,’ antwoordde Pilatus. ‘Verzegel het graf zo goed mogelijk.’ 66 Zij verzegelden de steen voor de opening van het graf en zetten er een aantal mannen bij op wacht.

Johannes 19:38-42

38 Na deze gebeurtenissen vroeg Jozef van Arimathea aan Pilatus of hij Jezusʼ lichaam mocht wegnemen. Pilatus vond het goed. Deze Jozef was een leerling van Jezus. Maar hij had er niet voor durven uitkomen, omdat hij bang was voor de Joden. Daarop haalde hij Jezusʼ lichaam van het kruis af. 39 Nikodemus, die op een nacht met Jezus was komen praten, ging met hem mee. Hij had ruim dertig kilo balsemkruiden bij zich, een mengsel van mirre en aloë.

40 De twee mannen wikkelden Jezusʼ lichaam met de geurige kruiden in linnen doeken, want dat is bij de Joden de gewoonte als ze iemand gaan begraven. 41 Niet ver van de plaats waar Jezus gekruisigd was, lag een tuin. In die tuin was een nieuw graf waarin nog nooit een dode had gelegen. 42 Omdat de zon bijna onderging en dan de sabbat zou beginnen, legden zij Jezus in dat graf.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.