Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
87 Een psalm van de Korachieten. Een lied.
Jeruzalem ligt op de heilige bergen.
2 De Here houdt van haar poorten,
meer dan van alle andere steden in het land Israël.
3 Stad van God!
Er zijn geweldige dingen over u te vertellen.
4 Wanneer Ik de namen noem
van Egypte, Babel, Filistea, Tyrus
of zelfs van Ethiopië,
is er altijd wel iemand die daar geboren is.
5 Maar van Jeruzalem zal worden gezegd
dat er velen geboren zijn.
God, de Allerhoogste, zal Zelf deze stad zegenen.
6 Wanneer de Here de volken registreert,
schrijft Hij erbij: ‘Dit volk is hier geboren.’
7 Tijdens hun feesten en onder het dansen
zingen zij: ‘Mijn hart ligt in Jeruzalem.’
17 ‘Dan zult u eindelijk weten dat Ik, de Here, uw God ben en mijn woonplaats is gevestigd op Sion, mijn heilige berg. Jeruzalem zal heilige grond zijn waarover geen vreemde legers meer zullen trekken.
18 Dan zal jonge wijn van de bergen druipen en melk van de heuvels vloeien. De droge beekbeddingen van Juda zullen weer boordevol water staan en er zal een bron ontspringen in de tempel van de Here om het dal van Sittim van water te voorzien. 19 Egypte zal veranderen in een woestenij en Edom in een dorre wildernis vanwege het geweld dat zij de Judeeërs hebben aangedaan. Want in deze landen zijn onschuldige mensen vermoord. 20 Maar Juda zal welvarend zijn tot in eeuwigheid en Jeruzalem zal een bloeiende stad zijn voor altijd.
28 ‘Maar wat denkt u hiervan? Een man had twee zonen. Hij zei tegen de eerste: “Jongen, ga vandaag in de wijngaard werken.” 29 En de jongen antwoordde: “Nee, ik wil niet.” Maar later kreeg hij spijt en ging toch. 30 Daarna zei de vader tegen de tweede dat hij op het land moest gaan werken. En die zei: 31 “Ja, vader,” maar hij ging niet. Wie van de twee heeft gedaan wat zijn vader zei?’ ‘De eerste,’ antwoordden zij. Jezus legde hun uit wat Hij ermee wilde zeggen: ‘Tolontvangers en hoeren zullen vast en zeker eerder in het Koninkrijk van God komen dan u. 32 Want Johannes de Doper heeft verteld hoe u het met God in orde kunt maken. Maar u hebt hem niet geloofd. Het waren juist de tolontvangers en hoeren die hem wél geloofden! Hoewel u dat zag, hebt u niet gedaan wat Johannes zei. U wilde hem gewoon niet geloven.’
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.