Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
42 Een leerzaam gezang van de Korachieten voor de koordirigent.
2 Zoals een hert naar water snakt,
zo verlang ik naar U, God.
3 Mijn hele innerlijk verlangt naar de levende God,
wanneer zou ik voor Hem mogen verschijnen?
4 Dag en nacht huil ik, ik proef alleen maar tranen,
omdat men voortdurend aan mij vraagt waar mijn God is.
5 Eens ging ik aan het hoofd van een grote menigte
op weg naar het Huis van God.
Het was een feestvierende menigte.
Overal klonk gejuich en lofprijzing.
Daar zal ik aan terugdenken en mijzelf mee opbeuren.
6 Waarom ben ik toch zo onrustig en terneergeslagen?
Ik moet alles alleen van God verwachten.
Ik zal Hem zeker weer lofprijzen, mijn Bevrijder en mijn God!
7 Steeds opnieuw ben ik terneergeslagen.
Daarom dwing ik mijzelf aan U te denken
en aan het land bij de Jordaan en het Hermongebergte.
8 Zoals het water klinkt en het bruisen van de rivieren,
zo treffen mij uw beproevingen.
9 Overdag zal de goedheid en liefde van de Here bij mij zijn
en ʼs nachts zal ik tot Hem zingen,
bidden tot de God van mijn leven.
10 Ik zal God, mijn rots, vragen:
‘Waarom vergeet U mij?
Waarom moet ik terneergeslagen rondlopen,
onderdrukt door mijn tegenstanders?’
11 Mijn vijanden bespotten mij
en brengen mij de doodsteek toe
door de hele dag maar te zeggen:
‘Waar is uw God nu?’
12 Waarom ben ik toch zo onrustig en terneergeslagen?
Ik wil op God vertrouwen,
eens zal ik Hem zeker weer loven,
want Hij is mijn bevrijder en mijn God!
Jetro op bezoek bij Mozes
18 Het nieuws over de wonderlijke dingen die de Here voor zijn volk en voor Mozes deed en hoe Hij het volk uit Egypte had bevrijd, bereikte ook Jetro, de priester van Midjan en schoonvader van Mozes. 2 Jetro ging op weg met Mozesʼ vrouw Sippora—Mozes had haar naar huis gestuurd— 3 en Mozesʼ twee zonen, Gersom (Vreemdeling, want Mozes zei bij zijn geboorte: ‘Ik heb rondgedwaald in een vreemd land’) 4 en Eliëzer (God is mijn hulp, want Mozes zei bij zijn geboorte: ‘De God van mijn vader heeft mij geholpen en mij van het zwaard van de farao gered’).
5 Zij ontmoetten Mozes toen hij met het volk bij de berg van God verbleef. 6 ‘Uw schoonvader Jetro is hier om u te bezoeken,’ werd Mozes meegedeeld. ‘Hij heeft uw vrouw en uw twee zonen bij zich.’
7 Mozes verliet zijn tent om hen te begroeten en verwelkomde zijn schoonvader uitbundig. Zij informeerden naar elkaars gezondheid en liepen toen naar Mozesʼ tent om daar verder te praten.
8 Mozes vertelde zijn schoonvader alles wat er was gebeurd, wat de Here met de farao en de Egyptenaren had gedaan om Israël te bevrijden, hoeveel problemen er onderweg waren geweest en hoe de Here zijn volk uit die moeilijkheden had geholpen.
9 Jetro was blij over alles wat de Here voor Israël had gedaan en dat Hij het volk uit Egypte had bevrijd. 10 ‘Geprezen zij de Here,’ zei Jetro, ‘want Hij heeft u bevrijd uit de handen van de Egyptenaren en de farao en Israël in veiligheid gebracht. 11 Nu weet ik zeker dat de Here de Allerhoogste is. Hij heeft immers het volk verlost uit de onderdrukking van Egypte!’
12 Jetro bracht offers aan de Here en daarna kwamen Aäron en de leiders van Israël om met Jetro de maaltijd te gebruiken.
3 Telkens als ik aan u denk, dank ik God. 4 Als ik voor u bid, is mijn hart vol vreugde 5 over de geweldige medewerking die u hebt gegeven aan het bekendmaken van het goede nieuws, vanaf de dag dat u het voor het eerst hoorde tot nu toe. 6 Ik ben er zeker van dat God op de grote dag van Christus Jezus het goede werk dat Hij onder u begonnen is, zal voltooien. 7 Het spreekt eigenlijk vanzelf dat ik zo over u denk, want u hebt een bijzondere plaats in mijn hart. Immers, of ik nu gevangen zit of in vrijheid het geloof in Jezus Christus verdedig en verkondig, u deelt mee in de genade die God mij bewijst. 8 God weet hoe ik naar u verlang met de liefde van Christus Jezus.
9 Ik bid dat u meer en meer van liefde zult overvloeien, zodat u een diep geloof en inzicht in de dingen van God zult krijgen. 10 Ik wil dat u scherp kunt onderscheiden waar het op aankomt. Dan zult u op de dag van Christus zuiver zijn, zonder dat er iets op u aan te merken is, 11 en zal uit heel uw doen en laten blijken dat u, dankzij Jezus Christus, Gods wil doet. Daarvoor moet God geëerd en geprezen worden.
12 Het volgende wil ik u graag laten weten, beste vrienden: alles wat mij hier is overkomen, heeft ertoe bijgedragen dat het goede nieuws over Jezus Christus beter bekend werd. 13 Allen hier, ook de soldaten, weten dat ik vanwege mijn geloof in Christus gevangen zit. 14 En door mijn gevangenschap lijken vele christenen hier hun vrees voor de boeien te hebben overwonnen. Op de een of andere manier heeft mijn geduld hen bemoedigd, met als gevolg dat zij steeds vrijmoediger spreken over Jezus Christus.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.