Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 66:1-12

66 Een psalm, een lied voor de koordirigent.

Laat de hele aarde God lof toezingen.
Zing psalmen over de grote heerlijkheid van zijn naam.
Breng Hem de eer en de lof toe.
Zeg maar tegen God: alles wat U doet,
is beroemd door uw macht en grootheid.
Daarom doen zelfs uw vijanden of zij U eren.
Laat de hele aarde U aanbidden.
Laat zij psalmen zingen
ter ere van U en uw heilige naam.
Kom maar en kijk naar wat God allemaal doet,
groot is zijn reputatie om wat Hij voor de mensen doet.
Hij maakte land droog door de zee te laten opdrogen,
het volk ging te voet dwars door de rivier.
Daar aanbaden wij Hem
die in eeuwigheid regeert door zijn grote kracht.
Laat niemand tegen Hem in opstand komen.
Volken, prijs onze God,
zing luid uw lofliederen tot zijn eer.
Hij gaf ons het leven weer
en verhinderde dat wij vielen.
10 U hebt ons beproefd, o God,
ons gezuiverd zoals men zilver zuivert.
11 U hebt ons in een net laten vangen
en ons een zware last te dragen gegeven.
12 Er reden mensen over onze hoofden
en wij gingen door water en vuur,
maar U hebt ons naar een land met overvloed gebracht.

Jeremia 25:1-14

De brandende toorn van de Here

25 Deze boodschap van de Here aan Jeremia, bestemd voor het hele volk van Juda, kreeg hij tijdens het vierde regeringsjaar van koning Jojakim van Juda, de zoon van Josia. In datzelfde jaar kwam in Babel koning Nebukadnezar aan de macht. 2,3 ‘Tijdens de afgelopen drieëntwintig jaar,’ zei Jeremia, ‘vanaf het dertiende regeringsjaar van koning Josia, de zoon van Amon, tot nu toe heeft God mij zijn berichten gestuurd. Ik heb ze waarheidsgetrouw aan u doorgegeven, maar u hebt niet geluisterd. Door de jaren heen heeft God steeds weer zijn profeten naar u toegestuurd, maar u weigerde te luisteren. Elke keer zeiden zij hetzelfde tegen u: “Keer terug van de slechte weg waarop u zich bevindt en bekeer u van de slechte daden die u doet. Alleen dán kunt u blijven wonen in dit land dat de Here u en uw voorouders voor altijd gaf. Wek mijn toorn niet op door afgoden te aanbidden en beelden te maken. Als u Mij trouw blijft, zal Ik u geen kwaad doen. Maar u wilt niet luisteren, u bent uw eigen gang gegaan en hebt Mij toornig gemaakt met uw afgodsbeelden. Alle ellende die over u komt, hebt u zichzelf op de hals gehaald.” “En daarom,” zegt de Here, de God van de hemelse legers: “omdat u niet naar Mij hebt geluisterd, zal Ik alle legers van het noorden verzamelen en ten strijde laten trekken tegen dit land en zijn inwoners. Zij staan onder bevel van koning Nebukadnezar van Babel, die Ik heb aangewezen als mijn helper. Ook de landen rondom u zal Ik totaal verwoesten en voor anderen tot een aanfluiting en een afschrikwekkend voorbeeld maken. 10 Ik zal uw vreugde wegnemen, uw blijdschap en uw bruiloften. Het bedrijfsleven zal stil komen te liggen en in uw huizen zal het stil en donker zijn. 11 Dit hele land zal een verlaten wildernis worden. Israël en haar buurlanden zullen zeventig jaar lang onderworpen zijn aan de koning van Babel.

12 Daarna, wanneer de zeventig jaar van slavernij voorbij zijn, zal Ik de koning van Babel en zijn volk voor hun zonden straffen, Ik zal het land van de Chaldeeën voor altijd in een woestenij veranderen. 13 Ik zal alle rampen over hen brengen waarmee Ik hen bedreigd heb en die Jeremia namens Mij in dit boek heeft aangekondigd. 14 Want vele volken en koningen zullen op hun beurt de Chaldeeën tot slaven maken, net zoals zij mijn volk tot slaven maakten. Zoals zij mijn volk hebben behandeld, zo zal Ik hen straffen.”

2 Timotheüs 1:13-18

13 Houd vast aan de waarheden die ik je geleerd heb, de waarheden over het geloof en de liefde die Christus Jezus geeft. 14 Waak over de schat die de Heilige Geest die in ons woont, ons heeft gegeven.

15 Je weet dat alle christenen die vanuit Asia hier zijn gekomen, mij in de steek hebben gelaten, zelfs Fygelus en Hermogenes. 16 Ik vraag de Here of Hij Onesiforus en zijn gezin wil zegenen, omdat die mij vaak heeft bezocht om mij moed in te spreken. Zijn bezoeken waren voor mij een verfrissing, hij schaamde zich er niet voor met een gevangene bevriend te zijn. 17 Integendeel: toen hij in Rome aankwam, heeft hij overal naar mij gezocht en mij ten slotte gevonden. 18 Ik bid dat de Here hem een bijzondere zegen geeft op de grote dag waarop Christus terugkeert. En jij, Timotheüs, weet maar al te goed hoe hij mij in Efeze heeft geholpen.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.