Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
Psalm 93
1 De Heer regeert.
Hij heeft de hoogste macht.
Hij is de machtigste Koning.
Daardoor staat de wereld stevig.
2 U bent er altijd geweest.
Al vanaf het eerste begin bent U Koning.
U regeert voor eeuwig.
3 Rivieren bruisen, Heer,
rivieren bruisen en schuimen.
4 Maar machtiger dan de stem van het water,
machtiger dan het gebulder van de zee,
is de machtige Heer in de hemel.
5 Uw woorden zijn te vertrouwen.
De plaats waar U woont, is heilig, voor eeuwig.
De keus tussen de zegen en de vervloeking
11 Houd daarom van je Heer God. Dien Hem alle dagen van je leven door je aan zijn wetten en leefregels te houden. 2 Ik heb het nu niet over jullie kinderen. Want zij kennen de opvoeding van de Heer God nog niet. Zij hebben zijn grootheid en macht nog niet gezien. 3 Zij hebben niet de wonderen gezien die Hij in Egypte heeft gedaan bij de koning van Egypte en in zijn hele land. 4 Of wat Hij heeft gedaan met het leger van Egypte, met de paarden en de strijdwagens. Zij hebben niet gezien hoe Hij het water van de Rietzee over hen heen liet stromen. Hoe Hij hen zo helemaal vernietigde toen ze jullie achtervolgden. 5 Zij weten niet wat Hij met jullie heeft gedaan in de woestijn, vóór jullie hier kwamen. 6 Of wat Hij heeft gedaan met Datan en Abiram, de zonen van Eliab uit de familie van Ruben. Toen scheurde de aarde open en slokte hen op, met hun gezinnen, hun tenten, hun vee en alles wat ze hadden. Heel Israël zag het.
7 Maar júllie hebben met eigen ogen gezien wat voor machtige dingen de Heer heeft gedaan. 8 Houd je daarom aan de hele wet die ik jullie nu geef. Want dan zullen jullie sterk zijn en het land veroveren. 9 En dan zullen jullie lang leven in het land waarvan de Heer aan jullie voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob heeft gezworen dat Hij het aan hun familie ná hen zou geven.
Het is een prachtig en vruchtbaar land. 10 Want het land dat jullie gaan veroveren is niet als Egypte waar jullie vandaan komen. Want in Egypte moesten jullie het land zelf water geven als jullie hadden gezaaid, zoals in een groententuin. 11 Maar het land dat jullie nu gaan veroveren, heeft bergen en dalen en krijgt water van de regen. 12 Het hele jaar door zorgt jullie Heer God voor dat land.
13 Luister goed naar de wetten die ik jullie nu geef. Houd van je Heer God. Dien Hem met je hele hart en je hele ziel. 14 Dan zal de Heer het altijd op tijd laten regenen in het land. De herfstregens en de lenteregens zullen op tijd vallen. Daardoor kunnen jullie het graan, de druiven en de olijven oogsten. 15 Hij zal ervoor zorgen dat er altijd genoeg gras groeit voor jullie vee. Zo zullen jullie altijd zoveel kunnen eten als jullie willen.
16 Maar denk erom dat jullie geen andere goden gaan aanbidden en dienen. 17 Want dan zal de Heer vreselijk boos op jullie worden. Hij zal jullie straffen en het niet meer laten regenen. Daardoor zal er niets meer groeien en zullen er geen oogsten zijn. Dan zal het heel snel met jullie afgelopen zijn in het prachtige land dat de Heer jullie gaat geven.
13 In de aanwezigheid van God die aan alles leven geeft, en in de aanwezigheid van Jezus Christus die tegen Pontius Pilatus de juiste dingen over het geloof heeft gezegd, zeg ik je: 14 houd je heel precies aan alles wat ik je heb geleerd, totdat Jezus Christus komt. 15 Die dag zal komen op het moment dat Híj heeft bepaald. Dan komt Hij, de goede en enige Heerser, de hoogste Koning en de machtigste Heer. 16 Alleen Hij is onsterfelijk en woont in een licht dat wij niet kunnen binnengaan. Geen mens heeft Hem gezien, geen mens kán Hem zien. Voor Hem is alle eer en eeuwige kracht! Amen! Zo is het!
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016