Revised Common Lectionary (Complementary)
Psalm 93
1 De Heer regeert.
Hij heeft de hoogste macht.
Hij is de machtigste Koning.
Daardoor staat de wereld stevig.
2 U bent er altijd geweest.
Al vanaf het eerste begin bent U Koning.
U regeert voor eeuwig.
3 Rivieren bruisen, Heer,
rivieren bruisen en schuimen.
4 Maar machtiger dan de stem van het water,
machtiger dan het gebulder van de zee,
is de machtige Heer in de hemel.
5 Uw woorden zijn te vertrouwen.
De plaats waar U woont, is heilig, voor eeuwig.
Gods woorden over de koning van Tyrus
28 De Heer zei tegen mij: 2 "Mensenzoon, zeg over de koning van Tyrus: Dit zegt de Heer: U bent erg trots geworden. U verbeeldt zich dat u een god bent. Een god die woont in zijn goddelijk paleis midden in zee. Maar u bent maar een sterveling, en geen god. Toch verbeeldt u zich dat u zo wijs als een god bent. 3 Ja, u bent wijzer dan Daniël.[a] Geen probleem is te moeilijk voor u. 4 Door uw wijsheid en uw verstand bent u zo rijk geworden. Uw schatkamers zijn vol goud en zilver. 5 Doordat u zo verstandig handel hebt gedreven, bent u steeds rijker geworden. Maar uw rijkdom heeft u trots gemaakt. 6 De Heer zegt: U vindt dat u zo wijs als een god bent. 7 Daarom stuur Ik sterke legers van wrede volken op u af. Zij zullen u vernietigen en u uw wijsheid en rijkdom afnemen. 8 U zal gedood worden in de strijd. Daar in de zee zult u in het dodenrijk terecht komen. 9 Zult u uzelf nog steeds een god noemen als u oog in oog staat met hem die u zal doden? U zal in handen vallen van hem die u doodt, u, een sterveling en geen god. 10 U zal gedood worden door iemand van een ander volk. Ik zal doen wat ik heb gezegd, zegt de Heer."
Stefanus wordt gedood
54 Toen ze hoorden wat Stefanus over hen zei, werden ze razend. Ze knarsten met hun tanden van woede. 55 Maar Stefanus was vol van de Heilige Geest. Hij keek omhoog naar de hemel en zag de stralende aanwezigheid van God. Ook zag hij Jezus naast God staan. 56 En hij zei: "Kijk! Ik zie de hemel openstaan! Ik zie de Mensenzoon naast God staan!" 57 Maar ze begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun vingers in hun oren en stormden als één man op hem af. 58 Ze sleepten hem de stad uit en gooiden hem met stenen dood. De mannen die dat deden, legden hun mantels neer bij een jongeman die Saulus heette. Hij moest op hun mantels passen. 59 Zo doodden ze Stefanus. Hij riep naar de Heer: "Heer Jezus, ontvang mijn geest!" 60 Hij viel op zijn knieën en riep luid: "Heer, vergeef hun deze misdaad!" Toen stierf hij.
De gemeente wordt bedreigd en vervolgd
8 Saulus was het er helemaal mee eens dat Stefanus werd gedood. Vanaf die dag werd de gemeente in Jeruzalem zwaar vervolgd. De gelovigen raakten over heel Judea en Samaria verspreid. Maar de apostelen bleven in Jeruzalem.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016