Revised Common Lectionary (Complementary)
Psalm 23
1 Een lied van David.
De Heer zorgt voor mij zoals een herder voor zijn schapen zorgt.
Ik kom niets tekort.
2 Hij laat mij rusten in groene velden.
Hij laat mij drinken uit rustige stroompjes.
3 Hij geeft me kracht.
Hij helpt me om te leven zoals Hij het wil,
omdat Hij dat heeft beloofd.
4 Zelfs als ik door een diep, donker dal ga, een dal van moeilijkheden,
ben ik nergens bang voor, want U bent bij mij.
Met uw stok en uw herdersstaf
beschermt U mij en stuurt U mij bij.
Het troost mij dat U dat doet.
5 Mijn vijanden zien hoe goed U voor mij bent:
U zet een feestmaaltijd voor mij neer.
U zalft mijn hoofd met zalf-olie.[a]
U schenkt mijn beker zó vol dat hij overloopt.
6 Uw goedheid en liefde zijn mijn leven lang bij mij.
Ik mag mijn hele leven dicht bij U zijn.
Israël gedraagt zich als de volken die geen verbond met God hebben (vervolg)
10 Jeremia zegt: "Volk van Israël, luister naar wat de Heer tegen jullie zegt! 2 Doe niet wat de andere volken doen. Denk niet dat de dingen die je aan de hemel ziet, iets zeggen over de toekomst. Laat je er niet bang door maken, zoals de andere volken. 3 Want wat de andere volken aanbidden, is machteloos. Het zijn gewoon stukken hout die mensen uit het bos hebben gekapt. 4 Ze hebben er met een beitel een vorm aan gegeven en die met zilver en goud versierd. Ze zetten ze daarna met spijkers vast, zodat ze niet kunnen omvallen. 5 Zo staan ze daar. Het zijn net vogelverschrikkers, want spreken kunnen ze niet. Ze moeten gedragen worden, want ze kunnen niet zelf lopen. Wees niet bang voor zulke goden, want ze doen geen kwaad. Maar ze doen ook niets goeds!
6 Heer, niemand is als U. U bent geweldig en U bent machtig. 7 Iedereen zou voor U ontzag moeten hebben. U heeft daar recht op, want U bent de Koning van alle volken. Geen enkel wijs man van de volken, geen mens in al de koninkrijken, is zoals U. 8 Want hierin zijn zij allemaal onverstandig en dwaas: ze aanbidden beelden van hout. Het is onzin om zoiets te aanbidden. 9 Die beelden worden wel door vakmensen bedekt met zilver uit Tarsis en goud uit Ufaz, en ze hebben wel kostbare mantels om, maar ze zijn helemaal door mensen gemaakt.
10 Maar de Heer God is de Waarheid. Hij is de levende God, de eeuwige Koning. Als Hij boos is, beeft de aarde. Geen volk overleeft het als Hij kwaad op hen is. 11 Zeg tegen de volken: Goden die de hemel en de aarde niet hebben gemaakt, zullen weer van de aarde en vanonder de hemel verdwijnen. 12 God maakte de aarde door zijn kracht. Hij maakte de wereld met wijsheid. Hij plaatste de hemel met verstand. 13 Als Hij spreekt, dreunt zijn stem langs de hemel als het dreunen van de zee. Hij roept de wolken van het einde van de aarde. Hij laat het bliksemen en regenen. Hij haalt de wind uit zijn voorraadkamers.
14 De mensen zijn onverstandig en weten niets van God. De goudsmeden staan voor schut met hun beelden. Want het zijn maar leugens. Er zit geen leven in. 15 Ze hebben niets te betekenen. Ze zijn alleen maar bespottelijk. Als God hen straft, blijft er niets van hen over. 16 De God van Jakob lijkt niet op die goden. Want Hij is de Maker van alles. En Israël is zijn eigendom. Hij is de Heer van de hemelse legers!
Jezus is in alle dingen de eerste
15 Jezus is de afbeelding van God. God kunnen we niet zien. Maar aan Jezus kunnen we zien wie God is. Jezus was er al vóórdat God alles maakte. 16 Want door Jezus heeft God alle dingen in de hemel en op de aarde gemaakt: de zichtbare dingen en de onzichtbare dingen, alles wat heerst en macht heeft. Alles is door Hem en voor Hem gemaakt. 17 Hij was er eerder dan al het andere. Alle dingen bestaan door Hem. 18 Hij is het Hoofd van de gemeente en de gemeente is zijn Lichaam. Hij is het begin van alles. Hij is de eerste die uit de dood is opgestaan. Zo is Hij dus van alles de eerste. 19 Want God had besloten Zelf in Jezus te komen wonen. 20 Door Jezus' dood aan het kruis heeft God vrede met ons gesloten. Door Jezus heeft Hij de vriendschap hersteld tussen Hemzelf en alles wat leeft op de aarde en in de hemel.
21 Ook met jullie is Hij vrienden geworden. Hij heeft al jullie schuld weggedaan. Vroeger leefden jullie vér bij God vandaan. Jullie waren vijanden van God door de slechte dingen die jullie deden. 22 Maar nu mogen jullie bij God horen, doordat Jezus mens werd en stierf om jullie schuld op Zich te nemen. Want Hij wilde dat jullie volmaakt en vrij van schuld bij Hem zouden kunnen komen. 23 Maar dat kan alleen, als jullie stevig blijven staan in het geloof. Laat je dus niet afleiden van het goede nieuws dat jullie hebben gehoord. Want alleen dat is de waarheid. En ik, Paulus, ben één van de mensen die dat goede nieuws aan de mensen vertel.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016