Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Chronological

Read the Bible in the chronological order in which its stories and events occurred.
Duration: 365 days
BasisBijbel (BB)
Version
Daniël 10-12

Daniël ziet een Man in linnen kleren

10 Toen Kores, de koning van Perzië, drie jaar regeerde,[a] sprak God tot mij. (Ik, Daniël, werd ook Beltsazar genoemd.) God liet mij zien wat er zou gaan gebeuren. Het was de waarheid, maar het ging over een verre toekomst. En ik begreep wat de Heer mij liet zien. Ik was drie weken lang diep bedroefd over wat ik over die verre toekomst had gezien. Ik at geen lekkere dingen en geen vlees en ik dronk geen wijn. Ook verzorgde ik mij niet met zalf-olie, tot er drie hele weken voorbij waren.

Dit is wat ik had gezien. Op de 24e dag van de eerste maand stond ik aan de oever van de grote rivier de Tigris. Plotseling zag ik een Man in linnen kleren staan. Om zijn middel had Hij een gordel van zuiver goud. Zijn lichaam glansde als een edelsteen, zijn gezicht schitterde als de bliksem, zijn ogen leken vuurvlammen, zijn armen en voeten glansden als gepoetst koper en zijn stem klonk als het gedreun van een groot leger. Alleen ik, Daniël, zag Hem. De mannen die bij mij waren zagen Hem niet. Ze voelden wel dat er iets bijzonders gebeurde. Ze werden heel erg bang en vluchtten weg om zich te verbergen. Zo bleef ik alleen achter toen ik deze belangrijke, indrukwekkende dingen zag.

Toen ik de Man zag, had ik helemaal geen kracht meer. Ik werd doodsbleek en voelde me helemaal slap worden. Toen hoorde ik Hem spreken. Zodra ik zijn stem hoorde, viel ik flauw. Ik viel met mijn gezicht op de grond. 10 Toen raakte een hand mij aan. Ik kwam op handen en knieën overeind. 11 De Man zei tegen mij: "Daniël, vriend, let nu goed op wat Ik zeg. Kom overeind. Want Ik ben naar jou toe gestuurd." Toen kwam ik bevend overeind. 12 Hij zei: "Je hoeft niet bang te zijn, Daniël. Vanaf de dag dat je probeerde alles te begrijpen en dat je tot God hebt gebeden, heeft Hij je woorden gehoord. Na jouw gebed ging Ik onmiddellijk naar je op weg. 13 Maar de heerser van Perzië[b] hield Mij 21 dagen tegen. Toen kwam Michaël, één van de belangrijkste engelen, naar Mij toe. Hij kwam Mij helpen omdat Ik werd tegengehouden door de heersers van Perzië. 14 Nu ben Ik naar je toe gekomen om je te vertellen wat er in de verre toekomst met je volk zal gebeuren. Want het zal over de verre toekomst gaan."

15 Terwijl Hij met mij sprak, knielde ik neer, met mijn gezicht tot op de grond. Ik kon niet meer spreken. 16 Hij die er uitzag als een mens raakte mijn mond aan. Toen kon ik weer spreken. Ik zei tegen Hem die vóór mij stond: "Wat ik heb gezien doet mij veel pijn en verdriet, Heer. Ik voel me er ziek van. 17 Hoe kan ik met U spreken, Heer? Ik heb nu helemaal geen kracht meer. Ik kan zelfs nauwelijks nog ademhalen." 18 Toen raakte Hij die er uitzag als een mens mij opnieuw aan en gaf mij kracht. 19 Hij zei: "Je hoeft niet bang te zijn, vriend, Ik wens je vrede toe. Wees sterk! Wees sterk!" Toen Hij dat zei, kwam mijn kracht in mij terug. En ik zei: "Spreek verder, Heer, want ik heb weer kracht gekregen."

20 Toen zei Hij: "Weet je waarom Ik naar je toe ben gekomen? Maar nu moet Ik onmiddellijk teruggaan om tegen de heerser van Perzië te strijden. Zodra Ik vertrek, zal de heerser van Griekenland komen. 21 Maar eerst zal Ik je vertellen wat er opgeschreven is in het Boek van de Waarheid. Niemand helpt Mij bij mijn strijd tegen hen. Ik krijg alleen hulp van de engel Michaël die jullie beschermt.

De toekomst

11 Vanaf het moment dat koning Darius uit Medië koning werd, heb Ik Mij ingespannen om hem te helpen.

Nu zal Ik je de waarheid vertellen over wat er in de toekomst gaat gebeuren. Let op: er zullen nog drie koningen over Perzië komen.[c] En de vierde koning[d] zal nog rijker zijn dan alle anderen. En als hij door zijn rijkdom machtig is geworden, zal hij een enorm leger verzamelen tegen het koninkrijk van Griekenland. Daarna zal er een machtige koning komen, die met grote macht zal heersen en die zal doen wat hij wil.[e] Maar als hij nog maar pas aan de macht is, zal zijn koninkrijk in stukken worden gebroken. Het zal in vier delen verdeeld worden, maar niet aan zijn zonen.[f] Ook zullen ze niet zo machtig zijn als zijn koninkrijk vroeger was. Want zijn koninkrijk zal uit elkaar gescheurd worden en aan mannen gegeven worden die niet zullen zijn zoals hij.

Dan zal de koning van het Zuiden[g] machtig worden. Maar één van de vier koningen zal nog machtiger worden dan hij. Hij zal een machtig heerser worden.[h] Na een aantal jaren zal de koning van het Zuiden[i] een verbond sluiten met de koning van het Noorden:[j] hij laat zijn dochter met de koning van het Noorden trouwen. Maar zij zal haar macht verliezen.[k] Ook haar vader zal zijn macht kwijtraken. Hij zal zelfs zijn leven verliezen. En zij zal worden vermoord, met alle mensen die met haar meegingen naar het noorden. Ook hij die namens haar vader toezicht op haar hield en die haar hielp, zal worden vermoord. Maar uit haar familie zal iemand anders[l] koning worden. Hij zal snel machtig worden. Hij zal met zijn leger optrekken tegen de koning van het Noorden.[m] Hij zal zijn burcht veroveren en binnentrekken. Hij zal hun gouden godenbeelden en alle kostbare voorwerpen van goud en zilver als buit meenemen naar Egypte. Ook zal hij de godenbeelden terugbrengen die eerder door de koning van het Noorden als buit uit Egypte waren meegenomen naar het Noorden. Daarna zal hij een aantal jaren de macht hebben over de koning van het Noorden en niet tegen hem strijden.[n] Daarna zal de koning van het Noorden de koning van het Zuiden aanvallen. Maar hij zal naar zijn land terug moeten trekken.

10 Daarna zullen de zonen van de koning van het Noorden een enorm leger verzamelen voor de strijd.[o] Dat leger zal snel oprukken tegen de koning van het Zuiden. Het zal als een vloedgolf over het land spoelen. Bij een tweede aanval bereikt het de burcht. 11 Dan zal de koning van het Zuiden woedend een tegenaanval doen op de koning van het Noorden. De koning van het Noorden zal een enorm groot leger verzamelen. Maar dat leger zal worden verslagen door de koning van het Zuiden. 12 De koning van het Zuiden zal er erg trots op zijn dat hij dat leger heeft kunnen vernietigen. Hij zal tienduizenden mensen afslachten.[p] Maar hij zal zijn macht verliezen.

13 Want opnieuw zal de koning van het Noorden een groot leger verzamelen, nog groter dan het vorige. Na een paar jaar zal hij daarmee snel optrekken tegen de koning van het Zuiden. Het zal een geweldig groot en goed bewapend leger zijn. 14 In die tijd zullen er veel koningen in opstand komen tegen de koning van het Zuiden.[q] Ook zullen gewelddadige mensen uit jouw eigen volk in opstand komen, om profetieën die over het land gedaan zijn zelf tot werkelijkheid te maken.[r] Maar ze zullen daar niet in slagen: ze zullen ten val komen.[s] 15 Dan zal de koning van het Noorden komen en een ommuurde stad omsingelen en veroveren.[t] De legers van het Zuiden zullen hem niet kunnen tegenhouden. Geen van hun troepen zal sterk genoeg zijn om hem te verslaan. 16 Hij die hem aanvalt zal doen wat hij wil en niemand zal hem kunnen tegenhouden. Hij zal ook het Sieraad binnentrekken.[u] Hij zal daar dood en vernietiging brengen.[v] 17 Daarna zal de koning van het Noorden proberen om de koning van het Zuiden aan zijn kant te krijgen. Hij zal daarvoor al zijn macht gebruiken. Hij zal een verbond met hem sluiten door zijn dochter te laten trouwen met de koning van het Zuiden.[w] Door haar probeert hij de macht in handen te krijgen. Maar dat plan zal niet slagen. Zij zal niet trouw aan haar vader blijven.[x] 18 Dan zal de koning van het Noorden de strijd aanbinden met de landen langs de kust.[y] Hij zal er een heel aantal van veroveren. Maar een aanvoerder zal uiteindelijk een einde maken aan zijn brutale veroveringen.[z] Maar die aanvoerder zal zich niet kunnen wreken voor het brutale gedrag van de koning van het Noorden. 19 Daarna zal de koning van het Noorden teruggaan naar de burchten van zijn eigen land. Maar hij zal worden gedood en niemand zal nog van hem horen.[aa]

20 Hij zal worden opgevolgd door een koning die aldoor een belastingophaler zal rondsturen om zoveel mogelijk geld voor hem op te halen.[ab] Maar de koning zal na korte tijd worden gedood. Maar niet in een gevecht, en ook niet in de oorlog.[ac] 21 Na hem zal er een slecht mens aan de macht komen, maar hij zal geen koning zijn.[ad] Hij zal zijn kans afwachten en dan met bedrog en sluwheid aan de macht weten te komen. 22 Grote legers die het hele land als een rivier overspoelen, zal hij weten te vernietigen. Ook de heerser van het verbond zal hij vernietigen.[ae] 23 Iedereen met wie hij een verbond sluit, zal door hem worden bedrogen. Zo zal hij steeds machtiger worden, ook al heeft hij maar weinig aanhangers.[af] 24 Hij zal zijn kans afwachten en dan de rijkste streken van zijn gebied plunderen. En hij zal iets doen wat geen één van zijn voorvaders ooit heeft gedaan: hij zal de rijke buit verdelen onder zijn aanhangers.[ag] Ook zal hij plannen smeden om de ommuurde steden te veroveren. Maar dat zal hij maar een beperkte tijd kunnen doen.

25 Dan zal hij met al zijn kracht en inspanning de koning van het Zuiden aanvallen met een groot leger. En de koning van het Zuiden zal een enorm groot leger verzamelen om tegen hem te strijden. Maar hij zal niet winnen: hij verliest door samenzweringen tegen hem. 26 Want zijn eigen vrienden zullen hem verraden en zijn leger zal volledig worden vernietigd.[ah] Er zullen veel doden vallen. 27 En die twee koningen zullen allebei proberen de ander te bedriegen. Ze zullen allebei doen alsof ze een verbond willen sluiten. Ze zullen aan één tafel zitten en met elkaar overleggen, maar intussen proberen ze elkaar te bedriegen. Maar hun plannen zullen mislukken. Want de tijd die God heeft bepaald, is nog niet gekomen. 28 De koning van het Noorden zal met een grote buit naar zijn land teruggaan. Hij zal een vijand zijn van het land dat een verbond met God heeft. Daarom zal hij vreselijke dingen doen.[ai] Daarna zal hij teruggaan naar zijn land.

29 Op een bepaald moment zal hij opnieuw het Zuiden aanvallen. Maar deze keer zal het niet zo gaan als de vorige keer. 30 Want de Kittieten zullen met hun schepen tegen hem oprukken en zijn aanval afslaan.[aj] Daardoor zal hij de moed verliezen en teruggaan naar zijn land. Maar op de terugweg daarheen zal hij eerst zijn woede koelen op het land dat een verbond met God heeft.[ak] Hij zal zelfs een verbond sluiten met Joden die hun verbond met God verbreken. 31 Hij zal een leger naar Jeruzalem sturen. Dat zal het heiligdom en de burchten verwoesten. Hij zal ervoor zorgen dat de dagelijkse offers niet meer worden gebracht. Ze zullen een afgodsbeeld neerzetten dat vernietiging brengt.[al]

32 En de mensen die zich niet aan hun verbond met God houden, zullen doen alsof dat niet zo is. Daardoor bederven ze het verbond. Maar de mensen die hun God werkelijk kennen, zullen sterk zijn. Zij zullen standhouden. 33 Wijze mensen van het volk zullen veel andere mensen leren hoe ze moeten leven zoals God het wil. In die tijd zullen ze vervolgd worden. Ze worden gedood, verbrand, gevangen genomen, beroofd. 34 In die tijd zullen ze weinig hulp krijgen.[am] Veel van hen zullen doen alsof ze niet langer bij het verbond horen. 35 En ook sommige van de wijze mensen zullen zich laten verleiden om ontrouw te worden. Zo zal blijken wie echt geloof heeft en wie niet. Dat zal duren tot aan het eind van de door God vastgestelde tijd.

36 En de koning[an] zal kunnen doen wat hij wil. Daardoor zal hij trots worden en zich verbeelden dat hij machtiger is dan God. Zelfs tegen de Allerhoogste God zal hij beledigende dingen durven zeggen. En het zal goed met hem gaan, totdat zijn tijd om is en God hem straft. Want het staat vast dat dit zal gebeuren. 37 Hij zal zich niet bezighouden met de goden van zijn voorouders. Hij zal zich niets aantrekken van de god die zijn vrouwen aanbidden. Hij zal zich ook van God niets aantrekken. Want hij zal doen alsof hij hoger is dan alle goden. 38 Hij zal een god aanbidden die zijn voorouders nooit hebben gediend: de god van de burchten. Die zal hij aanbidden met goud, zilver, edelstenen en kostbare voorwerpen. 39 Met de hulp van deze god zal hij de grote steden aanvallen en veroveren. Iedereen die dezelfde god aanbidt, zal hij belonen. Hij zal hen tot heersers over veel grote steden maken. Hij zal hun een groot gebied geven tegen een hoge prijs.

40 Maar aan het eind van de tijd zal de koning van het Zuiden hem aanvallen. En de koning van het Noorden zal een snelle aanval op hem doen met strijdwagens en ruiters en heel veel schepen. Hij zal landen binnenvallen en zijn legers zullen als een vloedgolf over de landen spoelen. 41 Ook het Sieraad zal hij binnenvallen. Veel mensen zullen worden gedood. Maar Edom, Moab en een deel van de Ammonieten zullen van hem weinig schade oplopen. 42 Hij zal landen veroveren. Ook Egypte. 43 Hij zal alle verborgen schatten veroveren: goud, zilver en kostbare voorwerpen. Ook alle schatten van Egypte. Hij zal dat doen met de hulp van Libië en Ethiopië, die zich bij hem zullen aansluiten. 44 Maar berichten uit het oosten en het noorden zullen hem ongerust maken.[ao] Woedend zal hij tekeer gaan en dood en vernietiging brengen. 45 Hij zal zijn koninklijke tenten opzetten tussen de zeeën, op de berg van het heilig Sieraad. Maar daar zal hij worden gedood en niemand zal hem redden. (lees verder)

De toekomst (vervolg)

12 In die tijd zal de engel Michaël komen, de machtige beschermer van je volk. Hij zal je volk helpen in de vreselijke tijd die komt. Want zulke verschrikkelijke tijden zijn er nog nooit geweest sinds er mensen bestaan. Maar iedereen van jouw volk wiens naam in het Boek van het Leven is bijgeschreven, zal worden gered. Veel van de mensen die allang dood zijn, zullen opstaan. Sommigen zullen het eeuwige leven krijgen, anderen de eeuwige, vreselijke straf. De wijze mensen zullen stralen als de sterren aan de hemel. Zij die andere mensen hebben geleerd hoe ze God moeten dienen, zullen schitteren als de sterren, voor altijd en eeuwig."

Slot

De Man zei tegen mij: "Daniël, schrijf dit allemaal op. Maar verberg de betekenis ervan, zodat alles verborgen blijft tot aan het eind van de tijd. Veel mensen zullen proberen het te begrijpen en zullen het onderzoeken. Ze zullen er steeds meer van gaan begrijpen."

Toen zag ik plotseling nog twee andere mannen staan: de één aan deze kant van de rivier, de ander aan de overkant. Eén van hen zei tegen de Man in de linnen kleren die hogerop langs het water van de rivier stond: "Hoelang duurt het nog tot deze wonderlijke dingen gebeurd zullen zijn?" De Man in de linnen kleren die hogerop langs het water van de rivier stond, hief zijn handen op naar de hemel en zwoer bij de God die eeuwig leeft: "Een tijd, tijden en een halve tijd.[ap] Wanneer Hij zijn volk niet langer uit elkaar zal jagen, zullen al deze dingen gebeurd zijn."

Ik hoorde wel alles wat Hij zei, maar ik begreep het niet. Ik vroeg: "Mijn Heer, wat gaat er nu toch precies gebeuren?" Maar Hij zei: "Ga nu, Daniël. Want dat zal verborgen blijven tot aan het eind van de tijd. 10 Veel mensen zullen zich laten schoonwassen en bij God willen horen. Maar de mensen die zich niets van God aantrekken, zullen gewoon slechte dingen blijven doen. Zij zullen hier niets van begrijpen. Maar de wijze en verstandige mensen zullen deze dingen begrijpen. 11 Vanaf de tijd dat het dagelijks offer niet meer zal worden gebracht en het afgodsbeeld dat vernietiging brengt in de tempel staat, zullen er 1290 dagen (ongeveer 3 jaar en 7 maanden) voorbij gaan. 12 Het zal heerlijk voor de mensen zijn die hierop zelfs 1335 dagen (ongeveer 3 jaar en 8 ½ maand) blijven wachten. 13 Jij mag rustig sterven.[aq] Maar aan het eind van de tijd zul je opstaan uit de dood. Dan zul je je beloning krijgen."

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016