Revelation 1:10-20
New International Version
10 On the Lord’s Day(A) I was in the Spirit,(B) and I heard behind me a loud voice like a trumpet,(C) 11 which said: “Write on a scroll what you see(D) and send it to the seven churches:(E) to Ephesus,(F) Smyrna,(G) Pergamum,(H) Thyatira,(I) Sardis,(J) Philadelphia(K) and Laodicea.”(L)
12 I turned around to see the voice that was speaking to me. And when I turned I saw seven golden lampstands,(M) 13 and among the lampstands(N) was someone like a son of man,[a](O) dressed in a robe reaching down to his feet(P) and with a golden sash around his chest.(Q) 14 The hair on his head was white like wool, as white as snow, and his eyes were like blazing fire.(R) 15 His feet were like bronze glowing in a furnace,(S) and his voice was like the sound of rushing waters.(T) 16 In his right hand he held seven stars,(U) and coming out of his mouth was a sharp, double-edged sword.(V) His face was like the sun(W) shining in all its brilliance.
17 When I saw him, I fell at his feet(X) as though dead. Then he placed his right hand on me(Y) and said: “Do not be afraid.(Z) I am the First and the Last.(AA) 18 I am the Living One; I was dead,(AB) and now look, I am alive for ever and ever!(AC) And I hold the keys of death and Hades.(AD)
19 “Write, therefore, what you have seen,(AE) what is now and what will take place later. 20 The mystery of the seven stars that you saw in my right hand(AF) and of the seven golden lampstands(AG) is this: The seven stars are the angels[b] of the seven churches,(AH) and the seven lampstands are the seven churches.(AI)
Footnotes
- Revelation 1:13 See Daniel 7:13.
- Revelation 1:20 Or messengers
Openbaring 1:10-20
Het Boek
10 Op de dag van de Here kwam de Geest over mij. Ik hoorde een luide stem die klonk als een bazuin, achter mij zeggen: 11 ‘Schrijf alles wat u ziet in een boek en stuur dat naar de zeven christengemeenten: Efeze, Smyrna, Pergamum, Thyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea!’
12 Ik keerde mij om, want ik wilde zien wie dat zei en ik zag zeven gouden kandelaars, 13 en daartussen stond iemand die er uitzag als een mensenzoon. Hij droeg een lang kleed, dat tot op zijn voeten hing en had een gouden band om zijn borst. 14 Zijn haar was zo wit als wol, zelfs zo wit als sneeuw en zijn ogen schitterden als vuur. 15 Zijn voeten glansden als brons in een oven en Hij had een stem als een donderende waterval. 16 In zijn rechterhand hield Hij zeven sterren, uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard en zijn gezicht straalde en schitterde als de felle zon.
17 Toen ik Hem zag, viel ik als dood voor Hem neer. Maar Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste. 18 Ik ben de Levende. Ik ben dood geweest, maar nu leef Ik voor altijd en eeuwig. Ik heb de dood en het dodenrijk overwonnen.
19 Schrijf op wat u gezien hebt, wat er nu is en wat hierna zal gebeuren. 20 Dit is de betekenis van de zeven sterren in mijn rechterhand en van de zeven kandelaars: de zeven sterren zijn de boodschappers van de zeven gemeenten en de zeven kandelaars zijn die gemeenten zelf.’
Read full chapterHoly Bible, New International Version®, NIV® Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
NIV Reverse Interlinear Bible: English to Hebrew and English to Greek. Copyright © 2019 by Zondervan.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.