Añadir traducción en paralelo Imprimir Opciones de la página

Israël zal herbouwd worden

54 Zing, kinderloze vrouw! Barst uit in luid en vrolijk gezang, u die nooit moeder bent geworden. Want de verlaten vrouw heeft meer kinderen dan de vrouw die een man heeft. Maak uw huis groter, bouw er stukken bij aan, breid uw huis uit! Want u zult uit uw voegen barsten! Uw nakomelingen zullen de steden in bezit nemen die tijdens de ballingschap werden verlaten en zij zullen regeren over de volken die hun land in bezit namen. Wees niet bang, u zult niet langer in schande leven. Aan de schande van uw jeugd en de zorgen van uw weduwschap zal niet meer worden gedacht.

Want uw schepper zal uw ‘echtgenoot’ zijn. Here van de hemelse legers is zijn naam, Hij is uw verlosser, de Heilige van Israël, de God van de hele aarde. Want de Here heeft u uit uw verdriet omhoog getrokken, een jonge vrouw, verstoten door haar echtgenoot. Voor een korte tijd heb Ik u verstoten. Maar met een groot medelijden zal Ik u weer bij Mij laten terugkomen. In een moment van toorn keerde Ik mijn gezicht voor een korte tijd van u af, maar met eeuwige ontfermende liefde zal Ik Mij over u ontfermen, zegt de Here, uw verlosser. Net als in de tijd van Noach, toen Ik zwoer dat Ik de aarde nooit meer door een grote watervloed zou laten overstromen, zweer Ik nu dat Ik mijn toorn nooit meer zo over u zal uitgieten als nu het geval is. 10 Want de bergen kunnen wegzakken en de heuvels verdwijnen, maar mijn eeuwige ontfermende liefde zal u niet verlaten. Mijn belofte van vrede aan u zal nooit worden gebroken, zegt de Here, die Zich over u ontfermt.

11 Ach mijn mishandeld volk, uit het lood geslagen en diep in de problemen, Ik zal u herbouwen op een fundament van saffieren. De muren van uw huizen zal Ik van kostbare juwelen maken. 12 Ik zal uw torens van glinsterend agaat en uw poorten en muren van glanzend edelgesteente maken. 13 En al uw kinderen zal Ik, de Here, onderwijzen en zij zullen grote voorspoed hebben. 14 U zult leven onder een rechtvaardig en eerlijk bewind. Uw vijanden zullen op een eerbiedige afstand blijven, in vrede zult u leven. De verschrikkingen van een oorlog zullen u niet meer teisteren. 15 Als een volk tegen u ten strijde trekt, ben Ik het niet die hen stuurt om u te straffen. Daarom zal dat volk worden verslagen, want Ik sta aan uw kant. 16 Ik schiep de smid die de kolen in de oven aanblaast en vernietigingswapens maakt. En Ik maakte de legers die vernietiging zaaien. 17 Maar in die tijd zal geen enkel wapen dat tegen u wordt opgeheven, succes hebben en elke leugen die in de rechtszaal tegen u wordt ingebracht, zult u kunnen weerleggen. Dat is de erfenis van de dienaars van de Here. Dit is de zegen die Ik u heb gegeven, zegt de Here.

Gezegend is hij die de Here zoekt

55 Is er iemand die dorst heeft? Kom dan maar hier en drink, ook al hebt u geen geld! Kom hier en kies uit wat u wilt drinken, wijn of melk. Alles is gratis! Waarom zou u uw geld uitgeven aan voedsel dat u geen kracht geeft? Waarom zou u betalen voor etenswaren die niets waard zijn? Luister, dan zal Ik vertellen waar u voedsel kunt krijgen dat goed is voor uw ziel! Kom hier bij Mij en zet uw oren goed open. Luister, want het gaat om het welzijn van uw ziel. Ik sta klaar om een eeuwig verbond met u te sluiten en u alle gunsten en liefde te geven die Ik ook aan koning David gaf. Hij bewees mijn macht door vreemde landen te onderwerpen. Ook u zult de volken bevelen en zij zullen zich haasten om u te gehoorzamen, niet vanwege uw eigen macht of kunde, maar omdat Ik, de Here uw God, u heb verheerlijkt.

Zoek naar de Here, zolang Hij Zich nog laat vinden. Roep tot Hem nu Hij nog dichtbij is. Laten de overtreders hun slechte wegen verlaten en elk plan tot zondigen uit hun gedachten bannen! Laten zij naar de Here, onze God, terugkeren. Dan zal Hij Zich over hen ontfermen, want Hij vergeeft grenzeloos veel! Mijn plannen zijn niet dezelfde als die van u en mijn gedachten zijn niet uw gedachten! Net zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan die van u. Evenzo zijn mijn gedachten hoger dan de uwe. 10 Zoals de regen en de sneeuw vanuit de hemel naar beneden komen en op de grond blijven liggen om de aarde water te geven, het koren te laten groeien, zaad voor de boer en eten voor de hongerigen te produceren, 11 zo is mijn woord ook. Ik stuur het uit en het levert altijd vrucht op. Het doet alles wat Ik wil en bereikt datgene waarvoor Ik het wegstuur. 12 U zult in blijdschap en vrede leven. De bergen en heuvels, de bomen op het land, de hele wereld om u heen, zullen blij zijn. 13 Waar eens doornstruiken groeiden, zullen cipressen staan, in plaats van distels zullen mirtestruiken uit de aarde opschieten. Dit wonder zal de naam van de Here beroemd maken en zal een eeuwig teken zijn van Gods macht en liefde, waaraan nooit meer een einde komt.

God sluit niemand uit

56 Wees rechtvaardig en eerlijk tegen iedereen, zegt de Here God. Doe wat rechtvaardig en goed is, want Ik kom binnenkort om u te redden en mijn rechtvaardigheid te tonen. Gezegend is wie de sabbat in ere houdt, gezegend is wie zichzelf weerhoudt van slechte daden. Als iemand van een ander volk zich bij de Here aansluit, laat hij dan niet zeggen: ‘De Here zal mij achterstellen bij zijn eigen volk.’ Zelfs als hij een eunuch is, moet hij niet denken minderwaardig te zijn. Want dit zeg Ik over de eunuch die de sabbat in ere houdt, zich gedraagt zoals Ik dat wens en weet dat hij deel uitmaakt van mijn verbond: Ik zal hem in mijn huis, binnen mijn muren een naam geven die uitgaat boven de eer die hij zou ontvangen als hij zonen en dochters had. Want de naam die Ik hem zal geven, is een eeuwige, hij zal nooit verdwijnen.

Ja, allen die zich bij het volk van God voegen hoewel zij behoren tot een ander volk, Hem dienen en zijn naam liefhebben, zijn dienaars zijn en de sabbat niet ontheiligen en die zijn verbond en beloften hebben aanvaard, zal Ik ook naar mijn heilige berg brengen. Ik zal hen vol vreugde maken in mijn huis van gebed. Ik zal hun offers en geschenken aannemen, want mijn tempel zal ‘Huis van gebed voor iedereen’ worden genoemd!

Want de Here God, die de uitgestotenen van Israël terugbrengt, zegt: naast mijn volk Israël zal Ik daar ook anderen brengen.

Slechte leiders

Kom, wilde dieren van het land, kom eten, dieren van de bossen, verscheur mijn volk. 10 Want de wachters van mijn volk zijn allemaal blind voor het gevaar. Het zijn leeghoofden die geen alarm slaan als het gevaar komt. Zij houden van zomaar wat liggen, van slapen en mooie dromen. 11 Zij zijn net zo gulzig als honden, nooit hebben zij genoeg, het zijn domme herders die alleen op hun eigen welzijn letten en elke kans benutten om er zelf beter van te worden. 12 ‘Vooruit,’ zeggen zij, ‘laten wij wat wijn halen en een feest houden, laten we ons eens lekker bedrinken. Dit is pas leven, zo mag het wel altijd blijven. En morgen wordt het nog mooier!’

De vrede van God

57 Rechtvaardige mensen verdwijnen, de vromen sterven te vroeg, maar niemand schijnt zich er iets van aan te trekken of zich af te vragen waarom dat gebeurt. Niemand schijnt te beseffen dat God hen wegneemt voordat de kwade dagen komen. Zij zullen in vrede rusten, allen die in hun leven de rechte weg bewandelen. Maar u: kom hier, heksenzonen, kinderen van echtbrekers en overspelige vrouwen! Wie bespot u? Tegen wie trekt u gezichten en steekt u de tong uit? Kinderen van zondaars en leugenaars! Met veel overgave aanbidt u uw afgoden in de schaduw van elke boom en in de dalen slacht u uw kinderen als mensenoffers onder de overhangende rotsen. De gladde stenen in de dalen zijn uw goden. U aanbidt ze en zij, niet Ik, zijn uw erfenis. Moet dit alles Mij gelukkig maken? 7,8 U hebt overspel gepleegd op de heuveltoppen, want u aanbidt daar uw afgoden en laat Mij in de steek. Achter gesloten deuren zet u uw afgodsbeelden op en aanbidt niet Mij, maar iemand anders. Dat is overspel, want u geeft deze afgoden uw liefde in plaats van Mij lief te hebben. U bracht geurig reukwerk en parfum als geschenk naar Moloch. U hebt ver gereisd, zelfs naar het dodenrijk, om nieuwe goden te vinden van wie u kon houden. 10 U werd moedeloos tijdens het zoeken, maar u gaf het niet op. U sprak uzelf moed in en ging door. 11 Waarom was u banger voor hen dan voor Mij? Hoe is het mogelijk dat u zelfs geen moment aan Mij hebt gedacht? Ben Ik te vriendelijk geweest, zodat u voor Mij geen angst voelt? 12 En dan zijn daar uw ‘gerechtigheid’ en uw ‘goede werken’, maar die zullen u niet redden. 13 Laten we maar eens kijken of uw hele verzameling afgoden u kan helpen als u schreeuwt om hulp! Zij zijn zo zwak dat de wind ze zonder moeite wegblaast! Ze tuimelen al om van een ademtocht.

Maar wie op Mij vertrouwt, zal het land bezitten en mijn heilige berg erven. 14 Ik zal zeggen: herstel de weg! Haal de rotsen en stenen weg! Maak een goed begaanbare hoofdweg klaar voor de terugkomst van mijn volk uit gevangenschap. 15 De hoge en doorluchtige, die de eeuwigheid bewoont, de Heilige, zegt: Ik leef in die hoge en heilige plaats, maar ook bij ieder die berouwvol en nederig is, Ik verfris de nederigen en geef nieuwe moed aan mensen met een berouwvol hart. 16 Want Ik zal niet altijd tegen u vechten, noch voor altijd mijn toorn op u loslaten. Als Ik dat deed, zou de hele mensheid verdwijnen, mensen die Ik Zelf gemaakt heb. 17 Ik was boos en sloeg deze begerige mensen neer. Maar zij gingen gewoon door met zondigen en deden alles wat hun zondige hart wilde. 18 Ik heb gezien wat zij doen, maar toch zal Ik hen genezen! Ik zal hen leiden en troosten, hen helpen met berouw hun zonden te belijden. 19 Vrede, vrede voor hen, dichtbij en veraf, want Ik zal hen allemaal genezen. 20 Maar zij die Mij blijven afwijzen, zijn als de rusteloze zee die nooit stilligt, maar altijd modder en vuil opwoelt. 21 Voor hen, zegt mijn God, is er geen vrede!

Godsdienst of dienst aan God

58 Roep met alle kracht, laat uw stem klinken als een bazuin, wijs mijn volk op zijn overtredingen, vertel de nakomelingen van Jakob hun zonden.

Wat zijn zij toch vroom! Zij komen elke dag naar mijn tempel en luisteren graag naar het voorlezen van mijn wetten—net alsof zij eraan gehoorzamen, alsof zij de geboden van hun God niet verachten! Wat doen zij hun best hun godsdienst correct te bedrijven, o wat houden zij van de tempeldiensten!

‘Wij hebben voor U gevast,’ zeggen zij. ‘Waarom bent U niet onder de indruk? Waarom ziet U onze offers niet? Waarom luistert U niet naar onze gebeden? Wij hebben onszelf goed onderzocht en ons vernederd, maar U ziet het helemaal niet!’ Ik zal u vertellen waarom! Omdat u zelfs onder het vasten nog bezig bent met verkeerde zaken en uw arbeiders opjaagt. Welk nut heeft vasten als u blijft ruziën en vechten? Dat soort vasten doet weinig goed in mijn ogen. Is dit wat Ik wil? Dit soort inkeer, dit buigen als riet in de wind, dragen van rouwkleding en het uzelf bedekken met as? Noemt u dat vasten, een dag waaraan Ik welgevallen heb?

Nee, het soort vasten dat Ik van u verlang, is dat u uw band met de zonde verbreekt. Dat u zich bevrijdt van het kwaad. Dat u ophoudt uw arbeiders uit te buiten, hen eerlijk behandelt en hun geeft waar zij recht op hebben. Ik wil dat u uw voedsel deelt met de hongerigen en dat u hulpelozen, armen en ontheemden in uw huizen ontvangt. Geef kleren aan wie het koud hebben en verberg u niet voor familieleden die uw hulp nodig hebben.

Dan zult u stralen als de morgenzon. U zult snel genezen, uw vroomheid zal u voorthelpen, goedheid zal als een schild voor u zijn en de glorie van de Here zal u van achteren beschermen. Dan zal de Here antwoorden als u roept. ‘Ja, hier ben Ik,’ zal Hij direct zeggen. Alles wat u moet doen, is de boosheid uit uw midden wegdoen, ophouden de zwakken te onderdrukken, ophouden valse beschuldigingen te uiten en niet langer slechte geruchten verspreiden! 10 Geef de hongerigen te eten! Help mensen die in moeilijkheden zitten! Dan zal uw licht vanuit de duisternis schijnen en de duisternis om u heen zal zo helder worden als het licht overdag. 11 En de Here zal u onophoudelijk leiden, in uw behoeften voorzien met goede dingen en u gezond houden, dan zult u lijken op een tuin met voldoende water, een altijd opborrelende bron. 12 Uw zonen zullen de lang geleden verlaten ruïnes van uw steden herbouwen en u zult bekend worden als ‘het volk dat zijn muren en steden herbouwt.’ 13 Als u de sabbat in ere houdt, u niet verdiept in uw eigen zaken en pleziertjes, maar van de sabbat geniet en hem met genoegen ‘de heilige dag van de Here’ noemt en als u de Here met uw doen en laten eert, niet uw eigen verlangens en pleziertjes volgt en niet ijdel praat, 14 dan zal de Here uw lust en uw leven zijn en Ik zal u verhogen. Ik zal uw leven op een hoger plan brengen, zodat u volop geniet van de zegeningen die Ik beloofde aan Jakob, uw vader. Ik, de Here, heb het beloofd.

The Future Glory of Zion

54 “Sing, barren woman,(A)
    you who never bore a child;
burst into song, shout for joy,(B)
    you who were never in labor;(C)
because more are the children(D) of the desolate(E) woman
    than of her who has a husband,(F)
says the Lord.
“Enlarge the place of your tent,(G)
    stretch your tent curtains wide,
    do not hold back;
lengthen your cords,
    strengthen your stakes.(H)
For you will spread out to the right and to the left;
    your descendants(I) will dispossess nations(J)
    and settle in their desolate(K) cities.

“Do not be afraid;(L) you will not be put to shame.(M)
    Do not fear disgrace;(N) you will not be humiliated.
You will forget the shame of your youth(O)
    and remember no more the reproach(P) of your widowhood.(Q)
For your Maker(R) is your husband(S)
    the Lord Almighty is his name—
the Holy One(T) of Israel is your Redeemer;(U)
    he is called the God of all the earth.(V)
The Lord will call you back(W)
    as if you were a wife deserted(X) and distressed in spirit—
a wife who married young,(Y)
    only to be rejected,” says your God.
“For a brief moment(Z) I abandoned(AA) you,
    but with deep compassion(AB) I will bring you back.(AC)
In a surge of anger(AD)
    I hid(AE) my face from you for a moment,
but with everlasting kindness(AF)
    I will have compassion(AG) on you,”
    says the Lord your Redeemer.(AH)

“To me this is like the days of Noah,
    when I swore that the waters of Noah would never again cover the earth.(AI)
So now I have sworn(AJ) not to be angry(AK) with you,
    never to rebuke(AL) you again.
10 Though the mountains be shaken(AM)
    and the hills be removed,
yet my unfailing love(AN) for you will not be shaken(AO)
    nor my covenant(AP) of peace(AQ) be removed,”
    says the Lord, who has compassion(AR) on you.

11 “Afflicted(AS) city, lashed by storms(AT) and not comforted,(AU)
    I will rebuild you with stones of turquoise,[a](AV)
    your foundations(AW) with lapis lazuli.(AX)
12 I will make your battlements of rubies,
    your gates(AY) of sparkling jewels,
    and all your walls of precious stones.
13 All your children will be taught by the Lord,(AZ)
    and great will be their peace.(BA)
14 In righteousness(BB) you will be established:(BC)
Tyranny(BD) will be far from you;
    you will have nothing to fear.(BE)
Terror(BF) will be far removed;
    it will not come near you.
15 If anyone does attack you, it will not be my doing;
    whoever attacks you will surrender(BG) to you.

16 “See, it is I who created the blacksmith(BH)
    who fans the coals into flame
    and forges a weapon(BI) fit for its work.
And it is I who have created the destroyer(BJ) to wreak havoc;
17     no weapon forged against you will prevail,(BK)
    and you will refute(BL) every tongue that accuses you.
This is the heritage of the servants(BM) of the Lord,
    and this is their vindication(BN) from me,”
declares the Lord.

Invitation to the Thirsty

55 “Come, all you who are thirsty,(BO)
    come to the waters;(BP)
and you who have no money,
    come, buy(BQ) and eat!
Come, buy wine and milk(BR)
    without money and without cost.(BS)
Why spend money on what is not bread,
    and your labor on what does not satisfy?(BT)
Listen, listen to me, and eat what is good,(BU)
    and you will delight in the richest(BV) of fare.
Give ear and come to me;
    listen,(BW) that you may live.(BX)
I will make an everlasting covenant(BY) with you,
    my faithful love(BZ) promised to David.(CA)
See, I have made him a witness(CB) to the peoples,
    a ruler and commander(CC) of the peoples.
Surely you will summon nations(CD) you know not,
    and nations you do not know will come running to you,(CE)
because of the Lord your God,
    the Holy One(CF) of Israel,
    for he has endowed you with splendor.”(CG)

Seek(CH) the Lord while he may be found;(CI)
    call(CJ) on him while he is near.
Let the wicked forsake(CK) their ways
    and the unrighteous their thoughts.(CL)
Let them turn(CM) to the Lord, and he will have mercy(CN) on them,
    and to our God, for he will freely pardon.(CO)

“For my thoughts(CP) are not your thoughts,
    neither are your ways my ways,”(CQ)
declares the Lord.
“As the heavens are higher than the earth,(CR)
    so are my ways higher than your ways
    and my thoughts than your thoughts.(CS)
10 As the rain(CT) and the snow
    come down from heaven,
and do not return to it
    without watering the earth
and making it bud and flourish,(CU)
    so that it yields seed(CV) for the sower and bread for the eater,(CW)
11 so is my word(CX) that goes out from my mouth:
    It will not return to me empty,(CY)
but will accomplish what I desire
    and achieve the purpose(CZ) for which I sent it.
12 You will go out in joy(DA)
    and be led forth in peace;(DB)
the mountains and hills
    will burst into song(DC) before you,
and all the trees(DD) of the field
    will clap their hands.(DE)
13 Instead of the thornbush will grow the juniper,
    and instead of briers(DF) the myrtle(DG) will grow.
This will be for the Lord’s renown,(DH)
    for an everlasting sign,
    that will endure forever.”

Salvation for Others

56 This is what the Lord says:

“Maintain justice(DI)
    and do what is right,(DJ)
for my salvation(DK) is close at hand
    and my righteousness(DL) will soon be revealed.
Blessed(DM) is the one who does this—
    the person who holds it fast,
who keeps the Sabbath(DN) without desecrating it,
    and keeps their hands from doing any evil.”

Let no foreigner(DO) who is bound to the Lord say,
    “The Lord will surely exclude me from his people.”(DP)
And let no eunuch(DQ) complain,
    “I am only a dry tree.”

For this is what the Lord says:

“To the eunuchs(DR) who keep my Sabbaths,
    who choose what pleases me
    and hold fast to my covenant(DS)
to them I will give within my temple and its walls(DT)
    a memorial(DU) and a name
    better than sons and daughters;
I will give them an everlasting name(DV)
    that will endure forever.(DW)
And foreigners(DX) who bind themselves to the Lord
    to minister(DY) to him,
to love the name(DZ) of the Lord,
    and to be his servants,
all who keep the Sabbath(EA) without desecrating it
    and who hold fast to my covenant—
these I will bring to my holy mountain(EB)
    and give them joy in my house of prayer.
Their burnt offerings and sacrifices(EC)
    will be accepted on my altar;
for my house will be called
    a house of prayer for all nations.(ED)(EE)
The Sovereign Lord declares—
    he who gathers the exiles of Israel:
“I will gather(EF) still others to them
    besides those already gathered.”

God’s Accusation Against the Wicked

Come, all you beasts of the field,(EG)
    come and devour, all you beasts of the forest!
10 Israel’s watchmen(EH) are blind,
    they all lack knowledge;(EI)
they are all mute dogs,
    they cannot bark;
they lie around and dream,
    they love to sleep.(EJ)
11 They are dogs with mighty appetites;
    they never have enough.
They are shepherds(EK) who lack understanding;(EL)
    they all turn to their own way,(EM)
    they seek their own gain.(EN)
12 “Come,” each one cries, “let me get wine!(EO)
    Let us drink our fill of beer!
And tomorrow will be like today,
    or even far better.”(EP)

57 The righteous perish,(EQ)
    and no one takes it to heart;(ER)
the devout are taken away,
    and no one understands
that the righteous are taken away
    to be spared from evil.(ES)
Those who walk uprightly(ET)
    enter into peace;
    they find rest(EU) as they lie in death.

“But you—come here, you children of a sorceress,(EV)
    you offspring of adulterers(EW) and prostitutes!(EX)
Who are you mocking?
    At whom do you sneer
    and stick out your tongue?
Are you not a brood of rebels,(EY)
    the offspring of liars?
You burn with lust among the oaks(EZ)
    and under every spreading tree;(FA)
you sacrifice your children(FB) in the ravines
    and under the overhanging crags.
The idols(FC) among the smooth stones of the ravines are your portion;
    indeed, they are your lot.
Yes, to them you have poured out drink offerings(FD)
    and offered grain offerings.
    In view of all this, should I relent?(FE)
You have made your bed on a high and lofty hill;(FF)
    there you went up to offer your sacrifices.(FG)
Behind your doors and your doorposts
    you have put your pagan symbols.
Forsaking me, you uncovered your bed,
    you climbed into it and opened it wide;
you made a pact with those whose beds you love,(FH)
    and you looked with lust on their naked bodies.(FI)
You went to Molek[b](FJ) with olive oil
    and increased your perfumes.(FK)
You sent your ambassadors[c](FL) far away;
    you descended to the very realm of the dead!(FM)
10 You wearied(FN) yourself by such going about,
    but you would not say, ‘It is hopeless.’(FO)
You found renewal of your strength,(FP)
    and so you did not faint.

11 “Whom have you so dreaded and feared(FQ)
    that you have not been true to me,
and have neither remembered(FR) me
    nor taken this to heart?(FS)
Is it not because I have long been silent(FT)
    that you do not fear me?
12 I will expose your righteousness and your works,(FU)
    and they will not benefit you.
13 When you cry out(FV) for help,
    let your collection of idols save(FW) you!
The wind will carry all of them off,
    a mere breath will blow(FX) them away.
But whoever takes refuge(FY) in me
    will inherit the land(FZ)
    and possess my holy mountain.”(GA)

Comfort for the Contrite

14 And it will be said:

“Build up, build up, prepare the road!(GB)
    Remove the obstacles out of the way of my people.”(GC)
15 For this is what the high and exalted(GD) One says—
    he who lives forever,(GE) whose name is holy:
“I live in a high(GF) and holy place,
    but also with the one who is contrite(GG) and lowly in spirit,(GH)
to revive the spirit of the lowly
    and to revive the heart of the contrite.(GI)
16 I will not accuse(GJ) them forever,
    nor will I always be angry,(GK)
for then they would faint away because of me—
    the very people(GL) I have created.
17 I was enraged by their sinful greed;(GM)
    I punished them, and hid(GN) my face in anger,
    yet they kept on in their willful ways.(GO)
18 I have seen their ways, but I will heal(GP) them;
    I will guide(GQ) them and restore comfort(GR) to Israel’s mourners,
19     creating praise on their lips.(GS)
Peace, peace,(GT) to those far and near,”(GU)
    says the Lord. “And I will heal them.”
20 But the wicked(GV) are like the tossing sea,(GW)
    which cannot rest,
    whose waves cast up mire(GX) and mud.
21 “There is no peace,”(GY) says my God, “for the wicked.”(GZ)

True Fasting

58 “Shout it aloud,(HA) do not hold back.
    Raise your voice like a trumpet.(HB)
Declare to my people their rebellion(HC)
    and to the descendants of Jacob their sins.(HD)
For day after day they seek(HE) me out;
    they seem eager to know my ways,
as if they were a nation that does what is right
    and has not forsaken(HF) the commands of its God.
They ask me for just decisions
    and seem eager for God to come near(HG) them.
‘Why have we fasted,’(HH) they say,
    ‘and you have not seen it?
Why have we humbled(HI) ourselves,
    and you have not noticed?’(HJ)

“Yet on the day of your fasting, you do as you please(HK)
    and exploit all your workers.
Your fasting ends in quarreling and strife,(HL)
    and in striking each other with wicked fists.
You cannot fast as you do today
    and expect your voice to be heard(HM) on high.
Is this the kind of fast(HN) I have chosen,
    only a day for people to humble(HO) themselves?
Is it only for bowing one’s head like a reed(HP)
    and for lying in sackcloth and ashes?(HQ)
Is that what you call a fast,
    a day acceptable to the Lord?

“Is not this the kind of fasting(HR) I have chosen:
to loose the chains of injustice(HS)
    and untie the cords of the yoke,
to set the oppressed(HT) free
    and break every yoke?(HU)
Is it not to share your food with the hungry(HV)
    and to provide the poor wanderer with shelter(HW)
when you see the naked, to clothe(HX) them,
    and not to turn away from your own flesh and blood?(HY)
Then your light will break forth like the dawn,(HZ)
    and your healing(IA) will quickly appear;
then your righteousness[d](IB) will go before you,
    and the glory of the Lord will be your rear guard.(IC)
Then you will call,(ID) and the Lord will answer;(IE)
    you will cry for help, and he will say: Here am I.

“If you do away with the yoke of oppression,
    with the pointing finger(IF) and malicious talk,(IG)
10 and if you spend yourselves in behalf of the hungry
    and satisfy the needs of the oppressed,(IH)
then your light(II) will rise in the darkness,
    and your night will become like the noonday.(IJ)
11 The Lord will guide(IK) you always;
    he will satisfy your needs(IL) in a sun-scorched land(IM)
    and will strengthen(IN) your frame.
You will be like a well-watered garden,(IO)
    like a spring(IP) whose waters never fail.
12 Your people will rebuild the ancient ruins(IQ)
    and will raise up the age-old foundations;(IR)
you will be called Repairer of Broken Walls,(IS)
    Restorer of Streets with Dwellings.

13 “If you keep your feet from breaking the Sabbath(IT)
    and from doing as you please on my holy day,
if you call the Sabbath a delight(IU)
    and the Lord’s holy day honorable,
and if you honor it by not going your own way
    and not doing as you please or speaking idle words,(IV)
14 then you will find your joy(IW) in the Lord,
    and I will cause you to ride in triumph on the heights(IX) of the land
    and to feast on the inheritance(IY) of your father Jacob.”
For the mouth of the Lord has spoken.(IZ)

Notas al pie

  1. Isaiah 54:11 The meaning of the Hebrew for this word is uncertain.
  2. Isaiah 57:9 Or to the king
  3. Isaiah 57:9 Or idols
  4. Isaiah 58:8 Or your righteous One