Openbaring 3
BasisBijbel
De brief aan de gemeente in Sardes
3 De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Sardes:
Dit zegt de Heer die de zeven Geesten van God en de zeven sterren heeft: Ik weet wat jullie allemaal doen. Jullie denken wel dat jullie leven, maar jullie zijn dood. 2 Word wakker! Zorg dat wat nog over is en bijna sterft, weer sterk wordt! Want wat jullie doen, is niet veel waard voor God. 3 Bedenk wat jullie vroeger van Mij hebben gekregen en gehoord. Verander en houd daar weer aan vast. Als jullie niet wakker worden, zal Ik net zo onverwachts komen als een dief. Jullie zullen geen idee hebben wanneer Ik terugkom.
4 Maar er zijn bij jullie in Sardes ook een paar mensen die het goed doen. Zij zijn wel blijven leven op een manier die past bij mensen die bij Mij horen. Zij zullen met Mij wandelen in witte kleren, want dat hebben ze verdiend.
5 Als je overwint, zul je witte kleren krijgen. En Ik zal je naam niet weghalen uit het Boek van het Leven. Maar Ik zal tegen mijn Vader en zijn engelen zeggen dat je bij Mij hoort.
6 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."
De brief aan de gemeente in Filadelfia
7 De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia:
Dit zegt de Heer die heilig is, en die de Waarheid is. Dit zegt Hij die de 'sleutel van David' heeft.[a] Als Ik open, zal niemand sluiten. En als Ik sluit, zal niemand openen.
8 Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik heb als het ware een deur voor jullie open gedaan, zodat jullie veel konden doen. Niemand zal die deur kunnen sluiten. Want ook al zijn jullie met maar weinig mensen, tóch hebben jullie gedaan wat Ik heb gezegd. En jullie hebben niet gedaan alsof jullie Mij niet kennen.
9 Een groot aantal Joden beweert wel dat ze Joden zijn, maar dat liegen ze. Want in werkelijkheid horen ze bij de duivel.[b] Let op! Ik zal ervoor zorgen dat een aantal van hen naar jullie toe zal komen. Ze zullen voor jullie neerknielen en toegeven dat Ik van jullie houd.
10 Jullie zijn gehoorzaam op Mij blijven vertrouwen. Daarom zal Ik jullie redden van de moeilijke tijd die de hele wereld zal meemaken. Die moeilijke tijd zal komen om het geloof van de mensen op de proef te stellen.
11 Ik kom gauw. Houd vast aan je geloof. Zorg dat niemand jullie je beloning afneemt. 12 Als je overwint, zal Ik je maken tot een pilaar in de tempel van mijn God. Daar zul je nooit meer uit weggaan. En Ik zal de naam van mijn God op je schrijven en de naam van de stad van mijn God. Die stad is het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt, bij mijn God vandaan. Ook mijn eigen nieuwe naam zal Ik op je schrijven.
13 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."
De brief aan de gemeente in Laodicea
14 De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea:
Dit zegt de Amen (= 'ja, zo is het'), de Getuige die de waarheid spreekt en die te vertrouwen is. Dit zegt Hij die het Begin is van alles wat God heeft gemaakt: 15 Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet óók dat jullie geloof niet koud is en ook niet heet. Was jullie geloof maar koud of heet! Maar het is lauw. 16 En omdat jullie niet koud of heet zijn, maar lauw, zal Ik jullie uitspugen. 17 Jullie zeggen: 'Wij zijn rijk. Daar hebben we zelf voor gezorgd. We hebben aan niets tekort.' Maar jullie hebben helemaal niet door, dat jullie geestelijk gezien zielig en arm en blind en naakt zijn. 18 Daarom raad Ik jullie aan om goud van Mij te kopen. Goud dat in het vuur zuiver is gemaakt. Dan zullen jullie rijk zijn. En koop van Mij witte kleren om aan te trekken. Dan zullen jullie niet meer naakt zijn. En koop van Mij oogzalf om op jullie ogen te doen. Dan zullen jullie weer kunnen zien. 19 De mensen van wie Ik houd, voed Ik ook streng op. Wees dus ijverig en ga weer leven zoals Ik het wil.
20 Let op: Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand naar Mij luistert en de deur opendoet, zal Ik bij hem binnen komen. Dan zullen we samen eten: hij met Mij en Ik met hem.[c]
21 Als je overwint, zul je met Mij op mijn troon zitten. Net zoals ook Ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon zit.
22 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."
Footnotes
- Openbaring 3:7 Ergens de 'sleutels' van hebben betekent dat je daar de macht / het gezag over hebt.
- Openbaring 3:9 Lees ook Johannes 8:39-47 en Romeinen 2:25-29.
- Openbaring 3:20 Samen eten is een symbool van vriendschap. In het Oude Testament is ook vaak te lezen dat twee mensen die met elkaar aten daarmee een verbond met elkaar sloten. Het 'samen eten' was dan onderdeel van het sluiten van het verbond. Er werden bij die maaltijd plechtige beloften gedaan. Lees bijvoorbeeld Genesis 31:43-55.
Openbaring 3
Het Boek
3 Sardes
Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Sardes:
Dit zijn de woorden van Hem die de zeven geesten van God en de zeven sterren heeft: Ik ben van uw doen en laten op de hoogte. Ik weet dat u de naam hebt dat u een levende gemeente bent, maar u bent dood. 2 Word wakker en versterk wat nog leeft, anders sterft dat ook. Als God op u let, kan Hij niet tevreden zijn over uw daden. 3 Herinner u hoe u het goede nieuws hebt gehoord en hoe enthousiast u erover was. Keer daarnaar terug en leef weer zoals toen. Maar als u niet wakker wilt worden, zal Ik u verrassen als een dief in de nacht. Dan kom Ik op een moment dat u Mij niet verwacht. 4 Toch zijn er in Sardes een paar mensen die hun kleren niet bevlekt hebben. Die zijn het waard altijd bij Mij te zijn en witte kleren te dragen.
5 Wie overwint, zal dus witte kleren aankrijgen. Ik zal zijn naam niet schrappen uit het boek, waarin de mensen vermeld staan die het eeuwige leven hebben, maar voor mijn Vader en zijn engelen verklaren dat hij bij Mij hoort.
6 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
7 Filadelfia
Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Filadelfia:
Dit zijn de woorden van Hem die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van het nieuwe Jeruzalem heeft, die binnenlaat wie Hij wil en buitensluit wie Hij wil: 8 Ik ken uw doen en laten. Ik weet dat u niet sterk bent, maar u hebt gedaan wat Ik zei en bent Mij niet ontrouw geworden. Daarom heb Ik een deur voor u geopend die niemand sluiten kan. 9 Ik zal mensen naar u toesturen die bij Satan horen. Zij doen zich voor als Joden, als kinderen van God, maar het zijn leugenaars. Ik zal hen aan uw voeten laten neerknielen, zij zullen niet anders kunnen dan erkennen dat Ik u liefheb. 10 U bent Mij dwars door alles heen trouw gebleven, zoals Ik u had opgedragen, en daarom zal Ik ook trouw blijven aan u in de komende tijd van beproeving, waarin alle bewoners van de aarde zwaar op de proef worden gesteld. 11 Ik kom spoedig. Houd vast wat u hebt. Laat u de erekroon door niemand afnemen.
12 Wie overwint, zal Ik maken tot een zuil in het huis van mijn God, een zuil die daar eens en voorgoed zal staan. Daar zal Ik de naam van mijn God op schrijven en de naam van de stad van mijn God. Die stad is het nieuwe Jeruzalem, dat mijn God uit de hemel zal laten neerdalen. En Ik zal mijn nieuwe naam er ook op schrijven.
13 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
14 Laodicea
Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Laodicea:
Dit zijn de woorden van Amen, van Hem die bevestigt, de trouwe en oprechte getuige, het begin van Gods schepping: 15 Ik ken uw doen en laten. Ik weet dat u niet koud en niet warm bent. Wás u maar koud of warm! 16 Maar nu u lauw bent, word Ik misselijk van u, Ik zal u uitspugen. 17 U zegt dat u rijk bent en niets tekort komt. Maar u beseft niet dat u er geestelijk ellendig aan toe bent: u bent arm, blind en naakt. 18 Ik geef u de raad goud van Mij te kopen dat in het vuur gezuiverd is, dan pas zult u echt rijk worden. En koop witte kleren van Mij, zodat u niet naakt bent en u niet hoeft te schamen. Koop ook ogenzalf en smeer dat op uw ogen, zodat u echt kunt zien. 19 Mensen die Ik liefheb, roep Ik ter verantwoording en bestraf Ik. Doe dus uw best en kom tot inkeer.
20 Luister, Ik sta voor de deur en klop. Als iemand Mij hoort en de deur opendoet, zal Ik bij hem binnenkomen. Dan zullen wij samen eten, hij met Mij en Ik met hem. 21 Wie overwint, mag samen met Mij op mijn troon zitten, net zoals Ik Zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon zit.
22 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
启示录 3
Chinese Contemporary Bible (Simplified)
给撒狄教会的信
3 “你要写信告诉撒狄教会的天使,有上帝的七灵又有七颗星的主说,
‘我知道你的行为,你名义上活着,实际上是死的。 2 你要警醒!把所剩无几、奄奄一息的生命振作起来,因为我发现你的行为在我的上帝面前不纯全。 3 因此,要回想你以前所领受、所听见的教导,遵守这些教导,并且悔改。你若不警醒,我必在你意想不到的时候像贼一样忽然来到。 4 不过在撒狄,你还有几个人未曾玷污自己的衣服,他们要穿白袍与我同行,因为他们配得这样。 5 得胜者必同样穿上白袍,我绝不会从生命册上抹去他的名字,我必在我父和众天使面前承认他的名。
6 ‘圣灵对各教会所说的话,凡有耳朵的都应当听。’
给非拉铁非教会的信
7 “你要写信告诉非拉铁非教会的天使,那位圣洁、真实、拿着大卫的钥匙、开了门无人能关、关了门无人能开的主说,
8 ‘我知道你的行为,你力量微小,却遵守了我的教导,没有背弃我的名。所以,看啊!我在你面前为你打开了一扇无人能关闭的门。 9 看啊!我要使撒旦的同伙,就是那些假冒犹太人的说谎者,在你面前俯伏下拜,让他们知道你是我所疼爱的。 10 因为你遵守我有关坚忍的教导,所以当将来的试炼临到全人类的时候,我必使你免受磨难。 11 我很快就要来了!你要持守你所拥有的,免得有人夺去你的冠冕。 12 我要使得胜者在我上帝的殿中作栋梁,永不离开。我要将我上帝的名号和我上帝圣城的名号,就是从天上我上帝那里降下来的新耶路撒冷和我自己的新名号,都刻在他上面。
13 ‘圣灵对各教会所说的话,凡有耳朵的都应当听。’
给老底嘉教会的信
14 “你要写信告诉老底嘉教会的天使,那位实实在在[a]、诚信无伪的见证人,就是上帝所造万物的元首说,
15 ‘我知道你的行为,你不冷也不热。我情愿你或冷或热, 16 可是现在你却像温水一样不冷不热,我必将你从我口中吐出去! 17 你说,我很富有,已经发了财,什么都不缺。你却不知道自己困苦、可怜、贫穷、瞎眼、赤身露体。 18 我劝你向我买精炼的金子,使你真正富有。你也要向我买白袍穿在身上,好遮盖你赤身露体的羞辱。你也要向我买眼药抹眼睛,使你能看见。 19 凡我所爱的,我都会责备、管教。因此,你要热心起来,也要悔改。 20 看啊!我站在门外敲门,若有谁闻声开门,我必进去,我与他,他与我,一同坐席吃饭。 21 得胜者可以和我一同坐在我的宝座上,正如我得胜后与我父一同坐在祂的宝座上一样。
22 ‘圣灵对各教会所说的话,凡有耳朵的都应当听。’”
Footnotes
- 3:14 “那位实实在在”希腊文是“那位阿们的”。
Revelation 3
Common English Bible
Message to Sardis
3 “Write this to the angel of the church in Sardis:
These are the words of the one who holds God’s seven spirits and the seven stars: I know your works. You have the reputation of being alive, and you are in fact dead. 2 Wake up and strengthen whatever you have left, teetering on the brink of death, for I’ve found that your works are far from complete in the eyes of my God. 3 So remember what you received and heard. Hold on to it and change your hearts and lives. If you don’t wake up, I will come like a thief, and you won’t know what time I will come upon you. 4 But you do have a few people in Sardis who haven’t stained their clothing. They will walk with me clothed in white because they are worthy. 5 Those who emerge victorious will wear white clothing like this. I won’t scratch out their names from the scroll of life, but will declare their names in the presence of my Father and his angels. 6 If you can hear, listen to what the Spirit is saying to the churches.
Message to Philadelphia
7 “Write this to the angel of the church in Philadelphia:
These are the words of the one who is holy and true, who has the key of David. Whatever he opens, no one will shut; and whatever he shuts, no one opens. 8 I know your works. Look! I have set in front of you an open door that no one can shut. You have so little power, and yet you have kept my word and haven’t denied my name. 9 Because of this I will make the people from Satan’s synagogue (who say they are Jews and really aren’t, but are lying)—I will make them come and bow down at your feet and realize that I have loved you. 10 Because you kept my command to endure, I will keep you safe through the time of testing that is about to come over the whole world, to test those who live on earth. 11 I’m coming soon. Hold on to what you have so that no one takes your crown. 12 As for those who emerge victorious, I will make them pillars in the temple of my God, and they will never leave it. I will write on them the name of my God and the name of the city of my God, the New Jerusalem that comes down out of heaven from my God. I will also write on them my own new name. 13 If you can hear, listen to what the Spirit is saying to the churches.
Message to Laodicea
14 “Write this to the angel of the church in Laodicea:
These are the words of the Amen, the faithful and true witness, the ruler[a] of God’s creation. 15 I know your works. You are neither cold nor hot. I wish that you were either cold or hot. 16 So because you are lukewarm, and neither hot nor cold, I’m about to spit you out of my mouth. 17 After all, you say, ‘I’m rich, and I’ve grown wealthy, and I don’t need a thing.’ You don’t realize that you are miserable, pathetic, poor, blind, and naked. 18 My advice is that you buy gold from me that has been purified by fire so that you may be rich, and white clothing to wear so that your nakedness won’t be shamefully exposed, and ointment to put on your eyes so that you may see. 19 I correct and discipline those whom I love. So be earnest and change your hearts and lives. 20 Look! I’m standing at the door and knocking. If any hear my voice and open the door, I will come in to be with them, and will have dinner with them, and they will have dinner with me. 21 As for those who emerge victorious, I will allow them to sit with me on my throne, just as I emerged victorious and sat down with my Father on his throne. 22 If you can hear, listen to what the Spirit is saying to the churches.”
Footnotes
- Revelation 3:14 Or beginning
Revelation 3
New International Version
To the Church in Sardis
3 “To the angel[a] of the church in Sardis(A) write:
These are the words of him who holds the seven spirits[b](B) of God and the seven stars.(C) I know your deeds;(D) you have a reputation of being alive, but you are dead.(E) 2 Wake up! Strengthen what remains and is about to die, for I have found your deeds unfinished in the sight of my God. 3 Remember, therefore, what you have received and heard; hold it fast, and repent.(F) But if you do not wake up, I will come like a thief,(G) and you will not know at what time(H) I will come to you.
4 Yet you have a few people in Sardis who have not soiled their clothes.(I) They will walk with me, dressed in white,(J) for they are worthy. 5 The one who is victorious(K) will, like them, be dressed in white.(L) I will never blot out the name of that person from the book of life,(M) but will acknowledge that name before my Father(N) and his angels. 6 Whoever has ears, let them hear(O) what the Spirit says to the churches.
To the Church in Philadelphia
7 “To the angel of the church in Philadelphia(P) write:
These are the words of him who is holy(Q) and true,(R) who holds the key of David.(S) What he opens no one can shut, and what he shuts no one can open. 8 I know your deeds.(T) See, I have placed before you an open door(U) that no one can shut. I know that you have little strength, yet you have kept my word and have not denied my name.(V) 9 I will make those who are of the synagogue of Satan,(W) who claim to be Jews though they are not,(X) but are liars—I will make them come and fall down at your feet(Y) and acknowledge that I have loved you.(Z) 10 Since you have kept my command to endure patiently, I will also keep you(AA) from the hour of trial that is going to come on the whole world(AB) to test(AC) the inhabitants of the earth.(AD)
11 I am coming soon.(AE) Hold on to what you have,(AF) so that no one will take your crown.(AG) 12 The one who is victorious(AH) I will make a pillar(AI) in the temple of my God. Never again will they leave it. I will write on them the name of my God(AJ) and the name of the city of my God,(AK) the new Jerusalem,(AL) which is coming down out of heaven from my God; and I will also write on them my new name. 13 Whoever has ears, let them hear(AM) what the Spirit says to the churches.
To the Church in Laodicea
14 “To the angel of the church in Laodicea(AN) write:
These are the words of the Amen, the faithful and true witness,(AO) the ruler of God’s creation.(AP) 15 I know your deeds,(AQ) that you are neither cold nor hot.(AR) I wish you were either one or the other! 16 So, because you are lukewarm—neither hot nor cold—I am about to spit you out of my mouth. 17 You say, ‘I am rich; I have acquired wealth and do not need a thing.’(AS) But you do not realize that you are wretched, pitiful, poor, blind and naked.(AT) 18 I counsel you to buy from me gold refined in the fire,(AU) so you can become rich; and white clothes(AV) to wear, so you can cover your shameful nakedness;(AW) and salve to put on your eyes, so you can see.
19 Those whom I love I rebuke and discipline.(AX) So be earnest and repent.(AY) 20 Here I am! I stand at the door(AZ) and knock. If anyone hears my voice and opens the door,(BA) I will come in(BB) and eat with that person, and they with me.
21 To the one who is victorious,(BC) I will give the right to sit with me on my throne,(BD) just as I was victorious(BE) and sat down with my Father on his throne. 22 Whoever has ears, let them hear(BF) what the Spirit says to the churches.”
Footnotes
- Revelation 3:1 Or messenger; also in verses 7 and 14
- Revelation 3:1 That is, the sevenfold Spirit
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
Chinese Contemporary Bible Copyright © 1979, 2005, 2007, 2011 by Biblica® Used by permission. All rights reserved worldwide.
Copyright © 2011 by Common English Bible
Holy Bible, New International Version®, NIV® Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
NIV Reverse Interlinear Bible: English to Hebrew and English to Greek. Copyright © 2019 by Zondervan.