Add parallel Print Page Options

Het nieuwe Jeruzalem (vervolg)

22 En de engel liet mij een rivier zien van water dat levend maakt. Het water was zo helder als kristal. Het stroomde uit de troon van God en van het Lam, midden door de straat van de stad. En midden op de straat en aan beide kanten van de rivier stonden levensbomen. Daar groeien twaalf keer per jaar vruchten aan, elke maand een keer. De bladeren genezen de volken. Er zal geen vervloeking meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar staan. Gods dienaren zullen Hem dienen. Ze zullen zijn gezicht zien[a] en zijn naam zal op hun voorhoofd staan. Er zal geen nacht meer zijn. En ze hebben geen lamp of zon meer nodig, want de Heer God zal hun licht zijn. En ze zullen voor eeuwig als koningen heersen.

Jezus komt terug

Jezus zei tegen mij: "Deze woorden zijn waar. Alles wat gezegd is, zal gebeuren. De Heer, de God van de profeten, heeft zijn engel gestuurd om aan zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort moet gebeuren. Let op, Ik kom gauw! Het is heerlijk voor de mensen als ze goed luisteren naar de profetische woorden van dit boek!"

Ik, Johannes, heb al deze dingen gehoord en gezien. En toen ik dit allemaal gehoord en gezien had, liet ik mij op de grond vallen, aan de voeten van de engel die het mij had laten zien. Ik wilde hem aanbidden. Maar de engel zei tegen mij: "Doe dat niet! Ik ben een dienaar, net als jij en je broeders. En net als de profeten en alle andere mensen die goed luisteren naar de woorden van dit boek. Aanbid God!"

10 Daarna zei Hij tegen mij: "Houd de profetische woorden van dit boek niet geheim.[b] Want alles wat er in geschreven staat, gaat bijna gebeuren. 11 Laten de mensen die slechte dingen doen nog maar slechtere dingen gaan doen. Laten de mensen die niet naar hun geweten luisteren nog maar minder naar hun geweten gaan luisteren. Laten de mensen die goed doen nog meer goede dingen gaan doen. Laten de mensen die bij God horen nog heiliger gaan leven. 12 En let op: Ik kom gauw! En dan geef Ik alle mensen wat ze hebben verdiend met wat ze hebben gedaan, goed of kwaad. 13 IK BEN de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. 14 Het is heerlijk voor de mensen als ze leven zoals Ik het wil. Want zij mogen eten van de levensboom. Zij mogen door de poorten de stad binnengaan. 15 Maar buiten de stad zijn de bedriegers en de tovenaars, de mensen die allerlei verkeerde dingen doen op het gebied van seks, de moordenaars, de mensen die afgoden aanbidden en alle leugenaars.

16 Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd zodat je deze dingen aan de gemeenten kan vertellen. IK BEN de Zoon van David. IK BEN de stralende Morgenster."

Slot

17 De Geest en de bruid zeggen: "Kom!" En laat iedereen die het hoort, zeggen: "Kom!" Iedereen die dorst heeft, mag komen. Iedereen die wil, mag komen drinken van het water dat levend maakt. Je hoeft er niets voor te betalen.

18 Ik zeg tegen iedereen die de profetische woorden van dit boek hoort: als je hier iets aan toevoegt, zal God je straffen met de rampen die in dit boek zijn beschreven. 19 En als je iets weglaat van de profetische woorden van dit boek, zal God jou je erfenis afnemen. Je naam zal niet in het Boek van het Leven staan. Je zal niet van de levensboom mogen eten. Je zal niet in de heilige stad mogen wonen. Je zal niets krijgen van de dingen waarover in dit boek geschreven staat.

20 Hij die deze dingen gesproken heeft, zegt: "Ja, Ik kom gauw!" Amen! Zo is het! Ja kom, Heer Jezus!

21 Ik bid dat onze Heer Jezus Christus in alles goed voor jullie zal zijn.

Footnotes

  1. Openbaring 22:4 Vergelijk dit met bijvoorbeeld Genesis 32:30 en met 1 Korintiërs 13:12.
  2. Openbaring 22:10 Vergelijk dit met Daniël 12:4.

Jezus komt terug

22 De engel liet mij een rivier zien met water dat leven geeft. Helder als kristal was het. Het kwam uit de troon van God en van het Lam en stroomde midden over de hoofdstraat van de stad. Aan weerskanten van de rivier stond een boom die leven geeft en die twaalf keer per jaar vruchten droeg, elke maand een keer. De bladeren van de boom zijn voor de genezing van de volken. Er zal niets meer zijn waar een vloek op rust. De troon van God en van het Lam zal in de stad staan en al zijn knechten zullen Hem vereren. Zij zullen zijn gezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofd staan. Er zal geen nacht meer zijn. Zij zullen geen lamp nodig hebben en ook het licht van de zon niet, omdat de Here God hun licht zal zijn. En zij zullen voor altijd en eeuwig regeren.

Daarna zei de engel tegen mij: ‘Deze woorden zijn waar en betrouwbaar. De Here God, die de profeten ingeeft wat zij moeten zeggen, heeft zijn engel gestuurd om zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort moet gebeuren. Jezus zegt: “Ja, Ik kom gauw.” Gelukkig is de mens die zich houdt aan de profetische woorden van dit boek.’

Ik, Johannes, zag en hoorde al deze dingen en viel op mijn knieën voor de engel die ze me had laten zien en wilde hem aanbidden. Maar hij zei: ‘Doe dat niet! Ik ben slechts een dienaar van de Here, net als u en uw broeders en zusters, de profeten en net als ieder die zich houdt aan wat in dit boek staat. Aanbid alleen God!’

10 Daarna zei hij: ‘Verzegel dit boek met profetische woorden niet, want de tijd waarin zij uitkomen, is niet ver meer. 11 Wie verkeerd doet, zal nog meer verkeerd doen. Wie vuil is, zal nog vuiler worden. Maar wie goed doet, moet nog meer goed doen en wie aan God toebehoort, moet zich nog meer aan Hem toewijden.’

12 ‘Ja,’ zegt Jezus, ‘Ik kom gauw met mijn beloning. Ik geef ieder het loon voor zijn daden. 13 Ik ben de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.’ 14 Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij mogen van de levensboom eten en door de poorten van de stad binnengaan. 15 Buiten de stad zijn de honden, de tovenaars, de overspeligen, de moordenaars, de afgodendienaars en allen die met plezier liegen en bedriegen.

16 ‘Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd opdat u dit allemaal aan de gemeenten zult vertellen. Ik ben de nakomeling uit het geslacht van David. Ik ben de schitterende morgenster.’

17 De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom.’ En wie dat hoort, moet ook zeggen: ‘Kom.’ Wie dorst heeft: kom maar. En wie graag wil drinken: neem maar van het water dat leven geeft, gratis.

18 Ik waarschuw ieder die de profetische woorden van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de rampen laten overkomen die in dit boek staan. 19 Als iemand iets van de profetische woorden van dit boek afneemt, zal God hem het recht afnemen om van de boom die leven geeft te eten en in de stad van God te komen, waarover in dit boek gesproken wordt. 20 Hij die dit alles bekend heeft gemaakt, zegt: ‘Ja, Ik kom al spoedig.’ Amen. Ja, Here Jezus, kom!

21 Ik wens u allen de genade van de Here Jezus Christus toe. Amen.

Eden Restored

22 Then the angel showed me the river(A) of the water of life,(B) as clear as crystal,(C) flowing(D) from the throne of God and of the Lamb down the middle of the great street of the city. On each side of the river stood the tree of life,(E) bearing twelve crops of fruit, yielding its fruit every month. And the leaves of the tree are for the healing of the nations.(F) No longer will there be any curse.(G) The throne of God and of the Lamb will be in the city, and his servants will serve him.(H) They will see his face,(I) and his name will be on their foreheads.(J) There will be no more night.(K) They will not need the light of a lamp or the light of the sun, for the Lord God will give them light.(L) And they will reign for ever and ever.(M)

John and the Angel

The angel said to me,(N) “These words are trustworthy and true.(O) The Lord, the God who inspires the prophets,(P) sent his angel(Q) to show his servants the things that must soon take place.”

“Look, I am coming soon!(R) Blessed(S) is the one who keeps the words of the prophecy written in this scroll.”(T)

I, John, am the one who heard and saw these things.(U) And when I had heard and seen them, I fell down to worship at the feet(V) of the angel who had been showing them to me. But he said to me, “Don’t do that! I am a fellow servant with you and with your fellow prophets and with all who keep the words of this scroll.(W) Worship God!”(X)

10 Then he told me, “Do not seal up(Y) the words of the prophecy of this scroll,(Z) because the time is near.(AA) 11 Let the one who does wrong continue to do wrong; let the vile person continue to be vile; let the one who does right continue to do right; and let the holy person continue to be holy.”(AB)

Epilogue: Invitation and Warning

12 “Look, I am coming soon!(AC) My reward is with me,(AD) and I will give to each person according to what they have done.(AE) 13 I am the Alpha and the Omega,(AF) the First and the Last,(AG) the Beginning and the End.(AH)

14 “Blessed are those who wash their robes,(AI) that they may have the right to the tree of life(AJ) and may go through the gates(AK) into the city.(AL) 15 Outside(AM) are the dogs,(AN) those who practice magic arts, the sexually immoral, the murderers, the idolaters and everyone who loves and practices falsehood.

16 “I, Jesus,(AO) have sent my angel(AP) to give you[a] this testimony for the churches.(AQ) I am the Root(AR) and the Offspring of David,(AS) and the bright Morning Star.”(AT)

17 The Spirit(AU) and the bride(AV) say, “Come!” And let the one who hears say, “Come!” Let the one who is thirsty come; and let the one who wishes take the free gift of the water of life.(AW)

18 I warn everyone who hears the words of the prophecy of this scroll:(AX) If anyone adds anything to them,(AY) God will add to that person the plagues described in this scroll.(AZ) 19 And if anyone takes words away(BA) from this scroll of prophecy,(BB) God will take away from that person any share in the tree of life(BC) and in the Holy City, which are described in this scroll.

20 He who testifies to these things(BD) says, “Yes, I am coming soon.”(BE)

Amen. Come, Lord Jesus.(BF)

21 The grace of the Lord Jesus be with God’s people.(BG) Amen.

Footnotes

  1. Revelation 22:16 The Greek is plural.

22 And he shewed me a pure river of water of life, clear as crystal, proceeding out of the throne of God and of the Lamb.

In the midst of the street of it, and on either side of the river, was there the tree of life, which bare twelve manner of fruits, and yielded her fruit every month: and the leaves of the tree were for the healing of the nations.

And there shall be no more curse: but the throne of God and of the Lamb shall be in it; and his servants shall serve him:

And they shall see his face; and his name shall be in their foreheads.

And there shall be no night there; and they need no candle, neither light of the sun; for the Lord God giveth them light: and they shall reign for ever and ever.

And he said unto me, These sayings are faithful and true: and the Lord God of the holy prophets sent his angel to shew unto his servants the things which must shortly be done.

Behold, I come quickly: blessed is he that keepeth the sayings of the prophecy of this book.

And I John saw these things, and heard them. And when I had heard and seen, I fell down to worship before the feet of the angel which shewed me these things.

Then saith he unto me, See thou do it not: for I am thy fellowservant, and of thy brethren the prophets, and of them which keep the sayings of this book: worship God.

10 And he saith unto me, Seal not the sayings of the prophecy of this book: for the time is at hand.

11 He that is unjust, let him be unjust still: and he which is filthy, let him be filthy still: and he that is righteous, let him be righteous still: and he that is holy, let him be holy still.

12 And, behold, I come quickly; and my reward is with me, to give every man according as his work shall be.

13 I am Alpha and Omega, the beginning and the end, the first and the last.

14 Blessed are they that do his commandments, that they may have right to the tree of life, and may enter in through the gates into the city.

15 For without are dogs, and sorcerers, and whoremongers, and murderers, and idolaters, and whosoever loveth and maketh a lie.

16 I Jesus have sent mine angel to testify unto you these things in the churches. I am the root and the offspring of David, and the bright and morning star.

17 And the Spirit and the bride say, Come. And let him that heareth say, Come. And let him that is athirst come. And whosoever will, let him take the water of life freely.

18 For I testify unto every man that heareth the words of the prophecy of this book, If any man shall add unto these things, God shall add unto him the plagues that are written in this book:

19 And if any man shall take away from the words of the book of this prophecy, God shall take away his part out of the book of life, and out of the holy city, and from the things which are written in this book.

20 He which testifieth these things saith, Surely I come quickly. Amen. Even so, come, Lord Jesus.

21 The grace of our Lord Jesus Christ be with you all. Amen.