Add parallel Print Page Options

De brief aan de gemeente in Sardes

De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Sardes:

Dit zegt de Heer die de zeven Geesten van God en de zeven sterren heeft: Ik weet wat jullie allemaal doen. Jullie denken wel dat jullie leven, maar jullie zijn dood. Word wakker! Zorg dat wat nog over is en bijna sterft, weer sterk wordt! Want wat jullie doen, is niet veel waard voor God. Bedenk wat jullie vroeger van Mij hebben gekregen en gehoord. Verander en houd daar weer aan vast. Als jullie niet wakker worden, zal Ik net zo onverwachts komen als een dief. Jullie zullen geen idee hebben wanneer Ik terugkom.

Maar er zijn bij jullie in Sardes ook een paar mensen die het goed doen. Zij zijn wel blijven leven op een manier die past bij mensen die bij Mij horen. Zij zullen met Mij wandelen in witte kleren, want dat hebben ze verdiend.

Als je overwint, zul je witte kleren krijgen. En Ik zal je naam niet weghalen uit het Boek van het Leven. Maar Ik zal tegen mijn Vader en zijn engelen zeggen dat je bij Mij hoort.

Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."

De brief aan de gemeente in Filadelfia

De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia:

Dit zegt de Heer die heilig is, en die de Waarheid is. Dit zegt Hij die de 'sleutel van David' heeft.[a] Als Ik open, zal niemand sluiten. En als Ik sluit, zal niemand openen.

Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik heb als het ware een deur voor jullie open gedaan, zodat jullie veel konden doen. Niemand zal die deur kunnen sluiten. Want ook al zijn jullie met maar weinig mensen, tóch hebben jullie gedaan wat Ik heb gezegd. En jullie hebben niet gedaan alsof jullie Mij niet kennen.

Een groot aantal Joden beweert wel dat ze Joden zijn, maar dat liegen ze. Want in werkelijkheid horen ze bij de duivel.[b] Let op! Ik zal ervoor zorgen dat een aantal van hen naar jullie toe zal komen. Ze zullen voor jullie neerknielen en toegeven dat Ik van jullie houd.

10 Jullie zijn gehoorzaam op Mij blijven vertrouwen. Daarom zal Ik jullie redden van de moeilijke tijd die de hele wereld zal meemaken. Die moeilijke tijd zal komen om het geloof van de mensen op de proef te stellen.

11 Ik kom gauw. Houd vast aan je geloof. Zorg dat niemand jullie je beloning afneemt. 12 Als je overwint, zal Ik je maken tot een pilaar in de tempel van mijn God. Daar zul je nooit meer uit weggaan. En Ik zal de naam van mijn God op je schrijven en de naam van de stad van mijn God. Die stad is het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt, bij mijn God vandaan. Ook mijn eigen nieuwe naam zal Ik op je schrijven.

13 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."

De brief aan de gemeente in Laodicea

14 De Heer zei tegen Johannes: "Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea:

Dit zegt de Amen (= 'ja, zo is het'), de Getuige die de waarheid spreekt en die te vertrouwen is. Dit zegt Hij die het Begin is van alles wat God heeft gemaakt: 15 Ik weet wat jullie allemaal doen. Ik weet óók dat jullie geloof niet koud is en ook niet heet. Was jullie geloof maar koud of heet! Maar het is lauw. 16 En omdat jullie niet koud of heet zijn, maar lauw, zal Ik jullie uitspugen. 17 Jullie zeggen: 'Wij zijn rijk. Daar hebben we zelf voor gezorgd. We hebben aan niets tekort.' Maar jullie hebben helemaal niet door, dat jullie geestelijk gezien zielig en arm en blind en naakt zijn. 18 Daarom raad Ik jullie aan om goud van Mij te kopen. Goud dat in het vuur zuiver is gemaakt. Dan zullen jullie rijk zijn. En koop van Mij witte kleren om aan te trekken. Dan zullen jullie niet meer naakt zijn. En koop van Mij oogzalf om op jullie ogen te doen. Dan zullen jullie weer kunnen zien. 19 De mensen van wie Ik houd, voed Ik ook streng op. Wees dus ijverig en ga weer leven zoals Ik het wil.

20 Let op: Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand naar Mij luistert en de deur opendoet, zal Ik bij hem binnen komen. Dan zullen we samen eten: hij met Mij en Ik met hem.[c]

21 Als je overwint, zul je met Mij op mijn troon zitten. Net zoals ook Ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon zit.

22 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt."

Footnotes

  1. Openbaring 3:7 Ergens de 'sleutels' van hebben betekent dat je daar de macht / het gezag over hebt.
  2. Openbaring 3:9 Lees ook Johannes 8:39-47 en Romeinen 2:25-29.
  3. Openbaring 3:20 Samen eten is een symbool van vriendschap. In het Oude Testament is ook vaak te lezen dat twee mensen die met elkaar aten daarmee een verbond met elkaar sloten. Het 'samen eten' was dan onderdeel van het sluiten van het verbond. Er werden bij die maaltijd plechtige beloften gedaan. Lees bijvoorbeeld Genesis 31:43-55.

To the Church in Sardis

“To the angel[a] of the church in Sardis(A) write:

These are the words of him who holds the seven spirits[b](B) of God and the seven stars.(C) I know your deeds;(D) you have a reputation of being alive, but you are dead.(E) Wake up! Strengthen what remains and is about to die, for I have found your deeds unfinished in the sight of my God. Remember, therefore, what you have received and heard; hold it fast, and repent.(F) But if you do not wake up, I will come like a thief,(G) and you will not know at what time(H) I will come to you.

Yet you have a few people in Sardis who have not soiled their clothes.(I) They will walk with me, dressed in white,(J) for they are worthy. The one who is victorious(K) will, like them, be dressed in white.(L) I will never blot out the name of that person from the book of life,(M) but will acknowledge that name before my Father(N) and his angels. Whoever has ears, let them hear(O) what the Spirit says to the churches.

To the Church in Philadelphia

“To the angel of the church in Philadelphia(P) write:

These are the words of him who is holy(Q) and true,(R) who holds the key of David.(S) What he opens no one can shut, and what he shuts no one can open. I know your deeds.(T) See, I have placed before you an open door(U) that no one can shut. I know that you have little strength, yet you have kept my word and have not denied my name.(V) I will make those who are of the synagogue of Satan,(W) who claim to be Jews though they are not,(X) but are liars—I will make them come and fall down at your feet(Y) and acknowledge that I have loved you.(Z) 10 Since you have kept my command to endure patiently, I will also keep you(AA) from the hour of trial that is going to come on the whole world(AB) to test(AC) the inhabitants of the earth.(AD)

11 I am coming soon.(AE) Hold on to what you have,(AF) so that no one will take your crown.(AG) 12 The one who is victorious(AH) I will make a pillar(AI) in the temple of my God. Never again will they leave it. I will write on them the name of my God(AJ) and the name of the city of my God,(AK) the new Jerusalem,(AL) which is coming down out of heaven from my God; and I will also write on them my new name. 13 Whoever has ears, let them hear(AM) what the Spirit says to the churches.

To the Church in Laodicea

14 “To the angel of the church in Laodicea(AN) write:

These are the words of the Amen, the faithful and true witness,(AO) the ruler of God’s creation.(AP) 15 I know your deeds,(AQ) that you are neither cold nor hot.(AR) I wish you were either one or the other! 16 So, because you are lukewarm—neither hot nor cold—I am about to spit you out of my mouth. 17 You say, ‘I am rich; I have acquired wealth and do not need a thing.’(AS) But you do not realize that you are wretched, pitiful, poor, blind and naked.(AT) 18 I counsel you to buy from me gold refined in the fire,(AU) so you can become rich; and white clothes(AV) to wear, so you can cover your shameful nakedness;(AW) and salve to put on your eyes, so you can see.

19 Those whom I love I rebuke and discipline.(AX) So be earnest and repent.(AY) 20 Here I am! I stand at the door(AZ) and knock. If anyone hears my voice and opens the door,(BA) I will come in(BB) and eat with that person, and they with me.

21 To the one who is victorious,(BC) I will give the right to sit with me on my throne,(BD) just as I was victorious(BE) and sat down with my Father on his throne. 22 Whoever has ears, let them hear(BF) what the Spirit says to the churches.”

Footnotes

  1. Revelation 3:1 Or messenger; also in verses 7 and 14
  2. Revelation 3:1 That is, the sevenfold Spirit