Add parallel Print Page Options

Als een lam naar de slachtbank geleid

53 Maar ach, wie gelooft wat wij vertellen? Wie zal luisteren? Aan wie heeft God zijn macht geopenbaard? In Gods ogen was Hij een groene scheut die groeide aan een wortel in droge en onvruchtbare grond. Maar in onze ogen had Hij niets aantrekkelijks. Niets dat maakte dat wij Hem graag wilden aanvaarden.

Wij verafschuwden en verachtten Hem, een man van zorgen, vertrouwd met het bitterste verdriet. Wij keerden Hem de rug toe en keken de andere kant op als Hij langs kwam. Hij werd veracht en dat deed ons niets. Maar het was ons leed dat Hij droeg, ons lijden drukte Hem neer. Wij dachten dat Hij door God geslagen en vernederd was. Hij werd doorstoken en verbrijzeld ter wille van onze zonden. Hij werd zwaar gestraft zodat wij vrede konden hebben, Hij werd geslagen en daardoor werden wij genezen! Wij zijn het die als schapen afdwaalden! Wij verlieten Gods paden en gingen onze eigen weg. Desondanks legde God de schuld en zonden van ons allen op Hem! Hij werd in een hoek gedreven en mishandeld, maar zei geen woord. Hij was als een schaap dat voor de slacht weggebracht werd. Hij deed zijn mond niet open, zoals een lam stil is terwijl het geschoren wordt. Door een onrechtvaardig vonnis werd Hij weggenomen en geen van zijn tijdgenoten had er oog voor dat Hij werd weggerukt uit het leven. Maar wie van al die mensen realiseerde zich toen dat het hun zonden waren waarvoor Hij stierf? Dat Hij hun straf op Zich nam?

Men had Hem als misdadiger willen begraven, maar Hij werd gelegd in het graf van een rijke, omdat Hij niets had misdaan, nooit een verkeerd woord had gezegd en in Hem geen onrecht werd gevonden. 10 Maar het was de bedoeling van de Here dat Hij werd verbrijzeld en met verdriet overladen. Wanneer Hij zijn leven heeft geofferd voor de zonde, zal Hij talloze nakomelingen krijgen, vele erfgenamen. Hij zal lang leven en Gods voornemen zal bij Hem in goede handen zijn. 11 En als Hij ziet wat er allemaal is bereikt door zijn lijden, zal Hij voldoening smaken. Door wat Hij heeft ondervonden, zal mijn rechtvaardige dienaar vele mensen bevrijden van schuld en rechtvaardig maken in de ogen van God, want Hij zal al hun zonden dragen. 12 Daarom zal Ik Hem de eerbewijzen geven van iemand die machtig is en hoog in aanzien staat, want Hij heeft Zichzelf in de dood gegeven. Hij werd beschouwd als een misdadiger, maar droeg de zonden van velen. Hij pleitte bij God voor overtreders.

53 Who has believed our message(A)
    and to whom has the arm(B) of the Lord been revealed?(C)
He grew up before him like a tender shoot,(D)
    and like a root(E) out of dry ground.
He had no beauty or majesty to attract us to him,
    nothing in his appearance(F) that we should desire him.
He was despised and rejected by mankind,
    a man of suffering,(G) and familiar with pain.(H)
Like one from whom people hide(I) their faces
    he was despised,(J) and we held him in low esteem.

Surely he took up our pain
    and bore our suffering,(K)
yet we considered him punished by God,(L)
    stricken by him, and afflicted.(M)
But he was pierced(N) for our transgressions,(O)
    he was crushed(P) for our iniquities;
the punishment(Q) that brought us peace(R) was on him,
    and by his wounds(S) we are healed.(T)
We all, like sheep, have gone astray,(U)
    each of us has turned to our own way;(V)
and the Lord has laid on him
    the iniquity(W) of us all.

He was oppressed(X) and afflicted,
    yet he did not open his mouth;(Y)
he was led like a lamb(Z) to the slaughter,(AA)
    and as a sheep before its shearers is silent,
    so he did not open his mouth.
By oppression[a] and judgment(AB) he was taken away.
    Yet who of his generation protested?
For he was cut off from the land of the living;(AC)
    for the transgression(AD) of my people he was punished.[b]
He was assigned a grave with the wicked,(AE)
    and with the rich(AF) in his death,
though he had done no violence,(AG)
    nor was any deceit in his mouth.(AH)

10 Yet it was the Lord’s will(AI) to crush(AJ) him and cause him to suffer,(AK)
    and though the Lord makes[c] his life an offering for sin,(AL)
he will see his offspring(AM) and prolong his days,
    and the will of the Lord will prosper(AN) in his hand.
11 After he has suffered,(AO)
    he will see the light(AP) of life[d] and be satisfied[e];
by his knowledge[f] my righteous servant(AQ) will justify(AR) many,
    and he will bear their iniquities.(AS)
12 Therefore I will give him a portion among the great,[g](AT)
    and he will divide the spoils(AU) with the strong,[h]
because he poured out his life unto death,(AV)
    and was numbered with the transgressors.(AW)
For he bore(AX) the sin of many,(AY)
    and made intercession(AZ) for the transgressors.

Footnotes

  1. Isaiah 53:8 Or From arrest
  2. Isaiah 53:8 Or generation considered / that he was cut off from the land of the living, / that he was punished for the transgression of my people?
  3. Isaiah 53:10 Hebrew though you make
  4. Isaiah 53:11 Dead Sea Scrolls (see also Septuagint); Masoretic Text does not have the light of life.
  5. Isaiah 53:11 Or (with Masoretic Text) 11 He will see the fruit of his suffering / and will be satisfied
  6. Isaiah 53:11 Or by knowledge of him
  7. Isaiah 53:12 Or many
  8. Isaiah 53:12 Or numerous