Add parallel Print Page Options

From the leader of the church people. I send greetings to the lady whom God has chosen, and to her children. I love you all because you have the truth about Christ. I am not the only one who loves you. All those who know the truth, love you also.

We love you because of the truth we share which is in our hearts and will be with us for ever.

God the Father and Jesus Christ, the Father's son, will bless us. They will be kind to us. They will give us peace. They will do these things because they are true, and they love us.

I was very glad to find that some of your children are living in the right way. They are living the way the Father told us to live.

And now I want to ask you to do something. I am not telling you to do something new. It is the same law we had from the beginning. It is this, `We must love one another.'

We love God when we live the way God has told us. This is the law you heard from the beginning. You must live by it.

Many men who fool people have gone out into the world. They believe that Jesus Christ did not come to live as a man with a body. These men belong to the one who fools people. He is against Christ.

Watch out for yourselves! Do not lose what you have worked for, but receive all the reward that you should have.

Everyone who goes too far, and does not believe what Christ taught, does not believe God. Anyone who believes what Christ taught, believes both the Father and the Son.

10 If anyone comes to you who does not teach what Christ taught, do not take him into your house. Do not even greet him.

11 Anyone who greets him helps him in the wrong things he does.

12 I have much to write to you. But I do not want to write it on paper. I hope to come to visit you and talk with you. Then we will be very happy.

13 The children of your sister whom God has chosen send their greetings.

Inleiding

Deze brief is van Johannes, de leider van de gemeente. Ik schrijf deze brief aan de vrouw[a] die door God is uitgekozen, en aan haar kinderen. Ik houd heel veel van jullie. En ik ben niet de enige. Alle mensen die de waarheid[b] van God hebben leren kennen, houden van jullie. Want de waarheid woont in ons en zal voor eeuwig met ons zijn. Ik bid dat God in alles goed voor jullie zal zijn. En dat jullie vol zullen zijn van de vrede, de waarheid en de liefde van God en van zijn Zoon de Heer Jezus Christus.[c]

Pas op voor bedriegers

Ik ben er heel erg blij over dat ik mensen bij jullie ben tegengekomen die vanuit Gods waarheid leven. Ze leven zoals de Vader ons ook heeft bevolen. En nu wil ik jullie vragen om van elkaar te houden. Ik geef jullie daarmee geen nieuwe opdracht. Want jullie weten het al vanaf het begin. Maar ik wil het herhalen. En dit is echte liefde: dat we doen wat Hij van ons vraagt. Dit is de opdracht die jullie vanaf het begin hebben gekregen.[d]

Maar er lopen heel wat mensen rond die proberen om jullie leugens over Jezus Christus te laten geloven. Ze geloven niet dat Jezus Christus werkelijk een mens van vlees en bloed is geworden.[e] Zulke mensen zijn bedriegers en vijanden van Christus. Pas op dat we niet verliezen waar we samen zo hard voor hebben gewerkt, maar zorg ervoor dat we onze hele beloning zullen krijgen. Er zijn mensen die iets veranderen aan wat Christus ons heeft geleerd. Zij houden zich dus niet aan wat Hij ons geleerd heeft. Zulke mensen horen niet bij God. Maar mensen die zich daar wél aan houden, horen bij de Vader en de Zoon. 10 Als er mensen bij jullie komen die jullie andere dingen leren, moeten jullie hen niet binnenlaten. Ga niet met hen om. 11 Want als jullie met hen omgaan, doen jullie eigenlijk met hen mee. Dan zijn jullie net zo schuldig als zij.

Slot

12 Ik heb jullie veel te zeggen, maar dat wil ik liever niet doen met pen en papier. Ik hoop naar jullie toe te komen en zelf met jullie te spreken. Dat zal ons allebei erg blij maken.

13 Jullie moeten de groeten hebben van de kinderen van jullie zuster die ook door God is uitgekozen.

Footnotes

  1. 2 Johannes 1:1 Met deze 'vrouw' bedoelt Johannes de gemeente. De gemeente is immers de vrouw, de bruid, van Christus. Met de 'kinderen' bedoelt hij de gelovigen in die gemeente.
  2. 2 Johannes 1:1 Met de 'waarheid' bedoelt Johannes het goede nieuws.
  3. 2 Johannes 1:3 'Christus' is niet Jezus' achternaam! Het woord 'Christus' is Grieks en betekent 'Gezalfde'. (Het Nieuwe Testament is in het Grieks geschreven). 'De gezalfde' is in de Joodse Boeken de man die speciaal door God met zijn Geest is gevuld ('gezalfd') om Israël te redden. In het Hebreeuws, de taal waarin het Oude Testament is geschreven, werd hij de 'Messias' genoemd, wat hetzelfde betekent.
  4. 2 Johannes 1:6 Lees Johannes 14:15.
  5. 2 Johannes 1:7 Er was in die tijd een stroming in het geloof die niet geloofde dat Jezus werkelijk een mens van vlees en bloed geworden is. Zij vonden dat het alleen maar léék alsof Hij een lichaam had. Maar de kern van het goede nieuws is nu juist dat God werkelijk mens werd in Jezus.