Add parallel Print Page Options

De hoop van het eeuwige leven

Van: Petrus, een apostel van Jezus Christus. Aan: de christenen die als vreemdelingen in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithynië wonen.

God, de Vader, heeft u uitgekozen, omdat Hij u al lang tevoren kende. De Heilige Geest heeft u afgezonderd om Jezus Christus te gehoorzamen en door zijn bloed gereinigd te worden. Ik wens dat u meer en meer de genade en vrede van God zult ontvangen.

Alle dank en eer is voor de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die zo onvoorstelbaar goed voor ons is. Hij heeft nieuwe mensen van ons gemaakt door Jezus Christus uit de dood terug te brengen tot het leven. Daarom leven wij nu toe naar het eeuwige leven dat wij ontvangen zullen. Dat is de erfenis die God allang voor u heeft klaarliggen in de hemel, een erfenis die door niets of niemand zal worden aangetast en zijn waarde nooit verliest. Omdat u op God vertrouwt, zal Hij u beschermen. Hij zal u in zijn grote kracht bewaren, zodat u veilig bent om die rijke erfenis aan het einde van de tijd te ontvangen.

Wees dus blij! Er ligt iets heerlijks voor u klaar, ook al zult u het door allerlei beproevingen eerst nog een tijd erg moeilijk hebben. Door die moeilijkheden en problemen wordt uw geloof op de proef gesteld, zodat zal blijken of het echt is of niet. Want ook goud, dat kan vergaan en lang zoveel niet waard is als geloof, wordt in het vuur gesmolten om te zien of het wel echt is. Wel, als uw geloof het vuur van de beproevingen kan doorstaan, zal Jezus Christus bij zijn terugkeer geëerd en geprezen worden. Ook al hebt u Hem nog nooit gezien, toch houdt u van Hem. U vertrouwt op Hem, hoewel u zich geen voorstelling van Hem kunt maken. En u hebt een bijna hemelse blijdschap, omdat u erop vertrouwt gered te zullen worden. 10 De profeten begrepen niet wat die redding inhield. Hoewel zij er ijverig naar zochten en erover schreven, hadden zij nog heel veel vragen. 11 Zij vroegen zich af wat de Geest van Christus, die in hen was, bedoelde. Want Hij vertelde hun over de vreselijke dingen die Christus zou doormaken en over de verheerlijking die daarop zou volgen. Het was hun niet duidelijk, wanneer en onder wat voor omstandigheden dat allemaal zou gebeuren. 12 Ten slotte werd hun duidelijk gemaakt dat die dingen niet tijdens hun eigen leven zouden plaatsvinden, maar pas veel later, in onze tijd. En nu is dit heerlijke nieuws openlijk aan ons allen bekendgemaakt door dezelfde Heilige Geest die tot hen gesproken heeft. Het is zoiets heerlijks dat zelfs de engelen er meer over zouden willen weten.

13 Gebruik dus uw verstand en wees nuchter. Kijk vol verwachting uit naar de dag waarop Jezus Christus terugkomt en God zijn genade aan u zal bewijzen. 14 Gehoorzaam God omdat u zijn kinderen bent. Geef niet toe aan de verlangens van vroeger, toen u nog niet beter wist. 15 Wees heilig in alles wat u doet, want de Here die u heeft geroepen om zijn kind te worden, is heilig. 16 Hij heeft dat Zelf gezegd: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’ 17 U roept God aan als uw Vader, die iedereen beoordeelt naar zijn daden. Daarom moet u, zolang u hier op aarde woont, ontzag voor Hem hebben. 18 U weet toch wat een geweldige losprijs God heeft betaald om u vrij te kopen van het lege bestaan dat u, net als uw voorouders, leidde. U bent niet vrijgekocht met iets dat vergaat, zoals zilver en goud, 19 maar met het kostbare bloed van een volmaakt en vlekkeloos lam: het bloed van Christus. 20 God kende Hem al vóór het ontstaan van de wereld, maar heeft Hem pas in deze laatste tijd ter wille van ons bekendgemaakt. 21 Daarom vertrouwen wij op God, die Christus uit de dood heeft laten opstaan en Hem grote macht en majesteit heeft gegeven. Ons geloof en onze hoop zijn op God gevestigd.

22 Nu u aan de waarheid gehoor hebt gegeven, bent u innerlijk gezuiverd en kunt u elkaar oprecht liefhebben. Heb elkaar dan ook altijd van harte lief. 23 U hebt een nieuw leven gekregen, niet door geboorte uit uw ouders, want aan dat leven komt een einde, maar een nieuw leven door wedergeboorte uit God, die door de levende Christus zijn woord tot ons blijft spreken. 24 In de Boeken staat er dit over: ‘De mens is als gras en zijn pracht als een veldbloem. Het gras verdort en de bloem valt af, 25 maar wat God heeft gezegd, geldt voor eeuwig.’ En daarmee wordt het goede nieuws bedoeld, dat u is bekendgemaakt.

Als levende stenen in Gods huis

Bevrijd u van alle gevoelens van haat en bedrog. Het moet afgelopen zijn met schijnheiligheid, jaloezie en roddel! Als het goed is, moet u als pasgeboren kinderen verlangen naar zuivere, geestelijke melk, dat wil zeggen naar het zuivere woord van het goede nieuws. Dan zult u groeien en gered worden. U hebt reeds ervaren hoe goed de Here is. Ga dus naar Christus toe. Hij is de levende steen waarop God zijn bouwwerk neerzet. Hoewel de mensen Hem hebben afgewezen, is Hij voor God zó kostbaar dat Hij Hem uit alle anderen heeft uitgekozen. U moet zich door God laten gebruiken als levende stenen waarmee Hij zijn geestelijk huis bouwt. U bent ook de heilige priesters die door Jezus Christus geestelijke offers brengen die voor God aanvaardbaar zijn. In de Boeken staat het zo: ‘Ik plaats een steen als hoeksteen in Sion, een kostbare steen die Ik heb uitgekozen en wie op hem vertrouwt, wordt niet teleurgesteld.’

Voor u die op Hem vertrouwt, is Hij kostbaar. Voor mensen die niets van Hem willen weten, geldt wat in de Boeken staat: ‘De steen die door de bouwers was afgekeurd, is juist tot de hoeksteen geworden.’ Zo is Christus niet alleen de onmisbare hoeksteen geworden, Hij is ook de steen waarover men struikelt en waaraan men zich stoot. Dat laatste geldt alleen voor de mensen die niet naar Hem willen luisteren, die weigeren Hem te gehoorzamen. Het ligt dus voor de hand dat zij zullen struikelen. Maar zo bent u niet. U bent door God uitgekozen om koninklijke priesters te zijn, mensen die voor God zijn afgezonderd om overal te vertellen hoe goed en groot Hij is die u geroepen heeft om vanuit de duisternis naar zijn heerlijk licht te komen. 10 Vroeger hoorde u bij een volk dat niet bij Hem hoorde, nu bent u zelf het volk van God! Vroeger wist u niet hoe goed en vriendelijk God is, nu hebt u zijn goedheid zelf ervaren.

11 Broeders en zusters, wij blijven hier op aarde vreemdelingen, gasten. Omdat ons werkelijke thuis bij de Here is, dring ik er bij u op aan niet toe te geven aan de slechte begeerten van deze wereld, die uw leven in gevaar brengen. 12 Laten de ongelovigen niets op uw gedrag kunnen aanmerken. Ook al mogen zij u niet en belasteren zij u, als zij zien hoe voorbeeldig uw leven is, zullen zij God wel moeten eren en prijzen op de dag dat Christus terugkomt.

13 Gehoorzaam, ter wille van de Here, de wetten van het land waar u woont. Zowel de wetten van de keizer, 14 die het staatshoofd is, als de wetten van de stadhouders, die door de koning zijn aangesteld om de misdaad te bestraffen en goede daden te belonen. 15 God wil dat door uw goede leven de mensen de mond wordt gesnoerd die onwetend zijn en dwaas praten. 16 Wij zijn vrije mensen, maar die vrijheid geeft ons niet het recht om kwaad te doen, want wij zijn dienaren van God.

17 Laat ieder in zijn waarde. Houd van allen die werkelijk christen zijn. Heb ontzag voor God en respect voor de keizer.

18 Knechten, heb ontzag voor uw meester en doe wat hij zegt, niet alleen als hij goed en redelijk is, maar ook als hij lastig is. 19 Een gelovige mag blij zijn als hij ten onrechte een slechte behandeling moet ondergaan, omdat hij voor God een zuiver geweten wil houden. 20 Als u geduldig de straf voor uw misdaden ondergaat, is dat natuurlijk geen verdienste. Maar als u goed doet en dan geduldig het onrecht verdraagt dat u wordt aangedaan, zult u de genade van God ervaren. 21 Al dit lijden hoort bij het leven waartoe God ons geroepen heeft. Christus, die voor u geleden heeft, is het voorbeeld dat u moet volgen, en in zijn voetstappen moet u treden. 22 Hij heeft niets misdaan en zei nooit een verkeerd woord. 23 Als Hij beledigd werd, zei Hij niets lelijks terug. Als de mensen Hem pijn deden, dreigde Hij niet het hun betaald te zetten. Hij liet het allemaal over aan God, die rechtvaardig oordeelt. 24 Hij heeft onze zonden gedragen in zijn eigen lichaam, toen Hij stierf aan het kruis. Daardoor zijn wij nu dood voor de zonde en kunnen wij voortaan leven zoals God het wil, want de wonden in zijn lichaam hebben ons genezen. 25 Vroeger zwierven wij allemaal rond als verdwaalde schapen. Maar nu bent u teruggekeerd naar de herder, naar Hem die onze zielen onder zijn hoede neemt.

Wees één van hart en ziel

Vrouwen, doe wat uw man van u vraagt, ook als u een man hebt die zelf niet doet wat God van hem vraagt. Als hij ziet hoe zuiver u leeft en hoeveel ontzag u voor God hebt, zal hij zonder woorden voor de Here gewonnen worden. Daarbij moet u niet te veel aandacht aan uw uiterlijk besteden. Het gaat niet om een mooi kapsel, dure sieraden of schitterende kleren. Het gaat om uw innerlijk, om een vriendelijk en evenwichtig karakter. Dat is een onvergankelijk sieraad dat voor God grote en blijvende waarde heeft. Dat was het sieraad van de gelovige vrouwen van vroeger, die op God vertrouwden en deden wat hun man van hen vroeg. Denk eens aan Sara, die haar man Abraham gehoorzaamde en hem als hoofd van het gezin respecteerde. Volg haar voorbeeld door goed te doen en wees niet bang, dan bent u dochters van haar.

En wat de mannen betreft: u moet voorzichtig met uw vrouw omgaan. U weet dat zij zwakker is dan u. Geef haar de eer die haar toekomt, omdat God haar net als u het eeuwige leven geeft. Anders zal er een belemmering in uw gebedsleven optreden.

Als wij dit alles samenvatten, betekent dit dat allen één van hart en ziel moeten zijn. Leef met elkaar mee en houd van elkaar. Wees vriendelijk en nederig. Vergeld geen kwaad met kwaad. Als iemand u beledigt, zeg dan niets lelijks terug, maar zegen hem juist. Want dan zal God ons zegenen, daartoe heeft Hij ons geroepen. 10 In de Boeken staat: ‘Wie van het leven houdt en gelukkig wil zijn, moet zijn tong in bedwang houden en geen leugen over zijn lippen laten komen. 11 Keer het kwaad de rug toe en doe wat goed is. Probeer in vrede te leven, doe daar uw uiterste best voor. 12 De Here let op de mensen die doen wat Hij wil en Hij luistert naar hun gebeden, maar Hij wil niets te maken hebben met mensen die slechte dingen doen.’

13 Wie zal u kwaad doen, als u zich inspant voor het goede? 14 Maar als dat toch zou gebeuren, bent u bevoorrecht. Daarom moet u zich niet door dreigementen laten afschrikken of in verwarring laten brengen. 15 Vertrouw uzelf helemaal aan Christus toe. Hij is onze Here. Wees altijd bereid verantwoording af te leggen van de verwachting waaruit u leeft, als daarom gevraagd wordt. Maar doe het wel vriendelijk en met het nodige respect. 16 Houd altijd een zuiver geweten. Dan zullen de mensen die kwaad spreken van uw christelijke levenswandel, vol schaamte moeten bekennen dat zij ongelijk hebben gehad. 17 Het is beter goed te doen en ervoor te lijden als God dat wil, dan kwaad te doen.

18 Ook Christus heeft, als een onschuldige voor schuldigen, geleden voor onze zonden, voor eens en altijd, om ons bij God terug te brengen. Hij is lichamelijk gestorven, maar is weer levend gemaakt door de Geest. 19 Zo kon Hij naar de geesten gaan die in de onderwereld gevangen zaten om hun bekend te maken wat Hij heeft gedaan. 20 Dat betreft hen die in de tijd van Noach weigerden te luisteren, hoewel God geduldig op hen wachtte, terwijl Noach de ark bouwde. Toen werden acht mensen gered, terwijl de anderen verdronken. Die acht mensen werden gered ondanks al het water. 21 Als contrast daarmee wordt u dan ook gered door de doop. De doop betekent niet dat het vuil van uw lichaam wordt afgewassen, maar het is een gebed tot God om een goed geweten door de opstanding van Jezus Christus. 22 Christus is naar de hemel gegaan en zit nu aan de rechterhand van God. Alle engelen, heersers en machthebbers zijn aan Hem onderworpen.

Dezelfde innerlijke overtuiging als Christus

Omdat Christus voor ons geleden heeft en gestorven is, moeten wij ons wapenen met dezelfde innerlijke overtuiging als Hij. Want wie in dit bestaan geleden heeft, houdt op met zondigen. Zo iemand laat zich gedurende de rest van zijn leven niet meer leiden door de slechte verlangens van de zonde, maar de wil van God doen. Er is genoeg tijd verknoeid met wat de ongelovigen fijn vinden: losbandigheid en verkeerde begeerten, drinkfestijnen, eetgelagen en onzedelijke feesten voor afgoden. Uw vroegere vrienden zullen het natuurlijk raar vinden als u niet meer meedoet met hun uitspattingen. Zij zullen u uitmaken voor alles wat lelijk is. Maar zij zullen zich moeten verantwoorden voor de grote Rechter die over de levenden en de doden oordeelt. Daarom is het goede nieuws ook gebracht aan mensen die nu reeds gestorven zijn. Dan kunnen ook zij naar de geest nieuw leven krijgen van God, ook al zijn ze lichamelijk door de mensen veroordeeld.

Alles loopt op zijn einde. Wees daarom kalm en nuchter, anders kunt u niet bidden. En bovenal moet u elkaar blijven liefhebben, de liefde bedekt immers heel veel zonden. Wees gastvrij voor elkaar, zonder te mopperen.

10 Ieder heeft gaven gekregen. Gebruik die om elkaar te dienen, want zo geeft u de rijkdom van Gods genade aan elkaar door. 11 Wie in de gemeente spreekt, moet dat doen alsof God door hem spreekt. Wie praktisch werk doet, moet dat doen door de kracht die God geeft. Als dat het geval is, zal God geëerd worden door Jezus Christus. Voor Hem is alle eer en macht, voor altijd en eeuwig! Amen.

12 Vrienden, laat u niet in de war brengen door de vuurproef die u zult ondergaan, want die was te verwachten. Daaruit zal blijken of u op God blijft vertrouwen. 13 Eigenlijk moet u blij zijn zelf iets te ervaren van wat Christus heeft doorgemaakt, want op de dag dat Christus zal laten zien hoe groot en machtig Hij is, zult u een geweldige blijdschap met Hem delen. 14 Wees blij als u uitgescholden wordt omdat u bij Jezus hoort, want dat is het bewijs dat de heerlijkheid van de Geest van God op u rust. 15 Maar laat niemand moeten lijden omdat hij een moord, een diefstal of een andere misdaad heeft begaan of omdat hij een bemoeial is. 16 Als u moet lijden omdat u christen bent, hoeft u zich niet te schamen, maar u kunt God ervoor prijzen dat u de naam van Christus draagt. 17 De tijd van Gods oordeel is gekomen en het begint bij de christenen. Als wij door Hem geoordeeld worden, wat een verschrikkelijk lot staat dan de mensen te wachten die het goede nieuws van God niet wilden aannemen! 18 Als de rechtvaardigen maar nauwelijks worden gered, welke kans maken dan de mensen die zich niets van God aantrekken en er maar op los leven? 19 Als u dus lijdt omdat u doet wat God van u vraagt, moet u zich toevertrouwen aan Hem die uw Schepper is, en niet ophouden goed te doen.

De duivel is de grote tegenstander

Op grond van de verantwoordelijkheid die ik ook als leider heb, doe ik een beroep op de andere leiders. Ik heb Christus aan het kruis zien sterven en als Hij terugkomt, zal ik deelhebben aan zijn heerlijkheid. Wat ik u dringend wil vragen, is dit: wees goede herders voor de kudde van God. Doe dat niet omdat het nu eenmaal moet, maar omdat u graag wilt doen wat God van u vraagt. Doe het ook niet om er beter van te worden, maar omdat u daartoe bereid bent. Probeer niet de baas te spelen over mensen die u zijn toevertrouwd, maar wees een voorbeeld voor hen. Dan zal de Opperherder u voor altijd laten delen in zijn heerlijkheid en eer.

Jonge mensen, doe wat de leiders zeggen. U moet in de omgang met elkaar nederig zijn, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar Hij is genadig voor wie nederig is. Als u zich buigt onder de sterke hand van God, zal Hij u oprichten als Hij vindt dat de tijd daarvoor gekomen is. Geef al uw zorgen en problemen over aan God, want Hij houdt van u en zorgt voor u. Maar ondanks dat moet u de situatie goed inzien en op uw hoede zijn voor de grote tegenstander, de duivel. Hij gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi om te verslinden. Sla zijn aanvallen af door vast op de Here te vertrouwen. Het is een hele troost te weten dat de christenen over de hele wereld hetzelfde moeten doormaken.

10 Onze God is een en al ontferming. Hij heeft u allen geroepen om deel te hebben aan dezelfde eeuwige heerlijkheid als Christus. Nadat het een korte tijd heel moeilijk is geweest, zal Hij u persoonlijk overeind helpen op de plaats waar u hoort te staan. Hij zal u zó sterk maken dat u nooit meer hoeft te wankelen. 11 Voor Hem is alle macht, voor altijd en eeuwig. Amen!

12 Silvanus, die voor zover ik weet een trouw christen is, heeft deze korte brief voor mij geschreven. Ik heb u ermee willen bemoedigen, zodat u nooit zult twijfelen aan de ware genade van God, zoals ik die hierboven heb beschreven. Blijf daar dus bij. 13 De gemeente in Babylon en mijn zoon Marcus groeten u. 14 Groet elkaar met de kus van broederlijke liefde. Ik wens alle mensen die Christus toebehoren, vrede toe.

Peter, an apostle of Jesus Christ,(A)

To God’s elect,(B) exiles(C) scattered(D) throughout the provinces of Pontus,(E) Galatia,(F) Cappadocia, Asia and Bithynia,(G) who have been chosen according to the foreknowledge(H) of God the Father, through the sanctifying work of the Spirit,(I) to be obedient(J) to Jesus Christ and sprinkled with his blood:(K)

Grace and peace be yours in abundance.(L)

Praise to God for a Living Hope

Praise be to the God and Father of our Lord Jesus Christ!(M) In his great mercy(N) he has given us new birth(O) into a living hope(P) through the resurrection of Jesus Christ from the dead,(Q) and into an inheritance(R) that can never perish, spoil or fade.(S) This inheritance is kept in heaven for you,(T) who through faith are shielded by God’s power(U) until the coming of the salvation(V) that is ready to be revealed(W) in the last time. In all this you greatly rejoice,(X) though now for a little while(Y) you may have had to suffer grief in all kinds of trials.(Z) These have come so that the proven genuineness(AA) of your faith—of greater worth than gold, which perishes even though refined by fire(AB)—may result in praise, glory and honor(AC) when Jesus Christ is revealed.(AD) Though you have not seen him, you love him; and even though you do not see him now, you believe in him(AE) and are filled with an inexpressible and glorious joy, for you are receiving the end result of your faith, the salvation of your souls.(AF)

10 Concerning this salvation, the prophets, who spoke(AG) of the grace that was to come to you,(AH) searched intently and with the greatest care,(AI) 11 trying to find out the time and circumstances to which the Spirit of Christ(AJ) in them was pointing when he predicted(AK) the sufferings of the Messiah and the glories that would follow. 12 It was revealed to them that they were not serving themselves but you,(AL) when they spoke of the things that have now been told you by those who have preached the gospel to you(AM) by the Holy Spirit sent from heaven.(AN) Even angels long to look into these things.

Be Holy

13 Therefore, with minds that are alert and fully sober,(AO) set your hope(AP) on the grace to be brought to you(AQ) when Jesus Christ is revealed at his coming.(AR) 14 As obedient(AS) children, do not conform(AT) to the evil desires you had when you lived in ignorance.(AU) 15 But just as he who called you is holy, so be holy in all you do;(AV) 16 for it is written: “Be holy, because I am holy.”[a](AW)

17 Since you call on a Father(AX) who judges each person’s work(AY) impartially,(AZ) live out your time as foreigners(BA) here in reverent fear.(BB) 18 For you know that it was not with perishable things such as silver or gold that you were redeemed(BC) from the empty way of life(BD) handed down to you from your ancestors, 19 but with the precious blood(BE) of Christ, a lamb(BF) without blemish or defect.(BG) 20 He was chosen before the creation of the world,(BH) but was revealed in these last times(BI) for your sake. 21 Through him you believe in God,(BJ) who raised him from the dead(BK) and glorified him,(BL) and so your faith and hope(BM) are in God.

22 Now that you have purified(BN) yourselves by obeying(BO) the truth so that you have sincere love for each other, love one another deeply,(BP) from the heart.[b] 23 For you have been born again,(BQ) not of perishable seed, but of imperishable,(BR) through the living and enduring word of God.(BS) 24 For,

“All people are like grass,
    and all their glory is like the flowers of the field;
the grass withers and the flowers fall,
25     but the word of the Lord endures forever.”[c](BT)

And this is the word that was preached to you.

Therefore, rid yourselves(BU) of all malice and all deceit, hypocrisy, envy, and slander(BV) of every kind. Like newborn babies, crave pure spiritual milk,(BW) so that by it you may grow up(BX) in your salvation, now that you have tasted that the Lord is good.(BY)

The Living Stone and a Chosen People

As you come to him, the living Stone(BZ)—rejected by humans but chosen by God(CA) and precious to him— you also, like living stones, are being built(CB) into a spiritual house[d](CC) to be a holy priesthood,(CD) offering spiritual sacrifices acceptable to God through Jesus Christ.(CE) For in Scripture it says:

“See, I lay a stone in Zion,
    a chosen and precious cornerstone,(CF)
and the one who trusts in him
    will never be put to shame.”[e](CG)

Now to you who believe, this stone is precious. But to those who do not believe,(CH)

“The stone the builders rejected(CI)
    has become the cornerstone,”[f](CJ)

and,

“A stone that causes people to stumble
    and a rock that makes them fall.”[g](CK)

They stumble because they disobey the message—which is also what they were destined for.(CL)

But you are a chosen people,(CM) a royal priesthood,(CN) a holy nation,(CO) God’s special possession,(CP) that you may declare the praises of him who called you out of darkness into his wonderful light.(CQ) 10 Once you were not a people, but now you are the people of God;(CR) once you had not received mercy, but now you have received mercy.

Living Godly Lives in a Pagan Society

11 Dear friends,(CS) I urge you, as foreigners and exiles,(CT) to abstain from sinful desires,(CU) which wage war against your soul.(CV) 12 Live such good lives among the pagans that, though they accuse you of doing wrong, they may see your good deeds(CW) and glorify God(CX) on the day he visits us.

13 Submit yourselves for the Lord’s sake to every human authority:(CY) whether to the emperor, as the supreme authority, 14 or to governors, who are sent by him to punish those who do wrong(CZ) and to commend those who do right.(DA) 15 For it is God’s will(DB) that by doing good you should silence the ignorant talk of foolish people.(DC) 16 Live as free people,(DD) but do not use your freedom as a cover-up for evil;(DE) live as God’s slaves.(DF) 17 Show proper respect to everyone, love the family of believers,(DG) fear God, honor the emperor.(DH)

18 Slaves, in reverent fear of God submit yourselves to your masters,(DI) not only to those who are good and considerate,(DJ) but also to those who are harsh. 19 For it is commendable if someone bears up under the pain of unjust suffering because they are conscious of God.(DK) 20 But how is it to your credit if you receive a beating for doing wrong and endure it? But if you suffer for doing good and you endure it, this is commendable before God.(DL) 21 To this(DM) you were called,(DN) because Christ suffered for you,(DO) leaving you an example,(DP) that you should follow in his steps.

22 “He committed no sin,(DQ)
    and no deceit was found in his mouth.”[h](DR)

23 When they hurled their insults at him,(DS) he did not retaliate; when he suffered, he made no threats.(DT) Instead, he entrusted himself(DU) to him who judges justly.(DV) 24 “He himself bore our sins”(DW) in his body on the cross,(DX) so that we might die to sins(DY) and live for righteousness; “by his wounds you have been healed.”(DZ) 25 For “you were like sheep going astray,”[i](EA) but now you have returned to the Shepherd(EB) and Overseer of your souls.(EC)

Wives, in the same way submit yourselves(ED) to your own husbands(EE) so that, if any of them do not believe the word, they may be won over(EF) without words by the behavior of their wives, when they see the purity and reverence of your lives. Your beauty should not come from outward adornment, such as elaborate hairstyles and the wearing of gold jewelry or fine clothes.(EG) Rather, it should be that of your inner self,(EH) the unfading beauty of a gentle and quiet spirit, which is of great worth in God’s sight.(EI) For this is the way the holy women of the past who put their hope in God(EJ) used to adorn themselves.(EK) They submitted themselves to their own husbands, like Sarah, who obeyed Abraham and called him her lord.(EL) You are her daughters if you do what is right and do not give way to fear.

Husbands,(EM) in the same way be considerate as you live with your wives, and treat them with respect as the weaker partner and as heirs with you of the gracious gift of life, so that nothing will hinder your prayers.

Suffering for Doing Good

Finally, all of you, be like-minded,(EN) be sympathetic, love one another,(EO) be compassionate and humble.(EP) Do not repay evil with evil(EQ) or insult with insult.(ER) On the contrary, repay evil with blessing,(ES) because to this(ET) you were called(EU) so that you may inherit a blessing.(EV) 10 For,

“Whoever would love life
    and see good days
must keep their tongue from evil
    and their lips from deceitful speech.
11 They must turn from evil and do good;
    they must seek peace and pursue it.
12 For the eyes of the Lord are on the righteous
    and his ears are attentive to their prayer,
but the face of the Lord is against those who do evil.”[j](EW)

13 Who is going to harm you if you are eager to do good?(EX) 14 But even if you should suffer for what is right, you are blessed.(EY) “Do not fear their threats[k]; do not be frightened.”[l](EZ) 15 But in your hearts revere Christ as Lord. Always be prepared to give an answer(FA) to everyone who asks you to give the reason for the hope(FB) that you have. But do this with gentleness and respect, 16 keeping a clear conscience,(FC) so that those who speak maliciously against your good behavior in Christ may be ashamed of their slander.(FD) 17 For it is better, if it is God’s will,(FE) to suffer for doing good(FF) than for doing evil. 18 For Christ also suffered once(FG) for sins,(FH) the righteous for the unrighteous, to bring you to God.(FI) He was put to death in the body(FJ) but made alive in the Spirit.(FK) 19 After being made alive,[m] he went and made proclamation to the imprisoned spirits(FL) 20 to those who were disobedient long ago when God waited patiently(FM) in the days of Noah while the ark was being built.(FN) In it only a few people, eight in all,(FO) were saved(FP) through water, 21 and this water symbolizes baptism that now saves you(FQ) also—not the removal of dirt from the body but the pledge of a clear conscience(FR) toward God.[n] It saves you by the resurrection of Jesus Christ,(FS) 22 who has gone into heaven(FT) and is at God’s right hand(FU)—with angels, authorities and powers in submission to him.(FV)

Living for God

Therefore, since Christ suffered in his body,(FW) arm yourselves also with the same attitude, because whoever suffers in the body is done with sin.(FX) As a result, they do not live the rest of their earthly lives for evil human desires,(FY) but rather for the will of God. For you have spent enough time in the past(FZ) doing what pagans choose to do—living in debauchery, lust, drunkenness, orgies, carousing and detestable idolatry.(GA) They are surprised that you do not join them in their reckless, wild living, and they heap abuse on you.(GB) But they will have to give account to him who is ready to judge the living and the dead.(GC) For this is the reason the gospel was preached even to those who are now dead,(GD) so that they might be judged according to human standards in regard to the body, but live according to God in regard to the spirit.

The end of all things is near.(GE) Therefore be alert and of sober mind(GF) so that you may pray. Above all, love each other deeply,(GG) because love covers over a multitude of sins.(GH) Offer hospitality(GI) to one another without grumbling.(GJ) 10 Each of you should use whatever gift you have received to serve others,(GK) as faithful(GL) stewards of God’s grace in its various forms. 11 If anyone speaks, they should do so as one who speaks the very words of God.(GM) If anyone serves, they should do so with the strength God provides,(GN) so that in all things God may be praised(GO) through Jesus Christ. To him be the glory and the power for ever and ever. Amen.(GP)

Suffering for Being a Christian

12 Dear friends, do not be surprised at the fiery ordeal that has come on you(GQ) to test you, as though something strange were happening to you. 13 But rejoice(GR) inasmuch as you participate in the sufferings of Christ,(GS) so that you may be overjoyed when his glory is revealed.(GT) 14 If you are insulted because of the name of Christ,(GU) you are blessed,(GV) for the Spirit of glory and of God rests on you. 15 If you suffer, it should not be as a murderer or thief or any other kind of criminal, or even as a meddler. 16 However, if you suffer as a Christian, do not be ashamed, but praise God that you bear that name.(GW) 17 For it is time for judgment to begin with God’s household;(GX) and if it begins with us, what will the outcome be for those who do not obey the gospel of God?(GY) 18 And,

“If it is hard for the righteous to be saved,
    what will become of the ungodly and the sinner?”[o](GZ)

19 So then, those who suffer according to God’s will(HA) should commit themselves to their faithful Creator and continue to do good.

To the Elders and the Flock

To the elders among you, I appeal as a fellow elder(HB) and a witness(HC) of Christ’s sufferings who also will share in the glory to be revealed:(HD) Be shepherds of God’s flock(HE) that is under your care, watching over them—not because you must, but because you are willing, as God wants you to be;(HF) not pursuing dishonest gain,(HG) but eager to serve; not lording it over(HH) those entrusted to you, but being examples(HI) to the flock. And when the Chief Shepherd(HJ) appears, you will receive the crown of glory(HK) that will never fade away.(HL)

In the same way, you who are younger, submit yourselves(HM) to your elders. All of you, clothe yourselves with humility(HN) toward one another, because,

“God opposes the proud
    but shows favor to the humble.”[p](HO)

Humble yourselves, therefore, under God’s mighty hand, that he may lift you up in due time.(HP) Cast all your anxiety on him(HQ) because he cares for you.(HR)

Be alert and of sober mind.(HS) Your enemy the devil prowls around(HT) like a roaring lion(HU) looking for someone to devour. Resist him,(HV) standing firm in the faith,(HW) because you know that the family of believers throughout the world is undergoing the same kind of sufferings.(HX)

10 And the God of all grace, who called you(HY) to his eternal glory(HZ) in Christ, after you have suffered a little while,(IA) will himself restore you and make you strong,(IB) firm and steadfast. 11 To him be the power for ever and ever. Amen.(IC)

Final Greetings

12 With the help of Silas,[q](ID) whom I regard as a faithful brother, I have written to you briefly,(IE) encouraging you and testifying that this is the true grace of God. Stand fast in it.(IF)

13 She who is in Babylon, chosen together with you, sends you her greetings, and so does my son Mark.(IG) 14 Greet one another with a kiss of love.(IH)

Peace(II) to all of you who are in Christ.

Footnotes

  1. 1 Peter 1:16 Lev. 11:44,45; 19:2
  2. 1 Peter 1:22 Some early manuscripts from a pure heart
  3. 1 Peter 1:25 Isaiah 40:6-8 (see Septuagint)
  4. 1 Peter 2:5 Or into a temple of the Spirit
  5. 1 Peter 2:6 Isaiah 28:16
  6. 1 Peter 2:7 Psalm 118:22
  7. 1 Peter 2:8 Isaiah 8:14
  8. 1 Peter 2:22 Isaiah 53:9
  9. 1 Peter 2:25 Isaiah 53:4,5,6 (see Septuagint)
  10. 1 Peter 3:12 Psalm 34:12-16
  11. 1 Peter 3:14 Or fear what they fear
  12. 1 Peter 3:14 Isaiah 8:12
  13. 1 Peter 3:19 Or but made alive in the spirit, 19 in which also
  14. 1 Peter 3:21 Or but an appeal to God for a clear conscience
  15. 1 Peter 4:18 Prov. 11:31 (see Septuagint)
  16. 1 Peter 5:5 Prov. 3:34
  17. 1 Peter 5:12 Greek Silvanus, a variant of Silas