Het borrelt in mij van woorden. Ik mag de koning mijn gedicht voorlezen dat ik over hem heb gemaakt! Als een echte dichter draag ik hem mijn lied voor.
Een leerzaam gezang van de Korachieten voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van ‘De Lelies.’ Een liefdeslied. Mijn hart trilt van vreugde. Ik lees mijn gedicht voor aan een koning. Mijn stem klinkt als de pen van een begaafde dichter.