De Oude Poort werd hersteld door Jojada, de zoon van Pasea, en door Mesullam, de zoon van Besodja. Ze maakten hem van boven dicht en zetten er deuren met sloten en grendels in.
Jojada, de zoon van Paséah, en Mesullam, de zoon van Besodja, repareerden de Oude Poort. Zij maakten een zoldering en brachten deuren, sluitbalken en grendels aan.