Ook de Levieten probeerden de mensen weer rustig te krijgen. Ze zeiden tegen hen: "Stil maar, want vandaag vieren we feest voor de Heer. Jullie hoeven niet verdrietig te zijn."
Toen gingen de mensen weg om een feestmaal klaar te maken en een deel ervan gaven zij weg aan anderen. Overal heerste grote vreugde, want de mensen hadden Gods woorden gehoord en begrepen.