God zegt in de Boeken: 'Ik wil vriendelijkheid en hulpvaardigheid, en geen offers.' Als jullie begrepen hadden wat God daarmee bedoelt, zouden jullie geen onschuldige mensen veroordelen.
Er is geschreven: “Ik wil dat u met andere mensen meeleeft, het gaat Mij niet om uw offers!” Als u begreep wat daarmee wordt bedoeld, zou u geen onschuldige mensen hebben veroordeeld.