Zonder medelijden verwoestte de Heer Israëls dorpen. Geen dorp liet Hij heel. In zijn woede heeft Hij alle steden vernield, tot de grond afgebroken. Het hele koninkrijk en alle leiders heeft Hij vernederd.
Zonder enig medelijden heeft de Here elk huis in Israël verwoest. In zijn toorn heeft Hij alle versterkte muren van Jeruzalem omvergeworpen. Hij heeft het koninkrijk in het stof vernederd, samen met al zijn heersers.