Hun gezicht leek op dat van een mens. En aan de rechterkant was het gezicht van een leeuw, aan de linkerkant het gezicht van een os. Ook hadden ze alle vier het gezicht van een adelaar.
Elk had van voren het gezicht van een mens, aan de rechterkant een gezicht als een leeuw, aan de linkerkant het gezicht van een stier en leek van de achterkant op een arend!