Toen zei de koning tegen zijn aanvoerder Joab die bij hem was: "Ga tellen hoeveel mannen er in Israël zijn. Trek het hele land door, vanaf Dan in het noorden tot aan Berseba in het zuiden, en tel de mannen van het volk. Ik wil weten hoeveel mannen ik kan oproepen voor het leger."
De koning zei tegen Joab, de opperbevelhebber van zijn leger: ‘Houd een telling onder alle stammen van het ene eind van het land tot het andere, zodat ik te weten kom hoeveel mensen er zijn.’