Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 44

Psalm 44

Een lied voor de Korachieten,[a] om iets van te leren. Voor de leider van het koor.

God, we hebben het zelf gehoord.
Onze vaders hebben het ons verteld:
U heeft vroeger geweldige dingen voor hen gedaan.
U heeft Zelf volken uit hun eigen land weggejaagd
om onze voorouders daar een plaats te geven.
U heeft andere volken vernietigd,
en ons volk steeds groter gemaakt.
Niet met hun wapens hebben ze dit land veroverd.
Niet hun eigen kracht heeft hen geholpen.
Maar úw handen en úw kracht en úw liefde hebben dat gedaan,
omdat U van hen houdt.

U bent mijn Koning, God.
Red alstublieft uw volk.
Met úw hulp overwinnen we onze vijanden.
Met úw hulp slaan we hen neer.
Want ik vertrouw niet op mijn boog.
Mijn zwaard kan mij niet redden.
Ú redt ons van onze vijanden. Ú zorgt ervoor dat de mensen die ons haten
voor schut komen te staan.
We prijzen U de hele dag.
Voor altijd zijn wij blij met U.

10 Toch heeft U ons nu niet willen helpen.
We staan voor schut.
Want U heeft ons leger niet aangevoerd.
11 We hebben voor onze vijanden moeten vluchten.
Ze hebben ons geplunderd.
Ze namen mee wat ze maar wilden.
12 U heeft ons verhandeld als schapen die geslacht gaan worden.
U heeft ons verspreid onder andere volken.
13 U heeft ons verkocht voor een belachelijk lage prijs.
U bent er niet rijk van geworden.
14 U heeft ons voor schut gezet.
Onze buurlanden lachen ons uit.
15 Ze maken grappen over ons.
Ze schudden spottend hun hoofd.
16 De hele dag door kan ik aan niets anders denken.
Ik schaam me verschrikkelijk.
17 De hele dag beledigen ze mij.
Aldoor zijn ze uit op wraak.

18 Ook al is ons dit allemaal overkomen,
tóch zijn we U niet vergeten.
Tóch blijven we vasthouden aan uw verbond met ons.
19 We blijven op U vertrouwen.
We blijven de weg volgen die U ons heeft gewezen.
20 Waarom heeft U ons dan verlaten,
ons achtergelaten tussen de wilde dieren?
Waarom laat U ons in het donker ronddwalen?
21 Als we onze God vergeten zouden zijn,
en vreemde goden zouden hebben aanbeden,
22 dan zou U dat toch weten?
Want U weet alles van ons.
23 Maar omdat we op U vertrouwen,
is ons leven de hele dag in gevaar.
We worden behandeld als schapen die geslacht gaan worden.
24 Word wakker, Heer! Waarom slaapt U?
Sta op, Heer! Laat ons niet voor altijd in de steek!
25 Waarom blijft U op een afstand?
Ziet U onze ellende en moeilijkheden dan niet?
26 Hulpeloos liggen we in het stof.
Het is alsof we nooit meer zullen kunnen opstaan.
27 Kom ons helpen!
Red ons alstublieft, omdat U goed en liefdevol bent!

Hosea 6:11-7:16

11 Ook voor jou, Juda, zal er een 'oogst' zijn. Die zal komen wanneer Ik weer goed zal zijn voor mijn volk." (lees verder)

Er gebeuren vreselijke dingen in Israël (vervolg)

De Heer zegt: "Steeds wanneer Ik Israël genees, worden nieuwe misdaden van Israël en Samaria zichtbaar. Want de mensen bedriegen elkaar. Dieven breken zomaar in. Misdadigers maken de straten onveilig. En ze denken er niet aan dat Ik niets daarvan vergeet. Hun misdaden hebben zich hoog opgestapeld. Ik onthoud alles wat ze doen.

Hun koningen genieten van de slechtheid van de mensen. De leiders genieten van de leugens en het bedrog. Ze hebben met allerlei mannen of vrouwen seks. Ze gloeien van verlangen. Ze lijken op de brandende oven van een bakker, waarin het vuur smeult. Eerst heeft de bakker het brood gekneed. Daarna rust hij totdat het deeg is gerezen. Dan stookt hij het vuur hoog op om het brood te gaan bakken. Net zo vlamt hun verlangen hoog op. Op de feestdag van onze koning zorgen ze ervoor dat de koning zoveel wijn drinkt dat hij er ziek van is. Hij doet mee met mensen die zich niets van de Heer aantrekken. Hun hart gloeit. De hele nacht liggen ze op de loer. Hun hart is zo heet als de oven van een bakker, waarin de bakker na zijn nachtrust 's morgens het vuur weer hoog opstookt. Ze zijn allemaal zo heet als een oven. Dat vuur verslindt hun rechters en leiders. Het brengt hun koningen ten val. Maar niemand van hen roept Mij om hulp."

Israël zoekt hulp bij andere landen in plaats van bij de Heer

De Heer zegt: "Israël vermengt zich met andere volken. Israël is als een koek die tijdens het bakken niet is omgekeerd. Vreemden hebben hem van zijn kracht beroofd, maar hij merkt het niet. Hij is oud, grijs en zwak geworden, maar hij heeft het niet in de gaten. 10 Israël is veel te trots. Want hij gaat in alle ellende niet terug naar zijn Heer God.

11 Israël lijkt op een domme duif zonder verstand. Hij fladdert van de één naar de ander. Want ze gaan Egypte om hulp vragen. Daarna gaan ze naar Assur. 12 Wanneer ze gaan, zal Ik mijn vangnet over hen heen gooien. Ik zal hen neerhalen zoals je vogels uit de lucht haalt met een net. Ik zal hen vangen, zodra Ik hoor dat ze zich verzamelen.

13 Doordat ze van Mij vandaan zijn gezworven, zal het slecht met hen aflopen. Alles zal verwoest worden, omdat ze Mij niet wilden gehoorzamen. Ik wilde hen redden! Maar ze vertellen leugens over Mij. 14 Ze liggen in hun bed te huilen over hun ellende. Ze maken zich druk over graan en wijn. Maar Mij gehoorzamen willen ze niet. 15 Ík heb hun geleerd hoe ze moeten leven. Ík heb ervoor gezorgd dat ze sterk zijn in de strijd. Maar als dank zeggen ze slechte dingen over Mij. 16 Ze kijken alle kanten op voor hulp, maar niet omhoog naar Mij. Ze zijn zo machteloos als een slechte boog. Hun koningen worden in de strijd gedood. Dat is omdat ze zo'n grote mond hadden. Daarom lacht Egypte hen uit en bespot hen."

Mattheüs 5:43-48

43 Jullie hebben gehoord dat er in de Boeken is gezegd: 'Houd van je broeders en haat je vijanden.'[a] 44 Maar Ik zeg tegen jullie: houd van je vijanden[b] en bid voor de mensen door wie jullie slecht behandeld worden. 45 Want dan zijn jullie kinderen van jullie hemelse Vader. Want Hij laat zijn zon schijnen op goede mensen en op slechte mensen. Ook laat Hij het regenen op goede mensen en op slechte mensen. 46 Als jullie houden van de mensen die ook van jullie houden, waarom zou God jullie dan een beloning geven? De slechte mensen doen toch precies hetzelfde? 47 En als jullie alleen je vrienden groeten, dan doen jullie toch niets bijzonders? De slechte mensen doen toch precies hetzelfde?

48 Wees volmaakt, want jullie hemelse Vader is óók volmaakt."

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016