Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
Gezegend is hij die de Here zoekt
55 Is er iemand die dorst heeft? Kom dan maar hier en drink, ook al hebt u geen geld! Kom hier en kies uit wat u wilt drinken, wijn of melk. Alles is gratis! 2 Waarom zou u uw geld uitgeven aan voedsel dat u geen kracht geeft? Waarom zou u betalen voor etenswaren die niets waard zijn? Luister, dan zal Ik vertellen waar u voedsel kunt krijgen dat goed is voor uw ziel! 3 Kom hier bij Mij en zet uw oren goed open. Luister, want het gaat om het welzijn van uw ziel. Ik sta klaar om een eeuwig verbond met u te sluiten en u alle gunsten en liefde te geven die Ik ook aan koning David gaf. 4 Hij bewees mijn macht door vreemde landen te onderwerpen. 5 Ook u zult de volken bevelen en zij zullen zich haasten om u te gehoorzamen, niet vanwege uw eigen macht of kunde, maar omdat Ik, de Here uw God, u heb verheerlijkt.
6 Zoek naar de Here, zolang Hij Zich nog laat vinden. Roep tot Hem nu Hij nog dichtbij is. 7 Laten de overtreders hun slechte wegen verlaten en elk plan tot zondigen uit hun gedachten bannen! Laten zij naar de Here, onze God, terugkeren. Dan zal Hij Zich over hen ontfermen, want Hij vergeeft grenzeloos veel! 8 Mijn plannen zijn niet dezelfde als die van u en mijn gedachten zijn niet uw gedachten! 9 Net zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan die van u. Evenzo zijn mijn gedachten hoger dan de uwe.
63 Een psalm van David, die hij schreef in de woestijn van Juda.
2 God, mijn God, ik zoek U overal,
mijn hart dorst naar U.
Ook mijn lichaam verlangt naar U
in dit dorre, droge land, waar geen water is.
3 Ik heb U in uw heiligdom gezien,
ik zag uw kracht en majesteit.
4 Uw goedheid en trouw overtreffen het leven zelf.
Ik zal met mijn mond uw naam grootmaken.
5 Mijn leven lang wil ik U prijzen,
mijn handen naar U opheffen wanneer ik bid.
6 Er is niets anders waarnaar ik verlang,
er komen prachtige lofliederen over mijn lippen,
7 ook ʼs nachts als ik wakker lig en over U nadenk.
8 Want U bent mij altijd te hulp gekomen.
Ik jubel het uit vanuit de beschermde plaats
waar U mij in leven houdt.
Een les uit de geschiedenis
10 Broeders en zusters, in dit verband wil ik u herinneren aan wat onze voorouders hebben meegemaakt. Zij werden allemaal door de wolk van God geleid en liepen dwars door de Rode Zee. 2 Die ervaring was hun doop als het volk van Mozes. 3 God zorgde ervoor dat zij allemaal geestelijk eten 4 en drinken kregen, voorbeelden van geestelijke waarheden. Dat drinken kregen zij uit de geestelijke rots die met hen meeging, en die rots was Christus. 5 Toch was God niet tevreden over de meesten van hen, Hij sloeg hen neer in de woestijn. 6 Die gebeurtenissen zijn een les voor ons, wij moeten niet naar slechte dingen verlangen zoals zij. 7 Loop ook niet achter andere goden aan, zoals sommigen van hen deden. In de Boeken staat: ‘Zij gingen zitten om te eten en te drinken en ze stonden op om losbandig te dansen.’ 8 Pas daarvoor op. Laten wij ook geen ontucht plegen, zoals sommigen van hen, want daarom stierven er op één dag drieëntwintigduizend van hen. 9 Wij moeten het geduld van de Here niet op de proef stellen, zoals sommigen van hen deden, want daarom stierven zij aan slangenbeten. 10 En mopper niet tegen God, zoals sommigen van hen, want daarom trof hun de dood. 11 Dat is allemaal met hen gebeurd om een voorbeeld te stellen. En het is opgeschreven als een waarschuwing voor ons, die in het einde van de tijd leven. 12 Als u denkt dat u nooit zover zult gaan, moet u oppassen om niet te zondigen. 13 De beproevingen die u hebt ondergaan, zijn niet ongewoon. God is trouw, Hij zal ervoor zorgen dat de beproevingen u niet teveel worden. Hij zal ook een uitweg uit de beproevingen geven, zodat u er tegen opgewassen bent.
Een oproep tot bekering
13 In diezelfde tijd hoorde Jezus dat Pilatus een paar Joden uit Galilea had laten doden, terwijl ze in de tempel van Jeruzalem hun offers brachten. 2 ‘Denkt u dat zij slechter waren dan de andere mensen uit Galilea vanwege hetgeen hun is overkomen?’ vroeg Hij. 3 ‘Nee, zeg ik u! Maar het zal met u allemaal net zo slecht aflopen, als u niet gaat leven zoals God wil. 4 En de achttien mannen die verongelukten toen de toren van Siloam op hen viel? Waren die soms slechter dan de anderen in Jeruzalem? 5 Nee! Als u niet gaat leven zoals God wil, loopt het met u net zo slecht af.’
6 Om een en ander duidelijk te maken, vertelde Hij hun een gelijkenis. ‘Iemand had een vijgenboom in zijn tuin geplant en ging regelmatig kijken of er al vijgen aankwamen. Maar, nee, er was geen vijg te zien. 7 Ten slotte zei hij tegen zijn tuinman: “Hak die boom om. Ik wacht nu al drie jaar en heb nog steeds geen vijg gezien. Ik heb er genoeg van. Die boom neemt alleen maar plaats in. Wij kunnen die grond beter voor iets anders gebruiken.” 8 “Laat hem nog één jaar staan,” antwoordde de tuinman. “Ik zal hem extra goed verzorgen en mest geven. 9 Stel u voor dat er volgend jaar vijgen aan komen. Als het niet helpt, moeten we hem inderdaad omhakken.” ’
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.