Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
God zal zijn volk weer uit de landen verzamelen
43 Maar nu zegt de Heer: "Volk van Israël, Ik ben je Maker. Ik heb je gevormd, Israël. Wees niet bang, want Ik heb je gered. Ik heb je uitgekozen. Je bent van Mij. 2 Als je door het water gaat, zal Ik bij je zijn. Als je door rivieren gaat, zul je niet weggespoeld worden. Als je door het vuur gaat, zul je niet verbranden. De vlammen zullen je niets doen. 3 Want Ik, de Heer, ben je God. Ik ben de Heilige God van Israël, je Redder. Ik heb Egypte, Ethiopië en Seba als losgeld gegeven in ruil voor jouw leven. 4 Omdat Ik je kostbaar vond, heb Ik jou uitgekozen. Ik houd heel veel van je. Daarom geef Ik mensen als losgeld voor jou. Ik geef volken in ruil voor jouw leven. 5 Wees niet bang, want Ik ben bij je. Ik zal jouw overblijfsel terugbrengen uit het oosten. Ik zal hen verzamelen uit het westen. 6 Ik zal tegen het noorden zeggen: 'Geef hier.' En tegen het zuiden zal Ik zeggen: 'Geef terug.' Breng mijn zonen en dochters terug van het einde van de aarde. 7 Breng iedereen terug die bij Mij hoort. Ik heb hen gemaakt tot mijn eer. Ze zijn van Mij.
Psalm 29
1 Een lied van David.
Jullie die machtig zijn,
geef aan de Heer de eer waar Hij recht op heeft.
Erken zijn macht.
2 Geef aan de Heer de eer waar Hij recht op heeft.
Aanbid de Heer in zijn heiligdom.
3 De stem van de Heer dreunt over het water.
De machtige God laat de donder grommen.
Hij doet zijn stem klinken over de zee.
4 De stem van de Heer is vol kracht.
De stem van de Heer is indrukwekkend.
5 De stem van de Heer breekt grote cederbomen.
De Heer splijt de cederbomen van de Libanon.
6 Door zijn stem springt de Libanon op als een kalf,
de Sirjon als een jonge buffel.
7 De stem van de Heer doet de bliksem flitsen.
8 De stem van de Heer doet de woestijn beven.
De Kades-woestijn beeft voor Hem.
9 De stem van de Heer maakt dat de herten
hun jongen op de wereld brengen.
Door zijn stem slaan de takken van de bomen.
In zijn heiligdom brengt iedereen Hem eer.
10 De Heer regeerde in de tijd van de grote overstroming.[a]
De Heer regeert nog steeds, voor eeuwig is Hij koning.
11 De Heer zal zijn volk sterk maken.
De Heer zal zijn volk vrede geven.
14 De apostelen in Jeruzalem hoorden dat de bewoners van Samaria het woord van God geloofden. Ze stuurden Petrus en Johannes naar hen toe. 15 Toen ze aangekomen waren, baden ze voor de mensen dat ze de Heilige Geest zouden ontvangen. 16 Want niemand van hen had de Heilige Geest nog ontvangen. Ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. 17 Toen legden ze hun de handen op en de mensen ontvingen de Heilige Geest.
Johannes en Jezus
15 Het hele volk was vol verwachting en vroeg zich af of Johannes misschien de Messias was. 16 Maar Johannes zei: "Ik doop jullie met water. Maar er komt Iemand die machtiger is dan ik. Ik ben het niet eens waard om zijn sandalen voor Hem los te maken. Hij zal jullie dopen met de Heilige Geest en met vuur. 17 Hij staat klaar om de plaats waar Hij zijn graanoogst heeft verzameld, helemaal op te ruimen. Het graan zal Hij in zijn schuur brengen. Maar het graanafval zal Hij met onblusbaar vuur verbranden."
21 Maar daarvóór, op een keer toen er heel veel mensen werden gedoopt, werd ook Jezus gedoopt. Toen Hij daarna stond te bidden, ging de hemel open. 22 De Heilige Geest daalde neer op Jezus. De Geest zag er uit als een duif. Op dat moment zei een stem uit de hemel: "Jij bent mijn Zoon. Ik houd heel veel van Jou. Ik geniet van Jou."
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016