Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
God geeft een nieuwe toekomst onder een nieuwe Koning
11 Jesaja zegt: Maar net zoals er uit de stronk van een omgehakte boom weer een jong takje[a] begint te groeien en vruchten krijgt, zal er een Zoon geboren worden uit de familie van Isaï (de vader van koning David). 2 De Geest van de Heer zal op Hem zijn. Hij zal vol zijn van de Geest van wijsheid, de Geest van verstand, de Geest van raad, de Geest van sterkte, de Geest van kennis van God en de Geest van ontzag voor God. 3 Hij zal diep ontzag voor God hebben en daarvan genieten. Hij zal niet oordelen op grond van wat Hij ziet of van anderen hoort. 4 Hij zal rechtvaardig zijn voor arme en bescheiden mensen. Maar voor de mensen die zich niets van God aantrekken, zal zijn oordeel zijn als een zweepslag. Hij zal hem die zich niets van hem aantrekt, zonder moeite doden. Hij blaast hem weg. 5 Want Hij zal altijd rechtvaardig en eerlijk zijn.
6 Dan zullen wolven en schapen bij elkaar leven. Panters en geitjes zullen samen liggen rusten. Kalveren en jonge leeuwen groeien samen op. Een kleine jongen zal ze hoeden. 7 Koeien en beren zullen samen gras eten. Hun jongen zullen samen spelen. Leeuwen zullen net als koeien hooi eten. 8 Baby's zullen spelen bij het hol van een adder. Kleuters zullen giftige slangen uit hun nest pakken. 9 Niemand zal een ander nog kwaad doen op Gods heilige berg. Want op de hele aarde zal iedereen de Heer kennen. Zoals de zee vol is van water, zo zullen de mensen vol zijn van de Heer.
8 En aan jou, Schaapstoren en Ofel[a] van de stad Jeruzalem, zal het koningschap teruggegeven worden. Het vroegere koningschap komt terug binnen je muren.
9 Waarom schreeuwen jullie nu zo hard? Hebben jullie dan geen koning? Is jullie raadgever gedood, dat jullie het uitschreeuwen? 10 Schreeuwen jullie maar! Krimp maar in elkaar van ellende, bewoners van Jeruzalem! Maar jullie zullen je stad verlaten en het open veld ingaan. Jullie zullen naar Babel trekken. Daar zullen jullie worden bevrijd. Daar zal de Heer jullie redden van je vijanden. 11 Nu vallen vele machtige volken jullie aan. Ze hebben zich verzameld en zeggen: "We zullen Jeruzalem veroveren! Jeruzalem zal van ons zijn!" 12 Maar zij kennen de plannen van de Heer niet. Ze weten niet wat Ik ga doen. Ze weten niet dat Ik hen verzamel, zoals je de bossen graan verzamelt om er de graankorrels uit te gaan kloppen. 13 Kom nu hier, bewoners van Jeruzalem! Ik zal jullie sterk maken. Jullie zullen de volken uitkloppen als graan. Alles wat ze geroofd hebben, zal voor de Heer zijn. Alles wat ze bezitten, zal zijn voor de Heer van de hele aarde.
31 Waarmee zal Ik deze mensen vergelijken? 32 Ze lijken op de kinderen die op de markt zitten en naar hun vriendjes roepen: 'We gingen bruiloftje spelen, maar jullie wilden niet dansen. Toen gingen we begrafenisje spelen, maar jullie wilden niet treuren.' 33 Ik bedoel dit: Johannes is gekomen, en hij at geen brood en dronk geen wijn. Van hem zeiden jullie: 'Er zit een duivelse geest in hem.' 34 Toen kwam de Mensenzoon, die wél eet en wél wijn drinkt. Van Hem zeggen jullie: 'Hij zit maar te vreten en te zuipen. En Hij is bevriend met belasting-ontvangers en andere slechte mensen!' 35 Het is ook nooit goed.
Maar alleen verstandige mensen hebben Gods wijsheid herkend."
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016